Bedoelde u soms?
huijsraet | huisraet | huysmate | huyssaet | huyswaert

22 resultaten

1653-07-07

R.A.H. O.R.A. 2104 fol 75, 75v
Transportregister Egmond

jhr Gerardt van Fladderack, baillu en schout der heerlijkheid Baccum ende Wimmenom, mitsgaders burgemeester alhier, ende Harmen Harmensz, wonende te Egmond Binnen als wettige voogden over Trijn Claes en hare kinderen, transporteren aan Jacob Symonsz, duinmeier, mede wonende in de jurisdictie van de Hoeff, een huis en erf en twee croften land in de banne van de Hoeff, mitsgaders nog een huis en erf daarbij gelegen, samen belend oost: de schouheijninge, west, zuid, noord: de grafelijkheids wildernis. Mitsgaders de bruijckwaers, enich huysraet, van netten, fretten. Koopsom 2400 Kar gld; met custingbrief

borgen: Symon Cornelisz en Arien Cornelisz, vader en oom van de coper

1492-07-20 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Heusden, Altena fol 5
Jaartallenindex

ick Gerardt Folpertsz, pastoir tot Asperen, certificere ende tuyge voor die gerechte waerheijt, dat die Edele Joncheere Wessell van den Boetselaer, heere tot Asperen etc, leggende in zynen dootbedde, maer in goeden verstande wesende alst scheen, heeft in presentie van den Heyligen Sacrament, mij ende veel goede luiden gemaeckt besproocken ende beset jvr Joost Mols [boven staat: Smols] synder huysvrouwen 100 R gld sjaars zolang zij leeft uit al zijn goederen en nog 200 R gld daer zij brieven aff heeft. Item noch alle alsulcke huysraet op den huyse t'Asperen, blyckende is ende van hoer gecomen. In kennisse bezegeld met zijn opgedrukt zegel

1469-03-04 | Gorcum

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 40v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in Gorichem oorkonden dat Jan die Roije en Adriaen Hermansz van wege Lambert Molemans voorkinderen, heer Jan Moeleman, priester van wege Lamberts moelemans nakinderen, ende Yken Lamberts weduwe met haar gecoren voogd, getuigen dat zij gescift, gheloit ende ghedeelt hebben alle goeden, roerende en onroerende, die zij tesamen hebben in t scependom van Gorichem en daarbuiten. In den eersten dat Jan Lambertsz en Johanna Lambertsdochter hebben en behouden zullen half alzulken huysraet als daer was eer Lambert en Yken vergaderden mit malcanderen. Ende die ander ½ van den huysraet, mit huysinge, schulden ende onschulden zal gaen aen drien, dats te weten: Yken ⅓ deel, die voorkinderen ⅓ deel, ende die nakinderen ⅓ deel. Ende Yke zal hebben haeren huysret mit haeren kinderen die sy bewysen kan dat zij daer ghebracht heeft ende die voir haer nemen. Item voirt zo zullen Lamberts voorkinderen hebben en behouden alsulke juwelen ende cleder als tot haere doede moeder live hoirde. En daertegen zo zal Yken alsulke cleder ende juwelen als tot haren leve hoirde. Item vort zo zullen alle dese vier kinderen hebben ende behouden alzulke juwele, cleeder, harnas als haer doede vader toebehoirde. Item zullen Lamberts voirkinderen behouden alzulke brieve als Lambert hadde op Jan die Royen. Ende Yke mit hoeren kinderen zullen hebben al zulke brieve en goede als sij tot Huesen hebben. Ende hiermede verteghen zij d'een van den andere als recht is ende geloefden dat malkanderen te waren als recht is (vgl 1472-02-27)

Claes die Veer en Alairt Jansz, schepenen

1507-08-13 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 104/St Bavo Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Jan Zybrantsz de Schermer geliede dat hij om zekere merkelijke redenen en saicken hem daartoe porrende gemaect en besproken heeft in een recht testament tot een vrij eigen de parochiekerk van St Baef, al zijn goederen hetzij de huijsinge mitten erve, die hij bewoent, leggende ende staende in de Batt Jorysstraet. Noch een huijs ende een schuyr metten erve die hij heeft leggende en staende op de Voldersgraft, ende daertoe al zijn andere goederen, hetzij inboel, huysraet, tilhaef, facelment cleederen juwelen etc, door de kerk terstond te aanvaarden zonder wederseggen van zijn erfnamen (vgl 1489-04-12)

mr Reyer Simonsz (zegel: een 8puntige ster) en Herman Engbrechtsz Ramp (een molenrad), schepenen

1489-04-12 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 104
Haarlem Algemeen

schepenen in Haarlem oorkonden dat mr Jan Ysbrantsz de schermer gelyede dat hij gemaeckt ende besproken heeft tot een vryen eigen aan Fye Jansdochter, zijn natuerlicke dochter daer moeder af is Machtelt Willemsdochter, een huis en erve in de Batte Jorysstraat, an d'een zijde: Heinrick Claesz die backer, an d'ander zijde: Jan van der Bouchorst, after streckende an deselve Jan van der Bouchorst. Met alsulcker pacht als daerop staet. En daartoe al den inboel, silber,hant en huysraet die mr Jan afterlaten en ruimen zal metter doot. Sterft Fije kinderloos dan zal deze making terug vallen aan mr Jans naeste bloet en gerechte erfnamen (vgl 1507-08-13)

Loef Gerritsz van Bennebroeck (zegel: dwarsbalk, rechts boven vergezeld van een 6 puntige ster) en Willem van Loo (met zijn zegel), schepenen

1553-07-24 |

Ms Op Straten v.d. Molen III fol 926
Jaartallenindex

notaris Albertus f. Nicolai Raet instrumenteert de huwelijksvoorwaarden tussen Anthonis Gerritsz van Berckenrode, geassisteerd met zijn neef Dirck van Berckenroe, met Maritgen Adriaensdochter met haar gecoren voogd Ludolff Gysbertsz brouwer (in margine: dictus van Adrichem]. Anthonis brengt ten huwelijk: 1) een lijfrente van 20 Kar gld sjaers te zynen lyve, die Adriaen Willemsz als man en voogd van Catryn van Berckenrode hem nu uijtreijckt etc, 2) een losrente van 18 Kar gld sjaers op de stad Haerlem, 3) een losrente van 2 Kar gld 10 st jaars, 4) een losrente van 9 Kar gld sjaers, 5) een losrente van 6 Kar gld sjaers. Maritgen brengt ten huwelijk: 1) ½ van een huijsinge mitten erve opt Spaerne, 2) ½ van een losrente van 6 Kar gld sjaers op te voorn. Ludolph Gijsbertsz, 3) ½ van seeckere inboel ende huysraet

Bennebroek, van | 1489-04-12

Inv Kerkvoogdij Haarlem 104
Achternamenindex

Loef Gerytsz van Bennenbrouck en Willem van Loo, schepenen van Haerlem oorkonden dat mr Jan Zybrantsz, de schermer gemaect, gegeven ende besproken heeft tot enen vrijen eigen Fije Jansdr , sijn natuurlijke dochter, daer moeder of is Machteld Willemsdr een huijs met erve in de Batte Jorysstraat, tussen Hendrick Claesz de backer and een zijde; Jan van der Bouchorst an de ander zijde, after waerts streckende an deselve Jan van der Bouchorst, als zulke pacht als daarop staat. Ende daartoe alle inboedel, tilbaar ende huysraet, die de voornoemde mr Jan achterlaat en mettertijd ruymen zal. Sterft zij echter kinderloos dan zullen huis en erve, inboedel etc terugkeren naar mr Jans naaste bloet ende gerechte erfnamen.

Haarlem

1500-02

folio 67v LV, LVI 1498-1501
Transportregister Haarlem

Aechte Diricsdochter Florys Jansz weduwe en haar dochter Clare Florijsdochter met haar zoon Arys Dircsz als voogd, lijen dat alle de huysraet ende roerende goeden, die Dirc Florysz, hoir zoen en broeder, op ten dach van huyden bezit, haer alleen toebehoren, sonder dat zij yet daervan behouden zoe als zy van een gesceyden zijn, ende dat hoer na hem genomen hebben ende scelden hem daarom geheel en al daerof quijt

1500-01

folio 62v LI, LII 1498-1501
Transportregister Haarlem

Guert Gerytsdochter Nanninck Willemsz weduwe met haar zoon Willem Nannincxz als voogd, draagt op aan Garbrant Arysz de wever, haar zwager en dochter man. Eerst een huijs en erve buiten Schalkwykerpoort, an d'een zijde: Frans Ghijsen, an d'ander: Diert Jacobsz, afterwaerts streckende an deselve Frans Ghijsen. en daartoe al haar inboedel, huysraet etc die zij nu ter tijt heeft. Ende dat voor de houdinge die deselve Garbrant Arijsz, hoir zwager, haer geloeft heeft te houden binnen sijnen huijse, haar leven lang, in cost, cleren etc

1440-11-04 |

Memoriale Rosa dl VI no 384 p 546
Haarlem Algemeen

hertog Philips schrijft aan de regering van Haarlem dat hij een klacht ontvangen heeft van Jan van Poelgeest, schout in Texel, dat deze op bevel van vrouwe Margriete van Bourgondië verkocht heeft alle goederen van Florys van der Boechorst daar deze haar ondersate was en op Texel gestorven was en zijn wijf en erfnamen zijn erfenis niet aanvaard hebben. Diensvolgens had de voirs. schout o.a. een huys en wat huysraet te Harlem, toebehorende aan Floris, doen verkopen. Dirck Albout, poorter van Haarlem, komt nu met een schuldbrief op Floris voor de dag en wil deze verhalen op het verkochte huis, zeggende dat het transport daarvan voor schout en schepenen van Haarlem had moeten plaatsvinden. De Raad wijst dit af, de desbetreffende passage in de handvesten van Haarlem heeft een andere betekenis. Dirc Albout zal zijn vordering noch op het huis noch op de weduwe van Floris kunnen verhalen. De Raad beveelt aan de regering van Haarlem om de koper van het huis in het rustig bezit ervan te laten