28 resultaten

Arkel, van | 1414

Stadsrekeningen van Nijmegen dl I p 57
Achternamenindex

"onsen joncheren van Arkell doe hij van boven quam geschenct een gelaeck, van beveel des Raits, vz 11 £ 9 st 4 d"

1393-06-16 |

R.A.H. Coll Aanw 65 fol 106/Mem B.D. fol 70
Haarlem Algemeen

item sekerde an myns joncheren hand tot myns heren behoef Jan Lottijnsz ende Jan Vlas, dat si den wisel te Haerlem bewaren souden, ende daarin wisselen mit alsulcken paymente ende doen in alre maniere als die brief van den paymente inhoudt, ende dat si nergens bulyoen leveren en souden dat tot myns heren munt

Haestrecht, van | 1355

Dr Waller Zeper: Jan van Henegouwen Heer van Beaumont p 478
Achternamenindex

dit is mijns joncheren [van Bloys] land bi der Goude, verhuurt op Bamisse van den jaer 55, voort tot 6 jaeren toe. Dat veerstallant tot Haestrecht, Pouwels heer Dircsz van Arkel, ten erfpacht, om 30 sc

Arkel, van | 1356 (1355)

Dr Waller Zeper: Jan van Henegouwen Heer van Beaumont p 478
Achternamenindex

"dit is mijns joncheren [van Bloys] land bi der Goude, verhuurt op Bamisse van den jaer 55, voort tot 6 jaeren toe. Dat veerstallant tot Haestrecht, Pouwels heer Dircsz van Arkel, ten erfpacht, om 30 sc"

1636-03-17

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 195v
Transportregister Egmond

Jan Adriaensz vercoopt de edele joncheren Cornelis en Willem van Mijerop een stuckje erfs gelegen achter de voorn. Jan Adriaensz huys, beginnende van de thuyn van Dirck Theunisz tot de hoeck van Leendert Aelbertsz Schotten erffs, belend zuid: Dirck Theunisz tuijn, nu mede bij de voorn. joncheer gecoft, noord: Leendert Aelbertsz Scotten, belast met 9 st 8 penn per jaar erfpacht

1483-11-29 |

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 3
Jaartallenindex

gasthuismeesters tot Asperen hebben mynen joncheren upgedragen ende overgegeven 5 morgen lands in de heerlijkheid Asperen in Reijer Louwen vierdel op den ned [er ?] wal, Adam van Malsen boven die selve hoeve, ende Godden hoeve aen de nederste zyde naest gelegen, gelyck die den gasthuys voors. aencomen waren van Pouwels van Houweningen. Vervolgens wordt Peter van Hemert beleend

Wember Aertsz en Gheryt Korstensz, gasthuismeesters; mannen: Aert Willemsz en Jan Ottensz

Joncheer | 1344-03-21

Cartul Marienweerd no 535, 536
Achternamenindex

voor schepenen in Beest hebben Corstine ts Joncheren en haar zoon Peter gegeven en opgedragen aan heer Vrederic parochiaan van Beesd, tot papelijke provende, een halve hofstad, waar Jan die Joncheer in verstarf, gelegen in Beesde op het Sant, tussen de gemeente rondom en omme aan de dijc

schepenen in Beest: Goswijn Meusz en Ghysbrecht van Deyle

Hase, de | 1394, 1395-1396

Rek Baljuw Rijnland 1394 fol 6 p 52, 1395 fol 7v p 71
Achternamenindex

Jan de Hase, den welboeren kemp, van synen wedden 24 £ en van sinen roc 50 sc, van één jaar ende doe hi eerst quam hem ghegheven bi myns joncheren bevelinge van Arkel 5 £, maect 31 £ 10 sc; 1395-1396: Jan die Hase myns heren kemp voor zyn weden 14 £ 16sc

Koevoet | 1380-1390

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 2 p 195, 201, 204
Achternamenindex

klachten van de heer van Vianen tegen de heer van Arkel: - item ontbruyct die joncheer van Aerckel Dirc Heinricsz 7 morgen land, dat Gheryt Coevoet doet van des joncheren wegen, daer Dirc voors geschaad werd 20 Dordr gld; -item soe neemt die joncheer van Arkel Gheryt Coevoets Woutersz 14 morgen etc. - Wouter Coevoet 12 morgen, van elke morgen 7 gld

1463-07-06 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 87/Reg Charolais fol 44v
Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt: alsoe Robbrecht van Dronghelen Pietersz myn genad. heren van Charolais met een supplicatie te kennen gegeven heeft, hoe dat wijlen joncheer Jacob heer tot Gaesbeek, tot Put ende tot Stryen, mit zynen brieven gheoorloift hadde, dat soe wanneer Henrick van Dronghelen, zyn broeder, voor hem quame en overgave tot synre behoef, die twee tiende nvan Biervliet ende Vrieslandt, gelegen in den lande van Putten, die hij van hem als here van Putten in leen hield, dat hij hem dan die verlijen en verlenen sall ende hem dairaff brieven geven. Ende hoewel dat zyn broeder Hendrik van Drongelen dat alsoo voir mynen joncheren gedaen hadde, soe en hadde hij tot noch toe geen brieve van verlijinge kunnen krijgen, hoewel hij er tot veel stonden om gevraagd hadde, hoewel hij nochtans de tiende gebruicte en besat. Hij verzoekt nu wederom belening. Ende want Robbrecht de brief vertoond heeft en ook de possessie van de twee tienden uitgenomen ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel die Robbrecht reeds bij tyden myns joncheren van Gaesbeek overgegeven heeft, ende op dese tijt bruyct en te leen houdt een genoemd Jan Vastairtsz. Zo is het dat ik nu Robbrecht van Drongelen beleend heb met de twee tienden van Biervliet en Vryesland, uitgenomen ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel als voors. is. Te houden tot een erfleen, leen van Putten

present: Symon Vrederick, leenman van Charolais, Jan van Zwieten, leenman van Holland, bij gebreke van leenmannen van Charolais