Heukelom, van | 1514-07-05~

A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 afd 2 no 25

Achternamenindex

Heijnrick van Heuckelom, exploictier, impetrant van zekere mandemente van de Hove van Holland op en jegens Pieter van Ghent,gedaichde ende deffaillant, roerende zekere vactien ende dachghelden bij den impetrant geeyscht, gevaceert ende verdient als exploictier int sommeren ende executeren den voirs. deffaillant tot versoucke van Jan van Oudtheusen, bedragende 26 Rinse gld. Het Hof versteckt gedaagde van alle exceptien en veroordeelt hem tot betaling van genoemde som

1514-04-08 |

A.R.A. 488 no 187/Sententiën Hof van Holland

Haarlem Algemeen

Pieter Diericxz van Ylpendam impetrant in cas van reformatie contra Frans Jacobsz de Witte roerende van een vonnis gewezen door het gerecht van Haarlem 1506-05-30 en het tweede van 1506-12-19. Het Hof bevestigt het vonnis

1517-02-20 (1516) |

A.R.A. 490 no 228/Sent. Hof van Holland

Jaartallenindex

Ysbrant Holesloot impetrant in cas van reformatie, wegens een vonnis gewezen door het gerecht van Amsterdam, contra Jan de Witte, ter cause van 80 Philip. gld en 6 ½ Ryns gulden, die de gedaagde sustineert den voirs. impetrant geleent te hebben op condicie dat de impetrant hem dairvoer zoude besorgen 60 oude cronen te Rouselle, alsoe hij in Bruwaets [?] zeylen om zout te koopen, welke penn. hem niet betaelt en waren. De impetrant beweert echter dat alle schulden vereffent zijn. Het Hof bevestigt echter het vonnis van het gerecht van Amsterdam dat den impetrant in het ongelijk stelde

1525-02-25 (1524) |

Arch Marquette 1076 fol 47v 17e eeuws afschrift

Jaartallenindex

in der saeke, hangende voor den Hove van Hollandt, tusschen Willem van Ruynen [Ruyven ?], impetrant aen de een zijde, Symon Janse, Jacob Willemsz, waarschappen van Assendelft voor hun selfs ende in name van de gemeene bueren aldaer, gedaegdens aen de andere sijde: de voors. impetrant allegerende dat die tienden in den bedrijve van Assendelft te leen gehouden worden van den Grave van Egmond, van welke tienden des impetrants ouders ende voorsaten altijts te leen ontfangen hadden, de eene helft van den Grave van Egmond, onder behoorlijck verlij ende investure, en de andere helft behooorde tot Albregt van Egmont, dewelke helfte van Albregt voirs. de impetrant verkregen hadde, soe dat hem alle die tienden toebehoorden en die al meer dan 40 jaar lang verhuurd werden. Gedaagden antwoorden dat de impetrant sekere jaren ontfangen hadde die koorntienden, of langsaettienden doch niet die van 't rontsaet als van rapen, hennip ende diergelijcken die hij impetrant in geen 40 jaar ontvangen had. Het Hof aboslveert de gedaagden, mits zij den heer van A. de korentienden betalen en veroordeelt de impetrant in de kosten

1517-02-21 (1516) |

A.R.A. 490 no 230/Sent. Hof van Holland

Jaartallenindex

Thyman van Waveren, impetrant, en de procureur generaal met hem gevoegd, contra Lodewyk van Treslonge, gedaichde mitsgaders heere Cornelis Crusinck, ridder, houtvester van Hollant, gevoechde voor zijn interest. Contenderende de voors. impetrant gespolieert te wesen bij den gedaichde van zekere connijnen behoerende in de duynen die voors. impetrant van Z.M. in pachte heeft, eysschende voir scade ende interesten 20£ gr tot zynen prouffyte, ende dat bij provisie gedaichde geinterdiceert soude wesen eenige netten te stecken buyten zijn eygen duynen. Houtvester eischt dat de zaak gerenvoyeert zal worden aan hem en zijn meesterknapen. Het Hof renvoyeert de zaak en partijen voir den voors houtvester en zijn meesterknapen, en condempneert impetrant in de costen

Saij | 1517-02-04 (1516)

A.R.A. no 212 Sententiën Hof van Holland 490

Achternamenindex

Willem Kerstantsz [bezitter van Poelenburg] contra Adriaen van Egmond, vervangende zijn broers en zuster, als erfgenamen van wijlen heer Otte van Egmond, allegerende voors. impetrant dat hij omtrent 18 jaar geleden gekocht had van deze heer Otto bij akte van condempnatie van desen Hove, een rente van 1£ Holl, te lossen de penning 18, verzekerd op zekere goederen gelegen in Heemskerk, toebehorende aan wijlen Philips Say [goed de Vlotter in Noorddorp], wiens goederen geconfisqueerd zijn geweest, zodat de voors. impetrant geen betaling had kunnen krijgen. Eiser verzoekt nu executie op de akte van condempnatie van 1500-02-12 (1499): het Hof verleent hem die en veroordeelt gedaagde in de kosten

Heemskerk, de Vlotter

1517-04-04 (1516) |

A.R.A. 490 no 304/Sent. Hof van Holland

Jaartallenindex

Jeroen van der Bouchorst contra Daniel Diricxzoon. Impetrant eischt 2 £ grooten die hij zeijde him te gebrecken an den gedaichde ter cause van 18 mergen lants bij den gedaichde gehuert van den impetrant. Het Hof verwerpt de door gedaagde opgeworpen exceptie en beveelt dat hij ten principale zal antwoorden

1538-03-14 (1537) |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 10, 15

Jaartallenindex

in de zake hangende voor den Hove van Holland tussen mr Lievin van Burch als man en voogd van jvr Wilhelma van Adrichem, impetrant in rau actie aan de ene zijde, ende heer Gheryt van Assendelft, eerste Raad presiderende, ter andere zijde. Aernt van Adrichem hield in zijn leven van de grafelijkheid in leen 2£ gr Vls per jaar uit de domeinen van Beverwyck, nalatende zijn zoon Pieter van Adrichem en zijn dochter jvr Wilhelma voors, en o.a. goeden het voors. leengoed hetwelk Pieter aanvaard en daarna verkocht had aan gedaagde, nog geen jaar geleden. Impetrant wenste daarop van zijn recht van naasting gebruik te maken, doch gedaagde weigerde. Impetrant had de coopsom, 50£ gr Vls, in de griffie geconsigneerd. Gedaagde stelt dat Pieter "deur faute en gebrek aan gelde" gepresenteerd had de rente aan impetrant te verkopen, hetgeen impetrant geweigerd had, en daarna de rente verkocht had aan gedaagde. Het Hof condemneert gedaagde om de impetrant zijn naastingsrecht te laten uitoefenen. Volgens deze sententie wordt jvr Wilhelma van Adrichem op 1538-11-28 door de keizer beleend met 12£ Holl per jaar uyt onsen renten van Wyck. Onversterfelijk erfleen. Te houden zoals heer Gerrit heer van Assendelft bij overdracht door Pieter van Adrichem te houden placht. Haar man mr Lievin doet de leeneed voor haar

heer Jan van Duvenvoorde, here tot Warmond, ridder, Abel van Coulster, ridder, mr Joost Sasbout, mr Nicolaes Nicolai, mr Willem Pynsz, mr Guillam Zeegers, mr Maerten van Naerden, raadsluiden van Holland, get. R. Steijnemolen; 1538-11-28: Cornelis Barthouts, mr Nicasius Hanneman, Jan Hanneman, Willem Criep

Brederode, van | 1665-11-16

Schepenrol Egmond Inv 2086

Achternamenindex

Jacob Walichsz van Bredenroode, impetrant van executie, contra al degenen die enig recht menen te hebben op het huis en erve van Maritgen Ariens weduwe van Cornelis Claesz backer staende te Egmond op de Hoef. Ook 1665-12-31, 1666-01-20, 1666-02-17, 1666-03-17, 1666-04-21

1513-07-18 |

A.R.A. Sententien Hof van Holland no 488 no 24

Jaartallenindex

proces voor het Hof tussen Lourys Heynenz Stierman, impetrant tegen Pieter Michielsz, Adriaen Drouen (?) Cornelie Jacob Moenszoons weduwe, gedaechden, ter andere zijde, die voirs. impetrant contenderende omme van de voorsz. gedaighden als pachters ende besitters van sekere negen gemeten lants gelegen in Cloetwijc, hem aenbestorven bij doode van Hughe Adriaensz Spaen betalinge te hebben van de verschenen pachten