17 resultaten
Arkel, van | 1404
R.A.H. coll Aanw 96 fol 10
Achternamenindex
Mechteld Jan Jonijsdochter ontvangt dat Noerderweer van de 3 weren in het ambacht van Maeslant, belend noord: heer Arckel woninge, zuid: Philips van der Spangen, strekkende van de Maesdijk tot de weg en van de weg tot de Middelwateringe
1483-01-29 |
Partic Leenkamer Asperen 1 fol 3
Jaartallenindex
mr Philips van Malsen heeft met zijn momber opgedragen 4 morgen land in de heerlycheyt van Asperen in die Vyfhoeven, in die twe vorste camp van den vyffter hoeve van der stege, Dierick Ottens boven ende Gripmanshoeve beneden naest gelant. Vervolgens wordt Adam van Malsen beleend. Verder heeft mr Philips opgedragen drie halve campen lants in dieselve heerlycheid in die Vyfhoeven daer die 2 halve campen af leggen in Gripmanshoeff, streckende totter vorster middelwateringe to Ot van Malsens erve, ende Wember Aertsz boven naest gelegen, ende Gheryt Rutgersz beneden. Ende die andere halve camp leght over die vorste middelwateringe in die selve hoeve, Jan Hermansz erve boven ende die heilige kerck beneden in denselfden camp naestgelegen. Vervolgens wordt Adam van Malsen beleend (vgl 1519-06-13, 1473-03-25)
1567-08-04 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht etc fol 6v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat Nicolaes van Mierloo hem heeft opgedragen tbv Claes Aertsz, borger te Utrecht, ½ van 7 ½ morgen land gelegen bij Nievelt in onsen gestichte van Utrecht, op Bilevelt, streckende voor van Reijerscoopsweteringe af an die middelwateringe, belend oost en west: Jan van Lichtenberch, en dat hij Claes Aertsz daarmede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen
Cornelis Oem, Willem van Berendrecht, Otto van Steensel, Jan Beuckevort Jansz, leenmannen
1473-03-25 (1472) |
R.A.H. Coll Aanw 105 Caput Asperen fol 8
Jaartallenindex
Karel beleent mr Philips van Malsen, priester, na dode van zijn vader Otto van Malsem met: 1) 4 morgen lant in de heerlykheid Asperen in die Vijfhoeven in die twee vorste campen van den vorsten camp in die vyfste hoeve van der Stegen, Dirck Ot Govertsz gelant an die overste sijde, ende Gripmans hoeve an die nederste syde, leen van Asperen, 2) 3 halve campen lands in de heerlycheyt an Asperen in die Vyffhoeven, daer die 2 halve campen liggen voir in Gripmanshoeve, streckende tot der vorster middelwateringe toe, belend boven: Otte van Malsem en Wember Aerntsz, beneden: Geryt Rutgersz in denselven camp voirs, ende die andere halve camp lants gelegen in dieselve hoeve, over die vorste middelwateringe, daer boven naest gelant is Jan Hermansz erfnamen ende beneden naist gelant is in denselven camp die heylige kerke tot Asperen. Hulde doet voor hem zijn broeder Adam van Malsen (vgl 1483-01-29)
1527-11-04 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 39v
Jaartallenindex
Karel beleent Vriese Jansz van der Hoeve na dode van zijn moeder Margriete Gysbrechtsdochter van der Hove, met dat noorderweer lants van drie weren, gelegen in Maesland, belend zuid: de pater van St Barbara te Delft, noord: de erfgenamen van Gerrit Bueckelsz, west: Jan de Heuyter, streckende van de Maesdyck totten wegen toe, ende van wegen ter middelwateringe toe. Tot een leen binnen afterstusterkind niet te versterven
Crispyn van Boschuysen, ontfanger van de espargnes, Cornelis Barthouds, Anthoni le Bucq, leenmannen
1438-01-14 (1437) |
R.A.H. Coll Aanw 100 fol 74v
Jaartallenindex
hertog Philips beleent Aernt Jonisz met die noorderweer lants van drie weren gelegen in Maeslant, daer in voorleden tyden op placht te wonen Jan Aerntsz. Die hem aanbestorven zijn bij dode van Vriese van der Hoeve Vriesenz, diese in t lest van sinen live van de grafelijkheid van Holland te leen hield, zuid: Philips van der Spangen, noord: Jan van Wolfferen, west: die Maesdyck, oost: streckende tot den weghe toe ende van den wege tot ter middelwateringe toe. Binnen afterstusterkint niet te versterven. Gegeven 1437-01-14
1467-01-28 (1466) |
A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 114v/Reg Charolais fol 56v
Jaartallenindex
mr Anthonis Michielsz beleent Otto van Malsen met de lenen die hij houdt van de heerlijkheid van Asperen: 1) 4 morgen land gelegen in de heerlijkheid van Asperen in die Vyffhoeven, in die twee vorsten campen van den vorsten camp, in die vyfte hove van den steghen, an die overste zide: Dirck Ot Govaertsz, an die nederste zide: Gripmanshoeve, tot een recht erfleen, niet te versterven, te verheergewaden met een jaar rente, 2) 3 halve campen lants in de heerlijkheid van Asperen in die Vijffhoeven, daer aff die twee halve campen leggen voir in Gripmanshoeve, streckende tot der vorster Middelwateringe toe, belend boven: Otto van Malsen en Wember Aerntsz, beneden: Gerrit Rutgersz in denselven campen. Ende die andere halve camp lands gelegen in dieselve hoeve over die vorste middelwateringe, boven: Jan Hermansz erfgenamen, beneden: die heilige kerk tot Asperen. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 1£ goets gelts. Na zijn dood zullen deze drie halve campen komen op zijn zoon Jan, die hij nu levende heeft, 3) noch een camp lants gelegen voir in die Vyff hoeven, boven: Gheryt Rutghersz, beneden: Ott van Malsen voorn. selve. Leen van Asperen. Tot een recht onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met 1£ goets gelts. Na Otto's dood zal deze camp erven op zijn zoon Daem, die hij nu levende heeft
hier waren over: Ghysbrecht van der Mije, leenman van Holland, Henrick van Malsen, leenman van Asperen
1571-03-10 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel fol 152
Jaartallenindex
koning Philips beleent Adriaen van Meghen, wonende te Utrecht, na dode van zijn zoon jonghe Adriaen van Megen met: 1)½ van 18 morgen lands in den lande van Arckele in t Lange Nieuwlant, streckende van den Afterdyck tot die middelwateringe, zuid: Adriaen Stalpaert en t manhuys tot Gorckum, noord: streckende van den Leerbroucqschen opslach totten Achterdyck toe. Mitten vrijheden, dagelicxe gerechte, thien [thienden ?], vrij te blijven van alre schattingen, ongelden vrij te wesen ende te blijven, en metten buren niet te gelden in geenre wijs. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, leen van Arkel; 2) een camp van 4½ morgen gelegen in den 8 morgen in den lande van Arckel int lange Nieuwland, leen van Arkel
mr Cornelis Oem, Pieter van der Burch, Pieter Gerytsz, leenmannen
1459-07-10 | Mathenesse, oud
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 75v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
ick Peter Claesz doe cond dat ic vercoft hebben den Sartroysen by St Geerdenberg ¼ van 2 ½ morgen lands, daer die Sartroysen selve ½ of hebben ende myn moije, myns vaders wyf was, dat ander ¼ of heeft behouden. Gelegen in Oude Mattenesse gemeenre voer en gemeenre aerde metten Sartroyen voirs. ende myns vaders wyf was. Belend oost: dat clooster van Zion buiten Delft, west: die susteren van St Barbara binnen Delft, streckende van den Gronenwech an die middelwateringe toe. Al vry lant, niet anders belast dan met "zijn dagelics heemraets gelt". Daar ic selve geen zegel hebbe, heb ic gebeden Jan Pouwelsz tot deze tijd schepen van Sciedam deze brief voor my te zegelen
1558-01-10 |
G.A. Haarlem Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 102
Jaartallenindex
Dirrick van Berckenro, burgermeester der stad Haarlem, Jan Willemsz en Wouter van Rollandt, gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldaar ter eenre-, ende die erfgenamen van wijlen Cornelis Claesdochter, te weten mr Mathijs ende Jan Deijman, beyde van hair huysvrouwen wegen, ende Claes Nanninckzoen voor zichzelf en vervangende zijn zuster, ende Frans Gerijs van Sparendam voor zichzelf, ter andere zijde, zijn vergadert ten huyse van Henrick Willemsz in de Cruysstraet binnen Haerlem in de Vergulde Valck anno 1556-11-28, om te scheiden de volgende percelen: 9 maden lants en 1½ hont waerop die burgemr ende die gasthuismrs en mr Mathijs c.s. geset hebben op die 4 maden, te weten die venne 40 Kar gld, ende hebben eendrachtelycken dairom lot geleyt als dat behoort. Ende die burgemr met die gasthuismrs zijn gevallen metter loet dat after stuck leggende int Spernlandt achter die kerck off capel van Sparendam, dat belent heeft noord: Havick Jansz van Assendelft, zuid: Mees Diricksz, streckende van de middelwateringe tot aen den after Haefdijck. Ende mr Mathijs c.s. ende Frans Gerijtsz zijn gevallen met den loet an den venne, welcke belent heeft noord: die stede van Haerlem ende St Barberengasthuys binnen Haerlem in St Jansstraat, zuid: Antonis Claesz, van Sparendam, streckende van den middelwateringe tot an Tonis Claesz lant voors. Ende soe ist noch voirsproken dat dat afterstuck sal hebben die after haefdyck ende die venne die voer haefdyck, ende die zijtwint sal men sceyden als dat behoert. Des sijnt noch voirwaerden dat die ant afterstuck viel soude zyn materiael off misse mogen leggen op dat voirlantgen, aen de vaert ende die sloet opvaren tot ant afterlant tot sijnen wille omt lant te verbeteren
handtekeningen van Dirck van Berckenroe, Mathis Lambertsz, Claes Nannincxz, J. Deyman, Frans Gerijsz