Bedoelde u soms?
manscip | mansio | mansis | mansos | monboir

13 resultaten

Berkenrode, van | 1621-05-07

Zeven Heerlijkheden, Gesch Oud-Schoten p 75
Achternamenindex

Dirck van Haerlem van Berkenroede, heer van Berkenroede, Schoter Vlieland, ende Linden, verlijdt met de gemelde leengoederen 1621-05-07, jongman, ende eenig mansoir van dit oud, edel en vermaerd geslachte van Haarlem

Haarlem

1505-01-01 (1504) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 278
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij uit kracht van de brieven gegeven te Brussel op 1504-12-31 onsen lieven en getrouwen neve ende eerste Camerling den here van Ville beleend heeft met de ambachten van Airleveen en Outshoorn, zoals zijn schoonvader wijlen jonkheer Jasper heer tot Culenborgh van de voors heer van Ville in zijn leven gehouden had ten rechten leen, en bij zijn dood daarom aan de grafelijkheid van Holland vervallen was, omdat hij zonder wettig mansoir overleed. Te houden tot een recht leen

present: Philips bastaard van Bourgondië, admiraal, die heer van der Vee [Vere ?], mr Jacob van Ingelram, Andries van Arghen, Jan Pels

1510-03-05 (1509) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Sticht fol 14v, 15, 15v
Jaartallenindex

gesien bij den luyden van der reeckeningen in den Hage het request van Claes Dirksz, wonende binnen Woerden, hoe dat indertijd geweest is een genoemd Heyman Claesz, woonachtig in Cameryck, binnen zijn leven hadde 6 morgen lands tot een recht leen, dat na zijn dood aan de grafelijkheid gekomen is, daer hij geen mansoir naliet. Requestrant vraagt om dit leen te mogen kopen. Op advies van Heinrick Gerritsz, onder rentmeester van Woerden, wordt dit hem toegestaan tegen betaling van 15£ Vls. Op 1510-03-31 verklaart Crispyn Jansz van Boschuizen, ontvanger van de espargnes, deze 15£ ontfangen te hebben. Op 1510-03-09 wordt na dode van Heyman Claesz voorn. Claes Dirksz met dit leen beleend

1505-01-01~ |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 74
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat hij krachtens brief van octrooi gegeven te Brussel 1501-07-10, verlyt ende verleent heeft vrouwe Ysabel van Culenborch, huisvrouw van onse getrouwe ridder en 1e Camerling die heere van Ville, dat lant en die heerlijkheid van Borsselen, bewesten vyf zooden [?]. In alle justitien, hooge, middele en lage etc, zoals onze getrouwe Raad en Camerling joncker Jasper heer van Culenborch, vader van de voors. Vrouwe Ysabeel pleecht te bezitten. Na dode van Ysabeel te komen op haar twee dochters en bij gebreke daarvan op haar oudste zuster en op derselver dochters bij gebreke van mansoir. En bij gebreke daarvan te komen op haar jongste zuster, derde dochter van den voors. heer van Culenborch. Haar man doet de leeneed voor haar [datum ontbreekt)

1491-12-22 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 17-18
Jaartallenindex

Maximiliaan oorkondt dat bij syn voorsaten gegeven en gegont is geweest den voirders van wijlen Jan Beyersz Voxdal met zijn toebehoren, liggende in de duinen van Haemstede, om dat in leen te houden, dat hij tot zijn dood gebruikt heeft. Hij liet echter geen mansoir na, maer alleen Jan Boulins zynre dochterzone, zodat er twijfel bestond of dit leen al dan niet aan de grafelijkheid vervallen was. Ende onder t dexel van desen denselven Jan Boulin dit leen te ontnemen, ondanks de groote en getrouw diensten die wijlen Jan Beyersz ons gedaan heeft. Hij beleent daarom Jan Boulin met het voirs. leen en heerlijkheid van Voxdael, gelegen in de duinen van Haemstede. Gegeven in onser stede van Ysbroeck (vgl 1493-02-11)

1499-02-25 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Woerden fol 15v
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat bij brief dd 1487-12-12 aan onse getrouwe ridder en chancellier den here van Champans gegeven is te aenvaerden ter stond na de dood van Jan van Gommengys in een versterfelijk leen, zoals Jan dat hielt, dat hij nu overmits die aflyvicheid van den voors. Jan van Gommengys de voorn. here van Champvans beleend heeft met het huis te Nesse met zijn hofstad, boomgaerden en 22 morgen land, die door de dood van Jan van Gommengijs aan de grafelijkheid aangekomen is, daar deze gestorven is zonder wettig mansoir achter te laten. Te houden tot een recht versterfelijk leen. Mr Andries van Ergen doet als gesette voocht uyt naam van de voors. heere van Champvans, overmits sijn debilliteyt hem en niet heeft mogen vinden bij ons of onsen stadhouder om de eed zelf te doen (vgl 1495-06-13, 1487-12-12)

present: mr Jacob Ruysch, Floris Oom van Wingaerden, Jan van Schoonhoven, Willem van Berendrecht, Adriaen van Hogensteyn, Floris van Wingaerden Florisz, onse griffier van Holland, Dirck van Boneem

Amstel van Doornenburg, van | 1695

R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg no 260-263, 265-268
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen Jacob van Amstel van den Doornenburg en Bernardina van Heemskerk van Bekesteijn; 1713: obligatie van Jacob van Amstel voor dr Willem van Steenler, afgelost 1747; 1716-1725: brieven ingekomen bij Jacob van Amstel van den Doornenburg; 1721: brief van de ambtman W. van Steenhuys tot Oploo aan Jacomb van Amstel van den Doornenburg; 1726: testament van Jacob van Amstel en Bernardina van Heemskerk; 1727: procesverbaal van de begrafenis van Jacob van Amstel van Mijnden en het breken van zijn wapen als laatste mansoir; 1728-1735: taxatie en de regeling van de nalatenschap van Bernardina Philippina van Heemskerk, weduwe van Jacob van Amstel

1530-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 21, 23v
Jaartallenindex

Crispyn van Boschuysen, ontfanger v.d. erspargne in Holland, oorkondt dat hij: op 24 mei l.l. gezeten heb in der stede van Woerden ten huize van de schout aldaar ten twee uren na de noen ende hebbe aldaer in presentie van Aelbrecht van Egmonde, castellain, en van de burgermeesters en schepenen aldaar nae alle behoorlycke kerckgeboden ende alvoren daervan gedaen ende biljetten gestelt over alle kerken en poorten ter Goude, Leyden, Oudewater en Woerden, in het openbaar geveild een stuck land groot 14 morgen gelegen buiten der stede van Woerden in een polder genoemd Bulwyck, belend west: de Keizerl. Maj, oost: Heyndrick van der Heeden ende Gysbrecht Dircsz. Welk leen aan Zijne Majesteit gedevolveert is als quaet leen bij dode van Jan van Honthorst, die zonder mansoir overleden is, en nu ter tijd in hure gebruiken Claes Hughez en Jacob Hermansz per jaar om 24£ van 40 gr Vls. Ingezet op 250£, verhoogd door de secretaris van Woerden met 3£, door Jan Dircsz met 4£, door Heyndrik Oelaertsz met 8£, en door de secretaris met 6£. Daarna met de afslag begonnen van 500£ tot 360£, doch niet gemynt. Nu onlangs verkocht aan mr Reynier Brunt, Raad en Proc Generaal om de somme van 326£. Op 1532-04-21 beleent Karel vervolgens mr Reinier Brunt met dit leen tot een recht leen

Derrick van Assendelft, Willem Pietersz Criep, Cornelis Barthouts

1530-09-21 | Ouder Amstel

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Amstelland, Gooiland, Waterland, Zeevang fol 14v-17v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van Reynier Brunt, onze Proc. generaal, inhoudende hoe dat onlanx van een Cornelis van Oosterhout [lees: Oostrum], ons gedvolveert en gecomen zijn ¾ van 105 morgen lands gelegen op te frontieren van Holland in den ouden Amstel, ende men ten rechten leen van ons te houden placht. Welk voors. land seer licht land ende voor verlooren landt, als wesende van seer cleynder estimen meest gebleven is, soe dat t selve landt boven d'ongelden niet veel jaerlicx gelden en sal ten ware dat men tselve verbeterde mit pootaerde ende andere baggaert daerop brengende, om tselve alsoe vruchtbaer te maken. Maer alsoe 't selve land leen blyvende van ons nyemant daeran veel costen leggen en soude, overmits dattet verbetert synde tselve lant bij faulte van mansoir weder an ons soude mogen devolveren. Hij verzoekt nu met dit leen tot een onversterfelijk erfleen beleend te worden. Hij wijst daartoe op de veelvuldige dienst die hij bewezen heeft en nog doen zal. Advies hierop ingewonnen bij onse rentmeester van Kennemerland en Vriesland Adriaen Stalpaert en van de rekenkamer. Deze adviseren deze ¾ van de 105 morgen uit te geven ten rechten leen, tegen betaling van 444£ gr Vls; 1531-04-21: Karel verkoopt deze 3 delen van 105 morgen land in Ouder Amstel aan mr Reynier Brundt, zoals wijlen Cornelis van Oostrum van de grafelijkheid hield, en daar hij zonder zoon na te laten stierf, aan de grafelijkheid vervallen waren. Tegen betaling van 440£ gr Vls in handen van Crispyn van Boschuysen, ontfanger van de expargnes, wordt Reynier ermee beleend

1531-04-21: Dirck van Assendelft, ambachtsheer van Besoyen, Willem Pietersz Criep, Cornelis Barthouds, leenmannen

1527-05-31 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 1
Jaartallenindex

gezien de ootmoedige supplicatie van onse Raet ende meester van onse rekenkamer in Hollant, mr Vincent Cornelisz, hoe dat in onsen lande van Zuyt Holland in de Swindrechtse waart gelegen is 1/16e deel en ½ van 1/16e deel van den ambochte van Zwyndrecht, genoemd die ambachtsheerlijkheid van der Linde mitten schoutambacht en dykgraafschap aldaer ende ± 12 [?] morgen lants in die Nesse, buitendyx en drie visserijen, streckende van t cruijs in die Nesse, met 1/16 deel en ½ van 1/16 deel in die Noorde ende uyterwaerde van Zwindrecht. Van de grafelijkheid gehouden ten rechten leen en alsulx aan wijlen koning Philips vervallen en verstorven, omtrent den jare 1497, dat aldoen wijlen Jan Oom Dircsz cofte als recht leen voor 550£ van 40 gr Vls het stuk, onder conditie dat indien Jan Oom vóór zijn huisvrouw Willemina van Walsemerloo overleed, dat zij de ambachtsheerlijkheid zou blijven bezitten haar leven lang. Jan Oom overleed zonder mansoir en juffr. Wilhelmina bezit alsnu de ambachtsheerlijkheid. Zij heeft echter haar woonstede binnen onser stede van Mechelen en de ambachtsheerlijkheid heeft zij overgegeven aen hem suppliant om die te gebruiken haar leven lang. Daar hij nu dit leen niet verbeteren kan, verzoekt hij om er mee beleend te worden zoals Jan Oom Dircsz dit gehouden heeft, tegen betaling direct van 200£ en na dode van joffr. Wilhelmina nog eens 200£. Hij verzoekt dit als recompensatie voor alle diensten die hij aan Zijne Majesteit bewijst. Na ingewonnen advies approbeert Karel het transport door jvr Wilhelmina gedaan tegen betaling van 600£ na dode van Willemina in handen van heer Jan Hamart, ridder, heer van Liekerke, Raad en tresorier van onse espargnes (vgl 1527-08-27)