1497-06

folio 74 LXVI 1495-1498

Transportregister Haarlem

de H. Geestmeesters zijn schuldig heer Adriaen Claesz, priester, 10 R gld jaerlicxe lyftocht voor zijn leven

1487-04

folio 70 LXIII 1486-1489

Transportregister Haarlem

Jan Jacobsz is schuldig Jan Jansz Coster en zyn dochter Katryn 2 R gld sjaars jaerlicxe lyfrenten hoir beyder leven lang

1600-05-18 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 118

Jaartallenindex

schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Gerrit Yffsz erkent schuldig te zijn aan Marytgen Allertsdochter, weeskint van wijlen Allert Yvesz, van Alckmaer. Dirck Pietersz bouckebinder als voocht de somme van 100 Kar gld t hooft gelt, jaerlicxe losrenten, rentende 8 Kar gld per jaar. Stelt tot hypotheek een stuk land genaamd "de Oort", groot 2 morgen, zuid: de Harde ackers, oost: die ooster meere, west: die wester meere

Reyer Cornelisz, schout, Jan Cornelisz Schoorl en Claes Jacobsz Spierdijck, schepenen

1488-01-24 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

scepen in Monikendam oorkonden dat Florijs Jan Symonsz erkent schuldig te zijn voor hem en zijn nakomelingen, Baernt Florisz een jaerlicxe rente tot pachte 2 coopmans Rynse gld ut syn huis ende erve daer hi nu ter tijt in woent, gheleghen in die Kerckstraete, belend oost: Gheertruut Lambertsweduwes huis, west: Jancke Buijs kinderen huus. Welk huis ende erve Florys voers. ghecoft heeft van Baernt voers. (vgl 1508-02-20)

Jan Jansz ende Reijer Jansz, schepenen

1567-02-28 (1566) |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 33

Haarlem Algemeen

Lysbeth Jansdochter weduwe mr Cornelis van Alckemade, in zijn leven pensionaris der stad Haarlem, met Nicolaes van der Laen, burgemeester deser stede als haar gecoren voogd, erkent schuldig te zijn aan Claertgen Corsdochter deszelfs mr Cornelis' moeder een jaerlicxe losrente van 33 Kar gld sjaars. Losbaar met 500 gld, uit oorzaak van uytcoop van de nagelaten goederen van wijlen mr Cornelis van Alckemade, des voorn. Claertgen Corssdochters overleden zoon

1475-03-04 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 37

Jaartallenindex

Meeus Kerstansz, scout in Bercouwe, wij hiemraets in denselven ambacht, oorkonden dat Herman Claesz liede ende verwilcoerde dat hi sculdich is Hillegont Florisdochter 15 gld sjaers an jaerlicxe renten op sijn 12 ½ morgen lants gelegen in den Afterbroeck, belend oost: Claes Hermansz, west: Gherit Aelbrechtsz. Ende noch op 14 morgen lants gelegen in denselven ambacht, belend oost: Gherit Aelbrechtsz, west: Jan van Riebeecks lant. Ende noch 8 morgen in denselven ambacht, oost: Jan van Riebeecks lant, west: Aernt Jansz. Losbaar den penning 15. Daar heemraden zelve geen zegels hebben, zegelt de schout voor hen

Hughe Willemsz, Jan Willemsz, Goesen Willemsz, Goesen Lauwensz, Aernt Jansz, Ghijs Gheritsz ende Claes Dircxz, heemraden

1532 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1113

Jaartallenindex

Eerst Taets van Amerongen oorkondt: Alsoo ick voor mijn here den Domproost van Utrecht ende voor manne van leen een plecht gedaen hebbe Splinter Utenham an seeckere jaerlicxe losrenten uttet goet tot Rijebeeck gelegen bij Wijck, ende soo Cornelis die Ridder, mynen swager voor mij geloeft ende borch geworden is voor seeckere lyftocht van mijn huysvrou". Eerst verklaart Cornelis hervoor schadeloos te houden en verklaart zich voldaan "van alle alsulcke medegave ende lofte alse mij eertijts mit joffr. Belie mijn huysvrou Jan die Riddersdochter in hylicxse voerwaarden geloeft ende gegeven mach wesen", en scheldt de erfgenamen van Jan de Ridder deswege quijt

1583-02-12 |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl I Inv 819

Jaartallenindex

mr Johan van Oudebernevelt, pensionaris van Rotterdam, verkoopt aan de H. Geest in den Hage een losrentebrief van 18 Kar gld 15st, verzekerd op een erf in Dirck Langitgenssteech in Delft. Transfix van 1559-07-20, waarop in dorso staat: up huyden den 11e Maart 1585 zoe is bij Herman Helynsz als curateur van de boel van Fransken Cornelisdochter, die weduwe was van Govert Ysbrantsz tot Delft, afgelost de jaerlixe rente uit witte van desen geroirt de hooftsomme van 9 gld jaerlix, beloepende deselve hooftsomme 144£ tot 40 gr per pond, zodat de jaerlicxe rente maer en blijft 9 gld 15 st (vgl 1559-07-20)

1607-06-27

R.A.H. O.R.A. 2099 fol 15v

Transportregister Egmond

schout en schepenen oorkonden dat Gerrit Claesz ende Aelbert Aeriaensz van de Nol, gebroeders, erkennen verkocht te hebben aan Andries van der Horst, poorter van Haarlem, 18 Kar gld 15st jaerlicxe losrente, losbaar met 300 Kar gld. Gerrit Claesz verbindt hiervoor twee crooften lants tot Egmond Binnen aen een, groot tesamen 2½ morgen, oost: Symon van van Veen, zuid: Frederick Cornelisz Kinnemans, west: Gerritgen Jansdochter erfgenamen, noord: de wildernis van de Grafelijkheid van Egmond. Aelbert Ariaensz stelt tot onderpand ½ van een stuk lands leggende tusschen Rinnegom ende die Hoeve, groot in het geheel 5 morgen, genaempt "Tyt Verdrijff", oost: Pieter Gerritsz [Louwen], west: die wildernis, zuid: de Gaeijl croft, noord: Luijtgijs laen (vgl 1607-02-28 en 1607-02-20)

Loeff van Harlaer, schout, Albert Cornelisz Ridder en Jacob Cornelisz, schepenen

1555-09-26 |

G.A. Haarlem Cartul Leprooshuis N 184 fol 102

Jaartallenindex

Jan Claesz, schout in den ambacht van Lisse, oorkondt dat Vranck Dirricxz, buyerman in het voorn. ambacht, bekende verkocht te hebben aan Wollewyn Floriss, zijn wijfs oome tot Haerlem, een jaerlicxe losrente van 35 Kar gld, ende datter cause van 700 Kar gld, daervan die eerste renten verschijnen op St Lucasdach anno 1535 binnen staende cruysse. Losbaar met 700 Kar gld. Voor de betaling stelt hij tot onderpand een woninge daer Ysbrant Rijckenz nu ter tijt op woont, groot 5½ morgen, gelegen in het voorn. ambacht, belend noord: Trijn Theeus Claesz weduwe, Jeroen Jorisz, Adriaen Winsz ende t Sgravelandt aen die zuidoostzijde, Pouwels Aelbertsz an die zuidwest zijde, Heynrick van Wamelinge met Pouwels Aelbertsz, aen die noordwest zijde die wildernisse (vgl 1581-03-07)

tuygen en buyeren: Pieter Cornelisz en Adriaen Matheusz