9 resultaten
1475-10-02 | Heiloo
Cartul Reg St Jan fol 103v
Jaartallenindex
ic Geryt van Stienvoorden oorkondt: also die edele ende vermogende heere Johan jonge heer tot Egmonde tot zonderlinge bede ende begeerte van broeder Jan van Beerhem, prior tot Nasaret bij Bredervoirde, die als navolger des leengoets hem angecomen van meister Geryt van Beerhem, zijnen broeder zal. ged, ende is geheten Beerhemscampe, gelegen binnen den ban van Hello ende men tot lene te houden plach van de heerlichede ende huyse tot Egmonde, gegont ende gegevet heeft den eyghendoem deszelven leengoets puermentlicken omme Goids willen den cloester ende convente der Regulieren tot Heylo gelyck den brief die dair of is bezegelt mitten zegele des voorg. Heeren tot Egmonde dat utwijst ende begrypt, zoo ist dat ic kwijtscheldt aan genoemd klooster al het recht dat ik hebben mag op Beremscamp voirg. Op zijn verzoek zegelt Thomaes Thomaesz tesamen met hem
1545-04-09 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 265
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Dirck Meeusz van Alinkerck [Almkerck ?] verkocht heeft aan Adriaen Govertsz, uyt onsen achten, die houder is van desen brieve, 12 morgen lants leengoets met huys, berch en teelinge, boven Ghiessen-Oudekerke, streckende van de Ghiessen totten Nieuwendyck toe, oost: de H. Geest, west: Cornelis Willemsz. Welke 12 morgen den comparant aangekomen zijn bij dode van zijn moeder Digna Aerntsdochter, die hij verheervaart [!] hadde voor den Hove van Holland op 1542-05-15 (vgl 1545-10-30)
leenmannen: Herman Oom Danielsz, Pieter Govertsz
1543-10-28 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 364
Jaartallenindex
Fop Hubert Luijtenz, als oudste zoon en leenvolger van zijn vader Huybert Luytenz, verklaart dat bij de verdeling van de goederen van wijlen Geen Luytenz, zijn weduwe Lysbeth toegedeelt kreeg een stuk leengoets, dat met haar eigen penningen gecoft was, groot 7 morgen, gelegen in Puttershouck binnendyks, uyt alsulke 12 morgen als heer Lodewyk van Praat van de keizer in leen hield. Waartegens aan zijn vader Huybrecht Luytenz ander eigen goed toebedeeld was. Fop nu bekent nu dat hij hetselve leen overgedragen heeft tbv voors. Lysbeth en haar man Claes Heinrics van Renes, zonder enig recht daaraan te behouden. Hij machtigt Jasper van den Mote, procureur voor den Hove van Holland om deselve lenen te ontfangen (vgl 1545-09-19)
leenmannen van Holland: Anthonne Lebucq, deurwaarder v.d. camer v.d. reeckeninge in den Hage, Nicolaes Barthouts, zij ondertekenen de akte daar zij geen zegel hebben
1539-02-27 |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 51
Jaartallenindex
Joost van Zijl als bewaerder van den huijze van Heemskerck ende van den goeden totten huijse behorende van weghen mijns genadigen Here Cornelis van Berghen here van Zevenberghen ende van den huijse van Heemskerck, oorkondt dat hij de H. Geestmeesters te Haarlem beleend heeft met een koeweyde achter die pastoorshuys van Heemskerck, ghemeen mit noch een koeweijde dat Pieter Jansz te leen houdende is van den voors. huyze, daer lendens of zijn noord: die pastoor van Heemskerck, zuid en west: Pieter Jansz mette voorn. H. Geesthuijs, oost: die erfghenamen van Jacop Willemsz. Tot een onversterfelijk erfleen. Sterfman: Dirck van Paenderen, H. Geestmeester. Boven staat onder de voorgaande akte: in die weyde voors achter t huijs is een coeweyde leengoets dat men versouckt an den huyze van Heemskerck ofte den here van Zevenbergen
1500-11-16 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 222v, 224v
Jaartallenindex
compareerde voor den Hove van Holland jvr Ursule van Nyenvelt, met haar broeder Willem van Nyenvelt als voogd, en erkende schuldig te zijn aan Maximiliaen ende jvr Cateryne Numans, beyde getroude kinderen van wijlen mynheer audenchier mr Gerardt Numan, gewonnen bij jvr Cornelie van Outheusden, een lijfrente van 10 gouden Phil gld sjaars, verzekerd op sekere lant leengoets liggende achter Dycxhoorn, leengoed van Holland. Te weten een woning met haar toebehoren, gelegen in Delfland, op die Harnesse, ende is groot 30 morgen land, oost: Gerrit Symonsz, Touwe Henricsz, Dierick Coenenz, zuid: die Womkade, west: loes wateringe, noord: Wigger Isbrantsz, Gerrit Symonsz. Met het verzoek aan de aartshertog om de belasting van dit leengoed te confirmeren. Het Hof geeft willige condempnatie op deze akte. Op 1500-11-17 confirmeert Philips deze akte, en verzekert Maximiliaen en jvr Cornelie in deze douairie te handhaven
by mr Gerrit van der Mye, Adriaen van Hogestein, Raadsluiden van Holland; get. J. Nesse
1567-05-31 |
Ms Opstraeten III fol 1488, 1493/Gaasbeek
Jaartallenindex
jvr Beerntgen Beernt Grauwersdochter wordt na dode van haar broeder Beernt Grauwert beleend met een steenhuijs geheten Hindersteijn, mitter hofstede die daarop staet, gelegen in Neder Langbroeck ende met 8 mergen lands die gelegen sijn tusschen die hofstede ende die hooftweteringe van de voors. huijse tot Hindersteijn. Haar man Anthonis van Suylen van Nyvelt doet hulde voor haar. Noch 8 morgen in Neder Langbroeck in de 40 houven. Op 1571-08-21 heeft Frederic van Suylen van Nyvelt na dode van zijn vader Anthonis ter cause van dese twee lenen voor sijn moeder Beerntgen Grauwers hulde en eed gedaan in handen van Dirck Schaep, lieutenant van sijne Maj. lenen in den lande van Utrecht. Eodem die protesteert Frederik bij de substiuut dat wijlen zijn vader Anthonis in de registers had doen soecken nae een stuck leengoets, groot 13½ morgen, genaamd de Grawert, t welck niet te vinden was
present: Balthasar van Bueren, Steven van Helsdingen; 1571-08-21: Egbert van Schonenborch, Joost Hellinck
1524-08-18 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 46v-52v
Jaartallenindex
huwelijksvoorwaarden (bij tussenspreken van de graaf en gravin van Hoochstraten) tussen Joost van Buijren en jvr Francoise Thomas Beuckelaer, oudste dochter van den tweeden bedde, daer moeder of was wijlen jvr Margriete, dochter van heer Floris van Wyngaarden, ridder, heer in Ysselmonde: Joost van Bueren: 1) zal een scheiding maken met de kinderen uit zijn eerste huwelijk, 2) hij brengt ten huwelijk alle goederen die hij nu heeft, en hem nog aan zullen komen na dode van zijn vader, wiens enige erfgenaam hij is. Heer Floris geeft met jvr Franchois zijns dochtersdochter voor haar moeders erfenis 100 R gld per jaar. Als oudste dochter zal zij na zijn dood nog vooruit hebben drie percelen van lenen: a) 9 R gld erfpacht op zekere landen en boomgaerden buiten Schoonhoven, b) 6 morgen lants in de Ketel, c) 7 hont lants in de Ketel, die heer Floris nu oversetten sal voor den leenhere. Hij behoudt zijn lijftocht eraan. De vóórkinderen zullen delen met de na kinderen, uitgenomen zoveel leengoets ter waarde van 1000 gld die zijn oudste zoon die hij nu heeft, vooruit nemen zal. Na dode van heer Floris zullen die 100 cronen per jaar teniet wesen die zijn zoon Joost van Wyngaerden jaarlijks heeft, idem de 100 gld die heer Floris jaarlijks uitreikt aan jvr Franchoise. In plaats daarvan zal Joost nemen voor zijn vaders en moeders erve: dat huys tot Ysselmonde met de hofstede en ambachtsheerlijkheid van Yselmonde, met toebehoren. Jvr Franchoise met haar zuster Margiete, ook dochter van Tomas Beuckelaer en de dochter van heer Floris, zal hebben 200 R gld per jaar, half en half, uijt dat polderken van den 50 morgen lants, gelegen tot Ysselmonde, door heer Floris bedyct. Evt ook te komen uit de rest van zijn goederen, zowel huysraet in den huys te Ysselmonde, als in den huyse in den Hage die heer Floris nu ter tyt heeft, gedeelt half en half tussen Joost en heren Floris twee dochter kinderen, i.pl.v. hun moeder, half en half. Met bepalingen in geval van vooroverlijden. Jvr Franchoise zal tot lijftocht hebben 100 R gld. Jvr Franchoise en jvr Margriet, dochters van Thomas Beuckelaer, zullen geheel in de erfenis van hun vader blijven (vgl 1528-12-31)
met zegels van: Joost van Buyren, heer Floris van Wyngaerden, zijn vader Arent van Buren en zijn oom Barthoud van Buyren
1571-09-10 |
R.A.H. Coll Aanw 137 Caput Sticht etc fol 48-51v
Jaartallenindex
compareerden voor notaris Johannes van Kessel en leenmannen jvr Cornelia van Waevre, weduwe van jhr Gysbrecht van Nyenrode, mitsgaders jhr Johan Monnincx als man van jvr Margaretha van Nyenrode, oudste dochter van jvr Cornelia, en haar 2e dochter jvr Mechtelt van Nyenrode, weduwe jhr Gerart Spierincx van Wel, in zijn leven casteleyn van Heusden. Zij dragen gezamenlijk op aan heer Gaspar van Bruxelles, heere van Heijsbroeck en raad ordinaris in den lande van Utrecht, oudste zoon van wijlen heer Philibert van Bruxelles, ridder, het huijs, hoff en boomgaert in den lande van Utrecht binnen den bedrijve van Bruekelen, genaempt "Guntersteyn", met noch zeeckeren morgen landts leengoets, leen van de grafelijkheid van Holland. Te houden als man en voocht van zijn jegenwoordige huysvrouw jvr Cristina Monincx en hun kinderen en erfgenamen, naar inhoud van het huweljkscontract van 1571-07-04, een morgen leengoet die gelegen en begrepen zijn onder 2 hoeven land groot 34 morgen de voors. van Bruxelles insgelijks als medegave gegeven. Met sulken last als daarop staat volgens het testament van wijlen Jacob van Nyenrode, tbv twee bastaardkinderen van wijlen jhr Heynryc van Nyenerode. Verder belooft jvr Cornelia aan haar schoonzoon van Bruxelles vrijwaring. Jvr Cornelia geeft volmacht aan mr Heynrick Meijster, advocaat in den Hage, om dit voor de stadhouder van lenen te regelen. Vervolgens cederen jvr Margaretha mede namens haar man jhr Johan Monicx en jvr Machtelt met Janne van Kessel als haar gecoren voocht, afstand te doen tbv de voors. van Bruxelles, zijn huisvrouw en kinderen, van al hun rechten, ook die hun competeren zouden na dode van hun moeder jvr Cornelia. Aldus gedaen te Utrecht ten huyse van jhr Johan Monincx, all waer ons Goessen Pynappel als stadhouder van heer Jacob van Brecht, ridder, schoutet van s Hertogenbosch ende haerder meyerwegen derde [?] geleent ende gegunnen heeft om hier over te staan; 1571-10-18: mr Gasper van Bruxelles geeft volmacht aan mr Bartelt Ernst, griffier v.d. Hove van Holland om het huys Guntersteyn te Breukelen in leen te ontvangen, en ook een jaarlijkse rente van 70 Kar gld, geconstitueert en verseeckert bij vrouwe Marie van Lannoy, tbv heer Philibert, op al haar heerlijkheden, tienden en incomsten van St Adolfslant, genaempt Oelkensplate, Bommenee, hem bij dode van zijn vader aanbestorven (vgl 1571-04-28)
Henrick van Berckelaer en Jacob Willemsz, leenmannen; geteyckent: Heynrick Heynricksz Berckelaer, Cornelie van Waenre [Waveren], Jacob Willemsz, Margriete van Nienrode, Johan Monincx, Machtelt van Nyenrode, G. Brucxelles, Johan van Kessel, notaris
1431-05-19 | Steloe tot Oesterhout
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 126v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
ick Jacob myns heren zoen doe cond allen luden dat broeder Henric van Best, prior van de Sartroysen bij St Geerdenberge, heeft my presenteert enen brief, guet gans en ghave ongheraseert, onghecancelleert met tween uthangende zegelen, van woorde tot woirde als hier na gescreven (zie 1431-01-20). Voirt so is gecomen voir mij Jacob mijns heren zoen voirs. als voir den ghenen dies machtich gemaect was te verlenen na inhout des briefs en voer Henric Aerntsz, Aernt Ricoutsz, Jan van Bavel, als verleende mannen jouffrou Kathelyne voirs, broder Henrick, prior, en heeft gepresenteert Symon Damenz ende heeft begeert dat ic Jacob myns heren zoen voirs. verlenen wil Symon voirs. drie bunder vrys lants gelegen tot Steloe diewelke Aernt Haghens te leen placht te houden van jouffr. Katelinen voirn. op voorwaerden hierna gescreven: Simon en zyn nacomelingen zullen dit voors. leen eeuwelyk verzoeken buten s convents last en costen zonder enich goet doen van den convent daeraf te eysen ofte hebben. Ende van desen 3 bunder lants voirs. sullen Symon en zyn nacomelingen uytreyken jaerlycx ewelyk en erflijc den Sartroysen voirs. 8 Keurv. R gld vry van onraet en oncost. Tot welken 3 bunder lants Daem Gode vaertsz, Symons vader voirs. heeft tot een onderpand gezet 1½ bunder lands, vry leengoets, daer niet uut en gaet gelegen aen die N.Z. van desen 3 bunderen voirn. In deser manieren ende op alle voirwaerden als voirs. is. Ick Jacob myns heren zoen van jouffrou Kathelinen van Wilsdorp en Jan van Wilsdorp wegen in hoeren naem tot versoeck en begeren broeder Henricx prior voirs, in tegenwoordigheid der verleende mannen voirn. heb verleent Symon Damenz dese 3 bunder lants tot Steloe, als die te behouden van jouffrou Katelyne en haar erfnamen tot een erfleen, met zekere erfchyns ut te gaen als die Sartroysen behouden op deze 3 bunder en op de 1½ bunder lants voirs, daer naest gelegen. In kennisse bezegelt met myn zegel. Daar de leenmannen geen zegel hebben, verzoeken zij Arnt van Tolloysen en Jacob die Hartoghe als mannen myns liefs genadichs joncheren van Nassouwe voor hen te zegelen. Om meerder zekerheid verzoeken onderstaande personen broder Henric van Best, prior, Symon Damenz, Daem Godevaertsz aan schepen in Oesterhout die over deze voorwaarden gestaan hebben, voor hen te zegelen (vgl 1431-01-20, 1458-03-07)
Jan Zebrechtsz en Zebrecht Zebrechtsz, schepenen in Oesterhout