15 resultaten
Petershem, van | 1387
De Raadt III p 118
Achternamenindex
Henri seigneur de Heverlé et Opluiter, chambellan héréditaire de Brabant, confirme le transport fait à Alice dame de Petershem, de "onse woeninghe, huysinghe ende hovinghe" buiten de Aedeghem poort à Malines
Giessen, van | 1366
Bijdr Hist Gen jg 1901 p267/Reg EL 5 fol 90r
Achternamenindex
jvr Beatrijs van Hontswijc wordt beleend met de ghesate huysinghe en 4 morgen land te Honswijk [ten zuiden van Woudrichem], haar aangekomen van haar vader Tielman van Uitwijck, Vastraet van Ghiessen Jansz doet "manscap" voor haar
1495-02-07 | Heemstede, Bennebroek
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 19v, 20v (fol 11)
Jaartallenindex
leenmannen oorkonden dat Bouwen Voppenzoon heeft opgedragen tbv Wolfairt Aelbrecht Symonszoonszoon, nl een camer met een boomgaert gelegen in den ban van Heemstede tusschen die huysinghe die men van Gherryt van Heemsteden pleecht te houden aen die een zijde, ende t landt daer die capelle van Heemstede op staet aen die andere zyde. Item noch 5 morgen lant in Bennenbrouck in den ban van Heemstede; 1495-02-25 (1494): koning Max. en Philips beleenen hem
daar Floris Jansz van Wyfvliet geen zegel heeft, zegelt Bruninck van Boschuysen, zyn meester voor hem
1510-05-15 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 37v
Jaartallenindex
Karel beleent Heynrick Willemsz met 8 morgen lands gelegen tussen der Sandscher wateringe ende den Gawech met allen den huysingen daeropstaende, ende de molen en twee hofsteden tot Maeslanderkerk met sulcken huysinghe als daer op staen. Hem aanbestorven van zijn broeder Cornelis Willemsz. Leen van Voorne. Tot een onversterfelijk erfleen, sonder eniche kost van heergewade. Aangezien de voorn. Heinrick Willemsz een schamel innocent is, geen verstand hebbende, heeft zijn schoonbroer Symon Adriaensz de eed voor hem gedaan (vgl 1338-01-06)
present: Anthonis Jansz, Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck, Reinier Willemsz
1493-12-27 | Heemstede
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 15v (fol 9)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips beleenen Bouwen Voppenzone met de leenen hem aan bestorven bij dode van zijn neef Jan Boudijnsz.z, nl een camer met een boomgaert gelegen in den ban van Heemstede tusschen die huysinghe die men van Gheryt van Heemstede pleecht te houden, aen die een zijde, ende t landt daer die capelle van Heemstede op staet aen de ander zijde, tot een onversterfelijk erfleen. Item noch 5 morgen lands gelegen in Bennenbrouck in den ban van Heemstede, tot een erfleen
mannen: Tielman Oom van Wyngaerden, mr Gerijt van der Nijde, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz, Willem Jacobs natuerlicke zoon van Assendelft
1478-12-12 | Noordwijk
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 35/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
Jan Duker ende Ewout Willem Bertoensz, ghebroeders, hebben vercoft den prior ende kellenaer van den cloester toe Galilea bi Monikedam een husinghe ende hofstede mit schuyr, bachuijs ende gheboemte ende mit al datter op die hofstede aertvast ende naghelvastende oec alle ander goeden die nu ter tijt op die hofstede sijn ende ons toebehoren, hoe die ghenoemt moghen wesen, mit omtrent 21 morghen lants legghende al bi een ander hofstede voers, welcke huysinghe ende landen onse vader Willem Bertoensz saligher ghedachten, ghecoft hadde yeghens Huegh van den Berch. Welke huysinghe ende landen vri ende onbelast syn na inhout der brieven die wij van Huegh van den Bercgh daer of hebben etc. Gheleghen binnen den ambocht van Noortich. Noch bekennen wij ghecoft [lees: vercoft] te hebben denselven prior ende kelnaer een stucke lants legghende an die hofstede voers ende is gheheten Valx camptgen ende is groet omtrent 8 hont ende hadde wijlen onse vader ghecoft yeghens enen gheheten Heynrick van Limmen nae inhout der brieven die wij daerof hebben. Of [lees: op] welck camptgen jaerlics staet 1 Eng nobel erfrenten ende die sullen die broeders daerop houden. Ende die broeders sullen ons van dit voers. guet ende erf gheven 1120 pont, t pont gherekent voer 15st
ondertekend: Jan Duijker Willem Bertoensz, Ewout Willem Bertoensz
1495-02-14 (1494) |
G.A. Haarlem Inv I no 2006 Lade Y/Arch Memoriemeesters Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat het gewijst is mit vonnisse der schepenen dat die schout of zijn gewaerde boode sculdich is Jan Dircxz de maetselaers tilbaer goet in behouden hand te doen tot behoef van der memoriemeesteren van Haerlem, ende dat die voers. Jan Dircsz sculdich is zijn huysinghe te ruymen binnen Haerlem, al zoet de voirs. memoriemeesters tot behoef van de memorie geeyggent ende verstaen is na den rechte van der stede ende na inhout hoere brieven die zij daerof hebben, men en mochtet weeren mit recht. Transfixen 14 Mrt en 5 Mei 1495
Geryt Luijtgensz, Jan Bruijn Harmansz ende Ysbrant van Spaerwoude, schepenen
1462-10-28 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 74v/Reg Charolais fol 38v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz beleent Dirck Claes Goutsz met een huijs met eenre berghe, met zijn toebehoren, staende op dat oesteynde van den Lombaerdschen dyck, ende oick denselver Lombaertschen dycke, van der huele die leyt an dat oosteinde voor die voirs huysinghe, streckende westwaerts an den drie dycken toe after Willem Hughensz. Hem aanbestorven bij dode van zijn vader Claes Gout, die dit alles van de heerlijkheid Putten in leen hield. Te houden tot een recht erfleen. Behoudens de here van Charolais als heer van Putten, sulke 4½£ Holl payments per jaar als men in der tijt van synen renten ontvangen sal
leenmannen van Putten: Ollairt Jansz, Pieter Walravensz
1467-04-27 |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 128/Reg Charolais fol 62v
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz beleent Koesse Dirckszoon van Riede met 10 morgen land, gelegen in den lande van Portingaill, mit huysinghe, berghe, werve ende mit der avelinghe die jegen dat land of werve gelegen is, oost: Jan van Riede, zuid: myn heer van Charolais, west: die Chartrosen bij Utrecht, streckende w.w. ut, op 3 voeten, nae Gheryt Koessens weedwi, en de kinderen Drop, van hoeren huyse, ende O.w. ut 10 roeden buyten den vorsten duerpost mit der avelinghe voirs, ende N.w. ut tot der Exselscher weteringe, naar uytwijsen van de leenbrief die hij daarof heeft dd 1457 op St Mathysavont
Jan Dedell, Joost Willemsz, leenmannen van Holland
1495-06-29 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Amstelland, Zeevang fol 8v (fol 5)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Claes Boudynsz met conditien dat wij Jacob Mertynsz, ten eygen wilden, alsulcke erve daer een huysinghe pleech op te staen, ende nu onbetimmert leijt, in onse stede van Edamme, als dieselve Jacob Mertynsz van ons ten erfleen houdende is, ons uyt zijn propere eygen goedt opgedraeghen ende overgegeven heeft den rechten eigendomme van eenen uterdyck geheten Claes Boudijnszoons uiterdyck, gelegen in de vrijheid van Edam, ende belent hebben noord: Sophye Claes weduwe, zuid: Jacob Jansz, omme van ons bij denselven Claes Boudynsz weder te ontfangen, ende te houden tot sulcken recht ende leen als Jacob Mertynsz voors. t voors. erve van ons houdt. De koning en hertog Philips geven Jacob Mertynsz het erf in eigendom, en belenen Claes Boudijnsz met de voorn. uiterdyck tot een erfleen
present: Dirck van Boneem, Jacob Meeusz, Jacob Adriaensz, Floris van Wyfvliet