Bedoelde u soms?
lasten | leesten | lesten | loenen | loeten | loosen | lopsen | losen | losse | lossen | loster | louken | louwen

3 resultaten

1596 (I) | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 87
Jaartallenindex

Maerten Yffsz heeft vercoft aan Olbrant Claesz, bouw [?] knecht 6 sneesen lands van een stucke weytlants, genaamd "Cleyenburch" bij Maerten Symonsz gecocht in den jare 1594 van des grafelijkheids vroonlanden, gelegen besuyden en omtrent Olbrant Claesz moers. Ende alsoe Marten Yfsz dese voors. omtrent 6 snees vercocht heeft uit het voors. land ende die pacht op het ander deel van het land houdt, soe belooft Marten Yfsz de 6 snees te vrijen en ontlasten van de jaarlijkse pacht die van het geheel aan het comptoir van de rentmeester van de Vroonlanden betaald moet worden, buyten losten van Olbrant Claesz syn moeder hare erven. Tot onderpand stelt Maert Yffsz zijn huis en erve binnen onsen banne in de Kerckbuert, zuid: Gerrit Jansz Lantheer, noord: Pieter Jacobsz huis en erve

1471-02-25 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I Inv 557, dl II regest 455
Jaartallenindex

Floris Waddincxzoen, schout in het ambacht van Voorburg, oorkondt dat Jan Willem Aerntsz en zijn zoon Aernt Jansz verkopen aan Joost Willemsz een eeuwige erfrente van 1 £ Holl op een woning met bijhuis, berg en land, groot ± 14 morgen land in het ambacht van Voorburg, belend oost: Phillips van Mathenesse, zuid: die lytwech zover het erf van Phillips strekt, west: Jacob Cruezyn [= Cruesinc], noord: t sgraven veen, belast met 6£ sjaars. Oorspr. Inv no 557, in dorso: up 14 morgen land tot Voerburgh, dat mr Jan van Duvoerde behoert 1£. Dese 14 morgen zijn erfhuer ende behoeren den H. Geest. Copie, in margine: habet anno 1557 heer Johan van Duvenvoorde kinderen. Habet anno 1586: d'erfgenamen van de Vrou van Warmont. Laatstgenoemden losten op 1630-07-15 de rente af tegen den penninck 24, bedragende 126£ (vgl 1399-02-24)

1504-1520 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 250
Jaartallenindex

proces voor de Grote Raad (Sententie 1515-11-12 en 1520-09-07). I) Govert en Willem van Reimerswaal contra Jacob Danckertsz; II) Jacob Danckertsz contra de Proc. Gen. v.d. Geheime Raad. Jacob Danckersz was van zwaardzyde het oudste en naaste manshoofd van wijlen jvr Josine en François van Coudenwerve. Volgens een nieuwe Zeeuwse keur was hij haar enige erfgenaam, mits hij aan de rentmeester van Bewesterschelde in wiens resort de te erven goederen lagen (nl in de parochies Koudenwerve, Everswaard en Hinkelenoord), 39£ gr Vls betaalde, ter lossing, alsmede aan successierechten. Adriaen Cornelisz de Molenare wonende te Loodyke bij Reimerswaal, beweerde ook "maag" te zijn van jvr Josine, en poogde in Hingelenoord [N. Beveland] en Everswaard de officieren te verzetten. Jacob Danckertsz was het hier niet mee eens en stelde arbitrage voor. Adriaen werd hiervoor in 1504 voor het Hof gedaagd, dat Claes Jacobsz Smout aanstelde als sequester over de betwiste bezittingen. Hangende het proces nam hij ontslag wegens onenigheid met Jacob Danckersz. In 1509 proces voor het Hof tussen Smout en Jacob Danckertsz, ter ener- en de erfgenamen van Adriaen Cornelisz e.a. over de gevoerde administratie, ter ander. Daarna werd Engel Gerritsz sequester en daarna weer Jacob Danckertsz, die weer in conflict raakte met Engel, die geen rekenschap wilde afleggen. Hierover proces voor het Hof. In 1516 werd Jacob als sequester opgevolgd door Engel Cornelisz tegen wie Jacob ook weer procedeerde. Het Hof veroordeelde 1514-09-14 de weduwe en erfgenamen van Adriaen Cornelisz tot restitutie van het genoten vruchtgebruik aan Jacob Danckertsz. De Proc. Gen. stelde t.a.v. Adriaen en Jacob dat de betwiste gebieden aan de grafelijkheid vervallen waren. Hangende deze processen verscheen Willem van Reimerswaal ten tonele. Op 1514-08-14 werden zijn aanspraken door het Hof erkend en door de Grote Raad in 1515 bevestigd. Op 1515-12-23 losten Govert en Willem, zoons van Willem van Reimerswaal, de betrokken ambachten, en eisten van Jacob Danckertsz restitutie van vóór de lossing genoten vruchten. Jacob kreeg van het Hof hierin gelijk, waarop Govert en Willem in beroep gingen bij de Grote Raad. Intussen kreeg de Proc. Gen. van de Geheime Raad een mandement tegen Jacob tot restitutie van de genoten vruchten tijdens de 9 processen. Deze zaak ook voor het Hof en daarna voor de Grote Raad