Bedoelde u soms?
maije | maris | marius | martijn | masius | mathias | mathijs | mathijsz | mathys | mats

18 resultaten

1468 |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 27v-29
Jaartallenindex

1468 Petri Cathed. heeft Matijs Claesz v.d. Marsck gecoft tegens Geertruyt, Maritgen ende Griet, Dirc oude Symonsz kinderen, hoer deel van ½ gers maedlants over Die, ende hoer deel ut die weijd after Matijs voirs. huys

Asperen, van | 1683-02-06

G. A. Amsterdam 511 fol 50/3
Achternamenindex

huwelijk: Matijs de Vas, van Amsterdam, glaasemaaker, oud 23 jaar in de Heerestraat, ouders dood, geassisteerd met zijn voogd Roelof Pranger en Gijsberta van Asperen van Amsterdam oud 19 jaar, op de Heeremarckt, geassisteerd met haar vader, Josias van Asperen

Dongen, van | 1549-11-20~

R.A.H. Coll Aanw 528 fol 71v
Achternamenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, beleent Henrick Cruijsingh heer van Benthuijsen met het goed hem aanbestorven van zijn nicht Elijsabeth Cruijsingh wijlen huijsvrouw van heer Roelof van Dongen, te weten 2 morgen in Rijswijk, belend oost: Matijs die Buijser, west: Jan van Hodenpijl, noord: die Sytwindt, zuid: de kerk van Rijswijk

1470 (2) |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 31v-34
Jaartallenindex

(vervolg) Item Sebastiani heeft Ariaen Willemsz vercoft Arys Dirc Jan Viskersz 1 acker geestlants ± 30 garden, lenden noord: Dirc Aerntz, zuid: Martyn Reijnersz. Item Agnetis heeft Lambert Gerytsz vroen gegeven an vri goet dat hij mit sijn wijf te hijlic genomen heeft, ende is werdiert voir 11 scilden, ende dit vroen heeft hij genomen myt Claes Wilkendochter ende Claes Wilken wedu mijt hoer 3 kinderen sijn gebleven in dat vroen, daer sij of gaven 23st van coep ende scrijfgelt. Vincencii heeft Griet Matijs wedu vercoft Reyntgen Blankerts kinderen 2 geersen hoeijlants in Symon Jan Bouwijn camp. Item Brigide heeft Jan Claesz Vastert vercoft Steffen Aerntsz een acker zeedlants onder Jan Claes Olislagers huijs an die noertzijde.

1583-06-16

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 40v
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Hans Cornelisz, burger en poorter van Haerlem, erkende schuldig te zijn aan de nagelaten weeskinderen van wijlen zijn oom Matijs Tomasz een jaarlijkse losrente van 18 Kar gld en 15st. Losbaar . Hij verbindt hiervoor seecker zijn huis met nog 8 morgen 4 hont lant, ghenaemt Stuvesandt, gelegen in de ban van Tetrode, oost: de Heerenwech, zuid: Lysbet Wolfertsz en wijlen Jacob van Huesen, noord: het Hemelsduyntgen, west: Tomas Engelsz

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Thonis Jansz en Pieter Cornelisz Langeneel, schepenen

Croesink | 1549-11-20~ (1599?)

R.A.H. Coll Aanw no 528 fol 71v, 72v/Leenregister abdij Egmond fol 30
Achternamenindex

Willem van der Goes, abt van Egmond, beleent Henrick Cruysingh, heer van Benthuysen, met het goed hem aanbestorven van zijn nicht Elysabeth Cruijsingh, wijlen huisvrouw van heer Roeloff van Dongen, te weten 2 morgen in Rijswijck, belend oost: Matijs die Buijser, west: Jan van Hodenpijl, noord: die Sytwindt, zuid: de deken van Rijswijck. In dorso: 1564-08-21 vraagt Henrick Kruijsing heer van Benthuizen belening met de ledige hand; 1571-10-29: beleend Jan van Hemelre, procuratie hebbende van voornoemde Henrick Croesing

leenmannen: mr Pieter Wollebrandtsz van Amsterdam, priester, Anthonis van der Goes, Heynderick van der Goes; 1564-08-21: mr Pieter Wollebrandsz, Ysbrand Pietersz; 1571-10-29: Antonis Cuyck, v.d. Con. Maj, Hendrik v.d. Strijp, rentmeester van de abdij Egmond

1473 (2) |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 38-39v
Jaartallenindex

(vervolg) Item teria 2 post esto mihi heeft Jan Jansz van Akersloet als een voecht van sijn wijf Griet vercoft Claes Jan Obels 3 zevendeel van een croft bezuden Trude Jan Dircsz huijs ende 1 zevendeel van 1 acker bewesten an die Croft voirs. Item in profesto Annunciacionis Marie, soe heeft Jacop Jan Teetenz vercoft Huge Aerntz dat coeweid dat Rem Michiels van Jacop myt recht gewonnen hadde ende Rem Huge vercoft hadde, ende dit was alinge ghebleven an Willem Zoeijersz, Rem Michielsz en Jan Reynersz ende sij hebben hoer uytspraec gedaen etc. Item feria 4 na Letare soe heeft vercoft Simon Dircsz van Utgeest als een voecht van sijn wyf Aerf, Machteld Jan Roelofsdochter ± ½ achtendeel rogsadinge bezuden Baef Dircs ende ½ gers maedlants over Dije ende 10 geerden zeedlants oestwert van Jan Roelofs op die hoege Geest. Item Petronille heeft Matijs Claesz vercoft Jan Bruijnsz ½ gers in Yfcamp. Item Huge Aerntz heeft Ysbrant Eesen betaelt 2 R gld van custinc daer hij voer terecht geset was. (1473-06-03 afzonderlijk overgenomen). Item duorum Waldorum heeft Jacob Jan Teetenz vercoft Jan Reynersz ½ sestel voir Wouter Aerntszoens doer ende ½ gers maedlants voer Dije an 3 stukken. Item duorum Waldorum heeft dezelfde verkocht Zweer Roedincz 1 sestel zeedlants an die noordzijde van Limmerlaen

1617-02-25 |

Jacobus Kok: Vad Woordenboek Bijvoegsel dl I p 285, 286, 287, 280
Jaartallenindex

notaris Jacob Cornelisz van der Geest te Alkmaar instrumenteert de attestatie van Cornelis Aelbertsz Roijl, poorter dezer stede, oud 72 jaar, ter instantie van Maarten Dircsz, wonende tot Groet, vuijt den naam ende van wegen zijn vader Dirk Jansz, wonende tot Hargen in den banne van Schoorel. Ende heeft hij [Cornelis] geattesteerd hoe waer is dat hem getuyge seer wel kennelyck is dat wijlen Dirck Walravensz, zoon van Walraven Dircsz, gecomen ende gesproten is van de hofstede van Brederode, en dat de voorn. Dirck Walravensz is geweest grootvader van des requirants vader Dirck Jansz, van egten bedde, hiervooren mede genoempt. Voor redenen van weetenschap seijde hij getuige dat Dirck Willemsz susterling van de voors. Dirck Jansz getrout is geweest mette suster van hem getuijge genaempt Anna Alberts. Welke voors. Dirck Willemsz sijn getuijgens zwager tot meermalen vertelt ende verhaelt heeft dat mede de voors. Dirck Jansz met syn maegen synde van de voors. hofstede van Brederoode afgecomen, de jacht gebruikt hebben bij tijde ende met kennisse van hem getuijge soo tot Schagen als elders. Aldus gedaen binnen Alcmaer ten huize van de attestant; 1557-06-20: over de afkomst: afgecomen zijn van den geslachte van Matijs Dircsz, Jan Dircsz, Walraven Dirksz, ende haerluyder kinderen, van bastardijen van de hofsteede van Breederoede etc; 1617-02-28: deze attestatie wordt bevestigd door Symon Cornelisz van Hargen in den banne van Schoorel, oud omtrent 69 jaar

Fredrick Jansz, schout tot Groet, Tonis Riewerts en Adriaen Dircsz, schepenen aldaar; buyren van Schoorel: Jacob Dircsz, Claes Dircsz, Garbrant Dircsz, Arien Dircsz en Allert Dircsz (1680-01-03) en Maerten Dircsz, inwoonder binnen Groet, alle tesamen van echte en wettelyken bedde ende geheele broeders, ende kinderen van Dirck Jansz [van Brederode]

1581-08-23

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 14
Transportregister Bloemendaal

schepenen in Haerlem, schout en schepenen in de ban van Overveen, Aelbertsberg en Vogelesanc, oorkonden dat Claes Pietersz Doern, poorter en inwoner van Haerlem, erkende verkocht te hebben en mitsdien schuldig te zijn aan Claes Jansz van Paenderen, mede inwonende poorter van Haerlem, ten lijve van de voors. Claes van Paenderen, oud zijnde 38 jaren, zijn zoon Popyus van Paenderen, oud zijnde 10 jaren, ende Geertgen Matijs, synre huijsvrouwen dochter, oud zijnde 8 jaren, ende die langstlevende van die ten volle te ontvangen, een jaerlicxe lijfrente van 35 Kar gld. Losbaar met 200 Kar gld. Hij stelt tot onderpand: ½ van een huys, camere en erve, waarvan de wederhelft Hillegond Pietersdochter, zynre huysvrouwen moeder, toe behoort, gelegen binnen Haerlem, op die Oude Grafte, op tie hoeck van die Raecx, an d'een zide: Heyndrick Jansz Verwer, an d'ander zide: die Raecx, achter streckende an Arent Segersz. En nog 3 morgen lands gelegen in de ban van Overveen, gemeen met zyns comparants broeder en zuster, west: die wildernis, noord: Griete Willemsdochter van Santvoort, zuid: t land van de Bernarditen te Heemstede, oost: die Berchcamp

Hughe Bol van Zanen en Cornelis Rijcken, schepenen in Haerlem, Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Cornelis Pietersz Langeneel en Cornelis Jansz, schepenen in Overveen

1472 (3) |

Arch Abdij Egmond Vroonboek Vroonlanden bij Limmen fol 35v-38
Jaartallenindex

(vervolg) op St Mathysdach Apostel soe sijn voir mij gecoemen Dirc Jan Teeten ende sijn broeder Jacop Jan Teeten ende hebben mij gebeden dat ic in myn Vroenboeck scriven woude een utspraeck die sij beiden williken gebleven waren an Pieter Jan Teeten, jonge Claes Jan Teeten, sijn broeder, Jan Reynersz ende Claes comen Jans ende deden een hantastinge an mijn hant als meijer ende rechter van dat Vroenlant, ende geloefden die utspraeck te houden ende te voldoen in manieren heirnae geschreven: Dirc sel van Jacop hebben voer een somma van penn. die Jacop Dirc sculdich was van die coep van Jan Claesz van der Marsck al dat Vroenlant dat daer leijt after dat huijs, als dat beheijnt ende bedolven is. Ende daertoe een notwech van een roede breeet, an die noertzide van Jacops zeedlant, van die wech westwert tot die weiden voirs. sijn vrie wille mede te doen. Ende daertoe sel Dirc hebben omtrent 1 want zeedlants bioesten an die Lijdwech oestwert op an den sloet van den omganc geliken breet als Griet Matijs Claesz wedu lant breet is, ende dit land sel Dirc terstont mogen anvaten als hij dat vint, ende daer is opgeset van Vroenhuyr 3sc 2d die ganc etc. Item soe sel Jacop hebben al dat Vroenland van Jan Claesz van der Marsck te weten ± 6 want bioesten, bi zuyden ende bij noerden dat huys ende daer is op geset 9 d die ganc 1 g 1h van Vroenhuyr, ende hiermede sellen sij gesceiden wesen van alle geschelen ende onrust, die sij tot deser dage toe gehat mogen hebben, sonder daer tegens te seggen