10 resultaten

1354-07-22 | Westzaan

Reg. B.B. Blois 1348-1380 fol 33v, fol 27v
Jaartallenindex

Jan van Henegouwen bepaalt dat al degenen die van buiten metterwoon in het dorp Westzaan komen, dezelfde vrijheden genieten zullen als de van ouds ingezetenen, en hij geeft die van Westzaan voor zoover hem aangaat tolvrijheid

Bronkhorst, van | 1520-03-23

G.A.Haarlem O 259
Achternamenindex

recht van Exue te Haarlem: Joost van Bronckhorst zal vrij uitter stede metterwoon mogen vertrekken zonder van zijn goederen enig exu te geven of te betalen

Schoten, van | 1496-11-03

G.A. Haarlem O 259/Recht van exue te Haarlem
Achternamenindex

Gerrit van Schoten "willende uit de stad vertrekken metterwoon, zal dan geven voor pondgeld van al zijn goederen 4 £ gr Vl en vaaren daar het hem belieft"

1474-03-31 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 726
Jaartallenindex

schout en schepenen van Sloten en Osdorp oorkonden dat Jan Jansz en Claes Jansz erkenden dat zij omtrent een geschil over huwelijkszaken alinc ende al gebleven zijn aan den voorn. schout en schepenen, en dat volgens hun uitspraak Claes Jansz komen zal te Sloeterdijc metterwoon, en daartoe zal hij hebben alle hoele vaten dat totter coe toebehoort. Ende als zijn vrouw Katherijn Jansdochter sterft zonder kinderen, dan zal Claes dese hole vaten betalen met 3 R gld. Ook zal Claes hebben en gebruiken, zoolang hij op Sloeterdijck woont, land van Jan Jansz, als een goed buurman, tegen 5 R gld sjaars. Ende als Claes Jansz van Sloeterdije metterwoon vertrekt, zal Jan Jansz weer doen met zijn land wat hij wil, en Claes zal niet varen metterwoon met zijn moeder Griet Jans weduwe, en hij zal niet in comen eer ter laetster doet van Jan Jansz en zijn vrouw Lobbrich; tenzij dat Jan Jansz of Lobbrich stierf en een van beiden trouwde, dan zal Claes inbrengen alzulke goederen als hij met zijn vrouw Katherijn gehad heeft van haar ouders, en daar zal Claes intasten ende deelen ten halven, en de andere helft die Jan Jansz of Lobberich zal behouden, mag hij niet verquaden of verminderen. Deze uitspraak zullen zij houden op een boete van 20 R gld

Aernt Steffesen (zegel: een duif ?), schout, Claes Jansz, Jan Jansz en Jan Bouwesen, schepenen

Arkel, van | 1783-02-28

De Remonstrantse Broederschap, Naamlijst Predikanten p 55 en p 193, 373
Achternamenindex

Cornelius van Arckel, C.zoon, beroepen van Waddingsveen naar Rotterdam op 12 september, in dienst aldaar 1747-11-26. Emeritus 1769-09-11, metterwoon naar Waalwijk, gestorven aldaar 1783-02-28

1559-06-15 |

R.A.H. Coll Aanw 262 fol 320v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

de naeste vrienden en magen van Barthoud Gerritsz, wonende te Haarlem, requesteren aan het Hof van Holland dat deze om zijn slechte levenswandel op 1558-10-28 tot stedekind van Haarlem is gemaakt, waarbij Cypriaan van Maartensz, wonende te Haarlem, tot curator is benoemd. Daar zij dachten dat Barthoud metterwoon Haarlem zal verlaten, verzoeken zij het Hof om Cypriaan met de curatele te belasten. Het Hof voldoet aan dit verzoek

1543-12-12 |

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 54/Mathenesse
Haarlem Algemeen

schepenen van Haarlem oorkonden de huwelijksvoorwaarden tussen mr Gerrijt Henricusz van der Goude en Claertgen Willemsdochter, met haar vader en voogd Willem Hermansz Ramp, en mr Gerijt Hermansz Ramp, Jan Pieter Aemsz en Claes van der Laen Dircsz, hare oomen. De bruidegom brengt aan verschillende stukken land gelegen bij Gouda en Rijswijc. De bruid brengt aan verschillende landerijen onder Wormer, Knollendam en Graft. De bruidegom belooft zich metterwoon in Haarlem te vestigen, en daaruit niet te vertrekken zonder believen van Claertge Willemsdochter

1517-03-05 (1516) |

R.A.H. Coll Roeperpapieren Haarlem Inv 57c regest 81, 57d regest 89
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Jan Aerntsz geliede dat Harman Claesz hem al voldaan en betaald heeft van alsulken anpart, portie en deel van de custing van den huis en erf op Bakenessergracht, daer Harman Claesz voirs. te Meye naestcomende in zal varen metterwoon, als him Jan Aerntsz voirn daeran quam ende toebehoerde. Ende heeft daeromme de voirn. Jan Aerntsz deselve portie ende aendeel van de custinge van den huyse voors. de voirs. Harman Claesz claerlick geheel en al opgedragen ende quytgescouden, draecht op en scelt quyt mit desen brieve. Beschreven als: stukken betreffende het huis de Wildeman en omgeving op de hoek van de Bakenessergracht. Eodem die erkent Harman Claesz dat zijn zwager Jan Aerntsz hem voldaan en betaald heeft van zijn deel van de custing van het huis, erve en brouwtouwe op Bakenessergraft, daer nu tertyt de voorn. Jan Aerntsz in woent, als him Harman Claesz daeran quam ende toebehoirde. Ende heeft achtervolgende dien de voirs. Harman Claesz hetzelve deel v.d. custing van den huijse voors de voirs Jan Aerntsz clairlick ende al opgedragen, draagt op en schelt quyt met dezen brieve ten ewigen dage (vgl 1502-08-23, 1526-09-12)

Claes Diricxz van Paendren en Jan Nannincxz, schepenen (met hun zegels)

Berkenrode, van | 1626-07~

G.A. Haarlem Not Arch 59 fol 222
Achternamenindex

op verzoek van jhr Dirck van Berckenrode compareerde voor mij notaris, Lysbeth Aelberts, weduwe van Claes Baertsz, oud omtrent 80 jaren, wonende in de ban van Sparwoude, en heeft naar waarheid verklaard dat omtrent 66 jaren geleden, zij disposante in het dorp van Sparenwoude metterwoon is gekomen en van dier tyt tot vele en verscheydene reysen heeft horen seggen dat de hofstede gelegen benoorden de kerck van Sparwoude, eertijts bij haren tyt bewoont bij Jan Gerritsz genaempt was "de hofstede van Sparwoude" en dat zij verscheidene reizen daar geweest is en gezien heeft aan de muren en anders dat er een herenhuis gestaan had; Aleyt Claes, vrouw van Pieter Pietersz, dochter van deze Lysbeth Aelberts, oud 53 jaren heeft ook verklaard gezien te hebben dat er een grote kelder was met een grote ingang met een secreet, bemetselt was van de camer tot beneden, schijnende van ouds wel een heerenhuijs geweest te zijn. Aldus te Sparwoude, ten woonhuize van Pieter Pietersz zijpress ? en Lancelot Fransz, poorters van Haarlem

Brederode, van | 1617

R.A.H. Coll Aanw 459 p 27
Achternamenindex

memorie van heer Hendrik van Brederode over het zogenaamde huwelijk van Reynout III: de voorverhaelde heer Henrick van Brederode uytlandich soo gesturven zynde, trouwde zijn weduwe daaernaer wederom voor haar tweede man den Palsgrave op den Ryn, den grootvader van dien geene die daer naer hem liet kroonen Koninck van Bemen [= Bohemen] die selve mede gesturven zynde zonder kynderen by haer gehadt te hebben, is die selve weduwe wederom afgekomen in Hollant, metterwoon in den landen van Brederode, op het huys te Kleef, daer geleegen, in welcke goederen en heerlijkheden sij by haeren eersten man gelyftocht, terwijlen sy daer woenden is dickwijls te Vyanen gecomen, in dien tyt dat myn vaders moeder noch leefden, ende en lyet nooyt tot elcken reys, als sy te Vyanen quam mijn vaders moeder aan te spreecken als mede in t lest liggende in haer sieckbedde daerse daernaer oock van quam te sterven. Reynalt haren soon, myn vader, tot syn jaren gecomen zynde troude na zyn moeders doot joffr. Josyna van Arckel geheten Asperen, enige dochter van heer Johan van Arckele here van Vuren. Deze adellyke joffrouwe myn moeder sal. ged. is comen te overlyden in t lest van t jaar op Sainte Lucienavond 1601 op den huyse van den heere van Roen haer neve die daer was. Naerlatende myn vader, haren man, 10 levendige kinderen, 7 sonen en 3 dochters, welke soonen meest in de oorloge van Duytsland syn gebleven, den 4 zoon Henrick den scriver deses, oudt geworden synde 27 jaren naer dat hij eenige jaren in Vranckrijk hadde geweest in den dienst van den Coninck onder syn garde van daer comende in t beginsel van t jaar 1617 werden anno 1618 in t lest van Augustus van den heere van Brederode gebenificeert met het drostambt der stad Ameyde en hoogheemraad van Alblasserwaard