15 resultaten
1567-04-23 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1116
Jaartallenindex
Goert van Gellicum en Jacoba van Lunenborch Cornelis de Ridder van Lunenborch dochter verklaren getransporteert te hebben aan Janna van Steenbeeck weduwe van Albert de Ridder van Lunenborch tbv haer en haar kinderen geprocreert bij Albert, den openen coopmansbrieff ofte rentebrief houdende op Johan Taets van Amerongen ende die 9 Kar gld per jaar losrenten daer dese tegenwoordige brieff door gesteken is (vgl 1553-04-29, 1569-03-11)
1553-04-29 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1116
Jaartallenindex
Jan Taets van Amerongen erkent vercoft te hebben aan zijn nicht Jacoba van Lunenborch Cornelis de Riddersdochter 9 goede gouden Keijsers gld erflijke losrente (vgl 1567-04-23)
1549-10-15 |
Ms Opstraeten III fol 1218
Jaartallenindex
schout in Nederlangbroec en lantgenoten en buren oorkonden dat Claes die Ridder met zijn huisvrouw Anna Albertsdochter van Leeuwen, daar hij op deze tijd wettelijke geboorte bij heeft, overdroeg aan Jan van Wael, pander in den Hove van Utrecht, tbv zijn kinderen Henrick, Claes ende Lysbeth, die hij heeft bij Geertruijt syn huysvrou was, 12 morgen lants gelegen in Nederlangbroec, streckende van de Langbroecker- tot de Goyer wetering toe, beneden: joffr. van Lunenborch. Ende noch ½ van ½ hoeve lants aldaar, gemeen met joffr. van Lunenborch, belend boven: die voors. 12 morgen
Jan de Ridder, schout, Beernt Grauwert Henricsz en Thonis de Ridder Jansz, lantgenoten en buren
1370 |
Ms Opstraeten dl III fol 1158
Jaartallenindex
Arnout van Lunenborch en Herebaren van den Rine, knapen beloven Willem van Boechout en Henrick de Ridder, knapen, schadeloes te houden van alle costen die comen mach van 200 goede oude Francr schilden daer sij onse borgen voor geworden sijn aan hande Ghisebrechts van Lochorst
1537-05-30 |
Ms Opstraeten III fol 1167, 1213
Jaartallenindex
de aartsdiaken doet uitspraak in een geschil tussen domicella de Lunenborch, de broers Cornelius en Wilhelmus de Ridder (met hun procureur Jacobus de Bemmel) ter ener en Joannes zoon van Anthonis de Ridder (met zijn procureur Johannes Boelen) ter andere zijde, over een graf in de kerk te Langbroec en wijst beide partijen gezamenlijk het gebruik ervan toe (zie ook 1537-06-01)
notaris G [?] Boelen
Angeren, van | 1398-11
Ms Opstraeten III fol 1181
Achternamenindex
Aernt van Lunenborch, richter van mijns heren wegen heer Willem van der Coulster, domproost te Utrecht, in Nederlangbroec, oorkondt dat Johan van Angeren Willemsz, borger te Utrecht, opgaf heer Gysbert van Hardenbroec, ridder, tbv zijn dochter jvr Claes, een vrij eigendom van 3 morgen land die Johan leggende hadde onderdeelt in 6 morgen met zijn zuster jvr Hase, in Nederlanbroec in de 25 hoeven te Goeijwaert, belend beneden: Henrix kinderen van Absteden
lantgenoten: Johan van Voorde, Steven die Ridder
1569-03-11 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1116
Jaartallenindex
Johanna van Steenbeeck, weduwe Aelbert de Ridder van Lunenborch, met Jan Jansz Schrijver als haar gecoren voogd, erkent als boedelhoudster voor haar en haar erfgenamen verkocht te hebben aan Henrickjen Dirck Aertsz Vereems weduwe, wonende te Utrecht, den openen coopmansbrief houdende op Jan Taets van Amerongen ende die 9 Kar gld per jaar losrenten, ende daer denselven brieff mitsgaders den transfixbrieff daer door gesteken, ende bekent hiervan bij de voors. Heynrickjen met 2 rentebrieven van gelycke rente ende hooftsomme tesamen als dese bedragende, die sij op mij ende myne kinderen sprekende hadde als erfgename van wijlen haar vader ende mijn man, die sij mij hertegens gelevert heeft (vgl 1567-04-23)
ondertekend door Johanna en bezegeld door Jan Jansz Schrijver en haar zoon Willem die Ridder van Lunenborch
1546-07-31 |
Ms Opstraeten III fol 1173
Jaartallenindex
Eernst Taets van Amerongen en zijn zoon Jan oorkonden dat Cornelis die Ridder van Lunenborch, onsen swager ende oem voor onsen kinderen brueders ende susters, mundich ende onmundich, geloeft heeft ende borch geworden is aen handen Jan Jacobsz van Vulpen [er staat: Vuelpen], beroerende die opdracht en overgifte van het ⅓ deel van een bouwinge leggende op die Horst bij Driebergen den voorn. Jan Jacobsz bij ons daervan gedaen. Ende also die penn. daervan gecomen, wesende van ons ende onser kinderen brueders ende susters voirs. weghen geleijt ende gecomen syn tot behoef van here Willem Taets van Amerongen, Canonick te Oudemunster te Utrecht, onsen soon en brueder, ende der proeve aldaer, die hem deur gunste van goede vrunden ende oock naer recht ende reden bij t capittel gegunt ende gegeven is, soo ist dat wij daerom geloeft hebben etc aen handen Cornelis die Ridder, onsen swager ende oem etc schadeloos te houden van deze borgtocht
1539-01-18 |
Ms Opstraeten III fol 1190
Jaartallenindex
schout in Neder Langbroec oorkondt dat Alijt van Lunenborch en haar dochter Antonia eens oordeels begeerden off die 4 morgen min 1 ½ hont land gelegen te Rijnwert in de 40 hoeven, streckende ut de Langbroecker- in die Hoeftwetering, daer Jan die Ridder Anthonisz te middewege in gelant is etc. Zij dragen dit land over aan Jan. Ter selver tijt quamen voor ons mede in het gerecht Cornelia Peter Bittersdochter, Jan die Ridder en zijn broer Willem, Cornelis de Ridder natuerlycke sonen, Bartelmeus van Eck Weyndelmoet, syn wijf, Lambert Woutersz en zijn wijf Geertruid, ende Henricken haer zuster, Cornelis de Ridder natuerlycke dochteren bij Cornelia Peter Bittersdochter. Zij allen dragen al hun rechten op dit land eveneens over aan Jan die Ridder Anthonisz. Tevens beloven zij dat Peter, Cornelis die Ridder natuerlycke zoon, haeren zoon, broeder en zwaeger, nu ter tijt utlandich sijnde, bij zijn terugkomst eveneens afstand zal doen. Cornelis die Ridder, Willem die Ridder en hun zwager Eerst Taets van Amerongen consenteren in deze overdracht (vgl 1539-03-10)
Reyer Roelofsz van Wyckersloot, schout; lantgenoten: Beernt Grauwert Henricsz, Claes van Noodt, met hun zegel
1559-12-17 |
Ms Opstraeten III fol 1219
Jaartallenindex
Niclaes de Ridder, Anna Ridders en Marie Ridders, ook voor zijn broer Jan die Ridder, tesamen kinderen van Willem die Ridder van Walenburch ende erfgenamen van wijlen hun moeder Catrina Bazijns, verdelen de goederen hun aangekomen van hun ouders. Nicolaes ontvangt het huijs, hofstede en heerlycke goederen van Walenborch, mitten geweer daerop synde, mitsgaders ⅓ deel van 36 morgen lants op die Horst, die Nicolaes bij zijn huwelijk al van zijn ouders ontvangen had. Verder nog 6 morgen gecomen van die van Zuylen van Blasenborch, die hun moeder in leen hield van de hofstede van Hindersteyn. Soo oock die boedel van ons vader en moeder beleend heeft een stuck lants toebehorende Dirck van Oestrum met een seeckere somme van penn. Anna ontvangt de goederen haar gegeven bij haar huwelijk met jhr Harmen van Dompselaer ende van der Hel. Maria ontvangt ¾ van een losrente van 100 Kar gld op de stad Alckmaer, en een weijcamp groot drie campen, belend boven: zijn broer Claes die Ridder, beneden: de erfgenamen van Anthonis van Schonenburch, en nog ⅓ deel van ½ hoeve metten bogaert, gelegen gemeender voire met Albert die Ridder van Lunenborch en Anthonis de Ridder Jansz, belend boven: de hofstede Gruenesteyn