8 resultaten
Mersen, de | 1240-06-15
v.d. Bergh I no 374, II no 104
Achternamenindex
vermeld: Heinricus de Mersen, kanunnik van St Salvator te Utrecht [zie van Maersen]; 1263-10-17: kanunnik Henricus Albus wordt pastoor van Ouderkerk na dode van Henricus van MErsen
Gronsveld, van | 1392
De Raadt II p 472
Achternamenindex
Thierry van Mersen donne quittance à sire Henri seigneur de Gronsveld
Meerssen, van | 1392
De Raadt II p 472
Achternamenindex
Thierry van Mersen donne quittance à sire Henri seigneur de Gronsselt
Meerssen, van | 1339-04-03
De Raadt I p 472 (197?)/Brabant no 492
Achternamenindex
sire Jacques Bake, chancelier du duc de Brabant, scelle pour Rutgherus de Mersen
Proeys/Perweis | 1263-10-17
v.d. Bergh II no 104
Achternamenindex
G. de Perweis, domproost en aartsdiaken presenteert aan de proost van Oudmunster de kanunnik Hnericus Albus tot pastoor van Ouderkerk, vacant bij dode van Henricus van Mersen
Bake | 1339-04-03
De Raadt I p 197
Achternamenindex
sire Jacques Bake, chancelier du duc de Brabant, scelle pour Rutgherus de Mersen; 1340: Jacques Bake, curé de Wichelen; 1357 Guillaume Bake, reçoit du Brabant des indemnités pour ses frais et pertes dans la guerre de Flandre
Maarssen, van | 1240-06-15
v.d. Bergh I no 374
Achternamenindex
proost, deken en kapittel van Oudmunster hebben aan het convent van Bern hun hoeve te Berlanchem verkocht en daarvoor de tienden te Rijswyk bij Wijk en te Oudewater te hebben gekocht; onder de getuigen: Heinricus de Mersen
1497-10-13 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 83/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
broeder Jan Florisz van Purmereynde, prior van Galilee, belie ende bekenne dat ic ontfanghen heb van broeder Claes Dircsz Blomert, naedat hi was professijt 20 g.g. R gld, welke ghelden voers. ic broeder Jan heb ghegheven den bursiers als broeder Claes Jansz ende broeder Pieter Sijmensz te bewaren tot oirbaer ons convents behoudelic waert dat broeder Claes Dircsz voers. naemals deser ghelden voers behoeftich waer dat men dan souden tot allen tiden van desen voers. ghelden den voirn. broeder Claes sijn behoefticheit minnentlic ende sonder enich corten besorghen. In kennise der waerheyt bezeghelt mit mijn priors zeghel. Ghedaen op St Calixtusavont in tegenwoerdicheyt des supprioers broeder Dirc van Mersen ende des kellenaers broeder Jan Roelofsz int jaer XCVII