50 resultaten
Waal, de | 1453-1454
Rek Rentmeester Kennemerland 884 fol 15
Achternamenindex
Claes de Wael Symonsz stierf in Westwoude en had erfgenamen in Oostvriesland, "gedadinct alzo daer geen blyckende goed en was en die erfnaem buyten zijn broot bij den huijsen bat, om 18 sc"
1475-11 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 197
Jaartallenindex
goederen van Kathrijn Peter Claesz weduwe half, en haar 3 kinderen tezamen de andere helft: 4) een koeganc an Sloterdijck; Duyff Peter Claeszoonsdochter: 2) 10 gld sjaers op Amsterdam, 10 gld op Huijsen in Ghoijlant, 10 gld op Beverwijck
indiaan | 1656-03-11
G.A.Amsterdam DTB 475 fol 381
Achternamenindex
Jacob Lamay, van Taywan, indiaen, 24 jaar, ouders dood, geassisteerd met Gerrit Jansz, wonend op de Haerlemmerstraet, en Annetje Hendricx Struijs, van Knip(?)huijsen, 24 jaar, ouders dood, geassisteerd met haar zuster Geertruijt Hendricx, wonend als voren
1569-07-27 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 740
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Pieter Meeusz verklaarde verkocht te hebben aan de H. Geest in den Hage een jaarlijkse losrente van 15 st, losbaar den penninc 16, op zijn huis en erf op de Geest, oost: heer Aernt Jansz, priester, west: Gerryt Willemsz, zuid: Maritgen coperslagers huijsen, noord: de heerstraat (vgl 1547-11-29)
1487-01-27 (1486) |
Ms Op Straten v.d. Molen dl III fol 786/Bekesteijn
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Adriaen van der Voirde opdroeg ten vrijen eigen aan Pieter Hoen twee huijsen etc staende op Heijligelant etc, streckende an ver Blassenstege etc
Jan van Schoten (zegel: een leeuw, tersyden een cruijs) en Jan Pietersz Zael [te lezen: Claes Pietersz Zael] (zegel: een leeuw), schepenen
Pauw | 1584-09-22
Schepenrol van Monnikendam 3537
Achternamenindex
schepenen condempneren de vyff geeligeerde personen over de quoyeren van de huijsen ende landen binnen den bedrijve onser stede, met namen Jan Pau Gerretsz, Cornelis Pietersz, Jaep Jacobsz Calert, Symon Nanningsz en Jaep Claes Peselaer weder der nova eendrachtelyck in heuren officie ende diensten
schepen ?: Eeffgen Pauwes
1478-05-26 |
G.A. Haarlem Inv 915 Hs van Alkemade en v.d. Schelling I fol 77/Roeperpapieren Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Jan Roeper, priester, met zijn voogd Huge van Tetrode, en Bertraed Roepers Floris Willemsz weduwe met Jan van Foreest als voogd, verkopen 2 huijsen
Claes van Ruyven en Dirck Potter, schepenen (met hun zegels)
1492-10-21 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten etc fol 6, 7
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Alyt Dircxdochter van Dorp met haar man en voogd Phillips Meeusz opdroeg tbv Jacob Gout Jacobsz 8 gemeten lands gelegen in Portugael in de heerlycheid van Putten in oude Pernisse, belend west: Jan Hermansz kinderen, zuid: een met landts, noord: die dyck, daer die huijsen op staen, oost: die week die men te Portugael gaet. Met het verzoek om Jacob Gout Jacobsz hiermede te belenen. Op 1492-12-13 belenen Max. en Philips Jacob Gout Jacobsz hiermee
Joost Willemsz, Gheryt Jacobsz, Dirck van Boneem, leenmannen. Daar Joost Willemsz zelf geen zegel heeft, zegelt zijn zwager Philips Gillisz voor hem. Gheryt Jacobsz zegelt zelf. Daar Dirck van Boneem zelf geen zegel heeft, plaatst hij zyn handteycken; 1492-12-13: Tielman Oom van Wyngaerden, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1480-02-27 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl I no 566 dl II regest 482
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Jacob Potter, glaessemaker, verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Haghe een rente van 20 schell Holl sjaars op zijn 2 kameren en erf 't Afteromme, dar men ter Spoije wairts gaet, belend oost: die kerk in den Haghe, zuid: Jan van Dorp en Phillips Ariaensz, west: Aernt Ruusschen, noord: de Heerstraet. Oorspr Inv no 566, in dorso: Cornelis Aertss ende Jacob Meess huijsen, Afteromme, 20sch. Copie, in margine: habet anno 1557 Heijnrick die Waicker ende Cornelis Verburch. Habet anno 1586 Jan Jansz mandemaicker
1469-10-04 |
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 26v/Leenregister Brederode oude register fol 13v
Jaartallenindex
Reynolt heer tot Brederode beleent Matheus van Berendrecht een huijsinge ende erve in Marendorp, dat hij van sijn eygenen goet opgedragen heeft, streckende voor van der straet after an die graft, ende voirt dat erve dat leijt an die an [andere ?] sijde van die graft, streckende uter graft an Dirck Bonnen huys ende erve dat staet in St Nyclaesstege. Des behoirt die scheytmuijr die staet tussen Dirck Bonnen erve ende dit voirs. erve Matheus van Berendrecht al heel ende alleen toe. Welck huysinge ende erve voors. belegen hebben an die een side: Jan Claesz en ende mr Willem Claesz de brouwer en Jan Reijbrantsz, mit horen huijsen ende erven ter graft toe, an die ander zide: Dirck Willemsz. behoudelick dat die scheijtmuer staende after Dirck Willemsz huijs ende langes die stege ter graft toe, toebehoirt Matheus voirs alleen, ende an die selve sijde over die graft hebben dat voirs erve belegen: Jacob Brasen, Ysebrant die dreger, Claes van der Horn, Katheryn Joesten wedewi, mr Claes Stevensz, Gillis Jansz, Wouter die leidecker, Lam die Vroede ende Willem Claesz, elcx mit horen huijsen ende erven. Behoudelick dat die scheijtmuer die langes dit voors. erve gaet ende leijt ter graften toe Matheus van Berendrecht voors. al heel ende alleen toebehoort. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen. Dit goed mag nimmer van de hofstede van Brederode vervreemd worden
mannen: Jan van Lakervelt, Jan Aertsz, Willem van der Goude