17 resultaten
1545-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Sticht, Woerden, Gelre fol 72v, 73v
Jaartallenindex
Laurens de Voocht van Rynevelt wordt na dode en makinge van zijn vader Vrederick de Voocht van Rynevelt beleend met: 1) 8 morgen gelegen in Bulwijck in het land van Woerden, wyleneer beleend oost: Beuckel van der Haer, west: Herman Jansz en Aernt van den Meije, 2) 4 morgen in Diemerbrouck, streckende van Waarder lantscheijdinge tot aen den Achterdyck, boven: die heren van St Pauls te Utrecht, beneden: Jan Heindricxz, onversterfelijk erfleen. Als zijn gemachtigde (procuratie dd 1545-04-21) doet Adriaen de Lavelle de eed voor hem. Op 1545-04-21 geeft Lourens de Voocht van Rynevelt voor mij Cornelis Barthouts, griffier v.d. leenhove van Holland, volmacht op Willem van Criep Pietersz en Adriaen de Lavelle, procureurs postulerende voor den Hove van Holland (vgl 1536-05-20)
leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem van Criep, Jan van den Woert, Anthonne Lebucq
1544-01-14 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Vriesland fol 53
Jaartallenindex
Laurens Gerritsz van Voshol droeg voor stadhouder van lenen op tbv Adriaen van Lavelle, procureur postulant voor den Hove van Holland, op een huys en erve staande binnen onser vrijheid van Alckmaer, streckende vooraen die oude sluyse ende achter aen de nieuwe sloot, op die een zijde: Pieter Roelofsz erfgenamen, andere zijde: Jan Smit en Claes Duijtsch. Tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Nicolaes Barthouts
1609-06-12
R.A.H. O.R.A. 2099 fol 44
Transportregister Egmond
schout en schepenen oorkonden dat Adriaen Olbrantsz, poorter van Alkmaer, erkent verkocht te hebben aan Tryn Jansdochter, weduwe van Quirijn Reyersz Lavelle en haar kinderen, een stuk land in de Egmondermeer, gecomen van het graafschap van Egmond, genaemt "het Middelstuck", groot 860 roeden, oost: de molentocht, west: Joost Buijcken erven tot Amsterdam, zuid: Pieter Olijffsz, noord: Aelbert Willeboortsz c.s.
Loeff van Harlaer, schout, Aelbert Cornelisz en Aelbert Aelbertsz, schepenen
1545-12-02 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 430-435, 436
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen en Adriaen van Egmont oorkonden dat zij tesamen verkocht hebben aan Margriete Jacob de Conincksdochter, weduwe van Eeuwout Lievensz van Hoghelande, een jaarlijkse, eeuwige en erfelijke rene van 150 Kar gld van 40 gr Vls per stuk, losbaar met 2400 Kar gld. Als iemand van beide partyen deze rente wil lossen dan moet de hoofdsom "besteld" worden te Middelburch. Zij beloven jaarlijks de rente in den Hage te doen beschicken, en bij gebreke daarvan zal jvr Margriet een bode mogen zenden naar hun rentmeesters. Deze bode zal dan 10st per dag ontvangen totdat de rente betaald is. Het gestelde onderpand, zie vorige akte. Gerrit here van Assendelft stelt zich borg voor Cornelis van Bergen, en Cornelis belooft hem schadeloos te houden, met als onderpand zijn bezittingen. Zij geven volmacht aan Willem van der Criep, Cornelis van Haaften en Adriaen van Lavelle, procureurs, om namens hen den keizer confirmatie te vragen. Op 1545-12-14 geconfirmeert door de keizer
leenmannen: mr Hypolitus Persyn, onse Raad en Proc. Generaal, Adriaen van Crimpen, baljuw van Rynland, Jan Oom van Wyngaerden
1540-12-09 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 34-37, 39
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, bisschop van Ludick, hertog van Boulion, grave tot Loen, here tot Zevenbergen etc. oorkondt dat hij verkocht heeft aan jvr Josyne van Assendelft, weduwe van Steven van Zuylen (opschrift: heer van den Zevender) een jaarlijkse rente van 75 gouden Kar gld, losbaar met 1200 Kar gld, speciaal verbonden op zijn goeden tot Eemskerke en Etershem. Hij geeft vervolgens volmacht aan procureurs postulanten voor den Hove van Holland om jvr Josina in deze rente te bevestigen en tekent en zegelt de akte. Op 1541-01-13 oorkondt de keizer dat Adriaen de Lavelle, gemachtigde als voren, hem deze rente tbv Josina van Assendelft, weduwe van Steven van Zuylen heer van Zevender opdroeg, en dat hij haar daarmede beleend heeft, verzekerd op de heerlijkheid van Noordeloos, Heemskerk en Etershem en op alle des heren van Zevenbergen's goeden. Haar zoon heer Dirk van Zuylen, heer van Zevender, doet hulde voor haar. Op 1640-11-28 afgelost door den advocaet v.d. Meer v. Berendrecht als executeur test. van de overleden heer van Marquette en derhalve geroyeert, griffier Gool
procureurs postulanten: Willem van der Criep, Cornelis van Haaften, Adriaen van Lanelt en Jan Jansz mette kinderen; leenmannen: mr Jan de Jonge, griffier van Holland, Cornelis Barthouts, Jacob van Boschuysen
1541-02-09 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 155, 157v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, heer tot Zevenbergen, Grevenbroeck, Heeswijk, Melin, Vorselare, Rethie, Lichtert, Noordeloos, Nieucoop, Heemskerk, Oosthuizen, Ter Schellinge verkoopt aan de eersame Dirk van Assendelft (opschrift: heer van Bysoyen) 20 bunre lands gelegen in onsen lande en heerlijkheid van Zevenbergen, elke bonder tot 1½ morgen lands gerekt, te weten in onsen lande t welck noch onbewinterdijckt ligt etc. Koopsom 4000 Kar gld. De twintig bunre voors. te vertynsen met een erfchijns van 3 gr Vls. Waarborg: de heerlijkheid Zevenbergen. Hij verzoekt de keizer deze verkoop te approberen, en geeft volmacht aan Willem van der Criep, Adriaen van Lavelle en Jan mette kinderen, procureurs in den Hove van Holland, de benodigde stappen daartoe te doen. Op 1541-02-17 compareert voor de stadhouder van lenen Adriaen de Lavella, procureur-postulant voor den Hove van Holland, namens heer Cornelis voors. en stelt tot waarborg voor Dirk van Assendelft heer van Besoyen, onse schiltknape, ter vrijwaring voor de koop die laatstgenoemde gedaan heeft van 20 bunder lands, de heerlijkheid Zevenbergen, hetgeen thans geconfirmeerd wordt
1541-06-15 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 174v, 177v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, heer tot Zevenbergen etc oorkondt dat hij Geertruyd van Berghen, wijlen onse bastaartsuster, in wettige huwelijk gegeven hebben [met ?] Oth van Assendelft, soon van heer Floris van Assendelft, heer van Goudriaen etc, ridder. Hij had haar in huwelijksvoorwaarde beloofd een jaarlijkse rente van 250 Kar gld, losbaar den penn 20, makende 5000 Kar gld. Hun zoon Cornelis van Assendelft heeft Cornelis deze 250 Kar gld per jaar bewezen: 1) voor ½ op zijn heerlijkheid, domeinen, goeden en renten van Nieucoop, 2) voor ½ op zijn heerlijkheden, goeden, renten en incomen van Noordeloos en van Slingelant, onder allerlei bepalingen. Hij geef volmacht aan Willem van den Criep, Adriaen van Lavelt en Jan met die kinderen als zijn procureurs om deze renten te verheffen en approbatie van de keizer te verzoeken. Op 1541-07-15 verzoekt Adriaen de Lavelle als procureur van heer Cornelis van Sevenbergen confirmatie op de vestiging van deze rente, waarna Cornelis van Assendelft hiermee beleend wordt. Daar hij nog onmondig is, doet zijn vader Oth van Assendelt de leeneed voor hem
leenmannen: heer Zegelyn van Alveringen, heer tot Hofwegen, ridder, mr Jan van Utrecht, Cornelis Barthout Jansz, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq
1544-11-24 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 387v
Jaartallenindex
regering der stad Antwerpen oorkondt dat Pieter van Halmale, oud-schepen deser stad, gecommitteerd totten ontfangen van den imposten ter fortificatien deser stad, verklaarde dat op hem en zijn oudste broer Janne van Halmael, bij dode van hun oom Jasper van Everdingen, gedevolveert sijn diverse goede, o.a. op Janne zekere leengoedern in Holland en Zeeland, leen van de grafelijkheid. Ende want deselve Jan syn broeder overlange tydt zijn residentie gehouden heeft ende alsnog houdende is in de eylanden van Canarien, ende alsoo buyten lants is, zo is zijn gemachtigde zijn neef Pieter Halmale, wonende in den Hage, om zijn goederen te verheffen. Vervolgens geef Pieter volmacht aan mr Philippe van Uytwyck, secretaris van de keizer in den Rade van Holland, Frans Huybrechtsz, Cornelis van Haaften, Adriaen van Lavelle en Barent Rensinck, procureurs in den Rade, om te resumeren nae de retroacten ofte van nieus te intenderen alsulck proces als wijlen Jasper van Everdingen jegens den voors. Procureur Generaal voerde ter cause van leengoederen uyt staende ende toe doene gehad heeft of namaals te doen sal mogen hebben. Voorts stelt Pieter personen aan om zijn broers zaken te behartigen (vgl 1545-08-06)
1545-06-13 |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput Z.H. origineel fol 70 Caput N.H, copie fol 440
Jaartallenindex
chynsbrieve van Kornelis van Berghen, here van Zevenbergen etc: van wege grote lasten van dykage in het land van Zevenbergen verkoopt hij aan Aelbrecht ende Heinrick van Deventer, wonende te 's-Hertogenbosch, 77 bunder 306 roeden 6 voeten lands in het land van Bloemendale in het land van Zevenbergen gelegen, van de oostzijde van jhr Dirck van Assendelft streckende over enen deurgaenden wech al tot den weg van Sprange, noord: die Cadyk, zuid: comende tot der gebuur land. Salvo dat binnen middelen van desen syn gelegen zekere 28 bunder land toebehorende den heer van Mall. Hij verklaart zich betaald. Ende daerenboven om en mits een jaarlyxen erflyken cyns van 1st op elke bunder, te samen 77st 3 oort te betalen aan de rentmeester van Zevenbergen. Cornelis transporteert deze goederen dus aan Aelbrecht en Heynrick van Deventer als vrij cynsgoed en behoudt zijn jurisdictie van hoge-, middele- en lage en de heerlijke tienden. Hij belooft vrijwaring en stelt tot onderpand de heerlijkheid Zevenbergen. Als gemachtigde stelt hij mr Adriaen de Lavelle, procureur en Wolter Schellens, residerende tot 's Hertogenbosch. Gegeven op onse slot en huize van Zevenbergen (vgl 1545-11-27)
1545-11-30 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 93-96v
Jaartallenindex
Cornelis van Bergen, here van Zevenbergen etc oorkondt dat hij bij brieven dd 1541-06-15 om te volcomen en voldoen zekere huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen jhr Ott van Assendelft en Geertruid van Bergen, onse natuerlijke zuster, in dato 1538-11-03, geconstitueerd hebben, Cornelis van Assendelft, joncker Ott's zoon, geprocreert bij Geertruid, een rente van 250 Kar gld per jaar, ter lossing den penning 20, verzekerd op onse heerlyckheden en domeinen van Noordeloos en Nieucoop, onder conditie dat joncker Otto gedurende zijn leven heffer van de helft zou wesen en Cornelis van de andere helft, bedragende 125 Kar gld in betaling waarvan Cornelis de jaren 1538-1545 ten achteren is, en hij aan hem nog 150 Kar gld die wij tot onsen laste genomen hebben tot ontlasting van de gravinne van Hoorn, onse nichte. Hij is dus nog schuldig aan Cornelis van Assendelft, die nog een weeskind is, 1150 Kar gld. Hij verkoopt hiervoor een losrente van 72 Kar gld, losbaar met 1150 Kar gld, onder verband van genoemde heerlijkheden Noordeloos en Nieuwcoop. Daar dit lenen zijn van de grafelijkheid machtigt hij Willem van der Criep, Cornelis Herpersz van Haeften en Adriaen van Lavelle, procureurs, om deze belasting te effectueren. Gegeven op onzen huyse tot Eemskerke (vgl 1545-12-14)