10 resultaten
Muijl | 1483-06-03 - 1485-03-27
Rek Drossaard Land van Arkel Rek 3818 fol 7
Achternamenindex
van Govert Muijl, vleyscooper, voor den nacoop van 3 morgen land op Wolferen, ontvangen 40 sc; van Yeuwen Muijl van de nacoop van een huis op de Corten Dijck, 7 sc
Asperen, van | 1520/1521
Rek Drossard Land van Arkel 3837 fol 9v
Achternamenindex
ontvangst van nakoop: Jan van Knobbout Heynricsz over de nacoop van een huijs en hofstadt op den Langen dijk [tot Gorinchem]. Belend: Folpert Mathijsz c.s. en de weduwe van Jacob Zass c.s.
1532-09-02 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 196v
Jaartallenindex
Karel beleent Arent de Juede na dode van zijn vader Jan de Juede met die ambachte van de heerlickheyt [!] van Herdinxvelt, streckende van Schaluynresloot tot Giesenmonde, met haar toebehoren, met alle die breuken beneden 10 £, en van alle breuken en vervallen van deze heerlijkheid de 3e penn, "ende daertoe mede die breucken van den genen die op schepen eet spreecken of over schepenen vonnisse dingen sullen". Item die visserijen jegenwepen [? zegenwerpen] en aenwassen van den lande Scaluynresloot tot Giesenmonde toe, met toebehoren, op die noordzijde van de Merwede. Item die tiende van Bilrestege tot Ghiesenmonde toe. Item die veeren mit heuren opslagen aen beyden syden binnen de heerlickheyt van Hardinxvelt. Item die gifte en collatie van der kerke van Hardinxvelt. Item den thynse, maelerye, jaerschot, nacoop, vogelryen en twee paar oude zwanen in de voors. heerlijkheid te drijven en te houden. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Aert de Juede is onmondig, de naam van de voogd ontbreekt
Jacob Adriaensz v.d. Wiele alias Stalpaert, onse schout van den Hage, Pieter Boll, auditeur v.d. rekenkamer, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen
1543-12-17 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 308-310, 310-312
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Franchois van Wena opdroeg, ingevolge zijn procuratie gepasseerd voor de regering van Ysselsteyn dd 1543-12-01, tbv Hector van Hoxwier, alle alsulcke lyftocht, als hem competeert aen t huys van Ghysenburch mitter hofstede, cingelen, boomgaerden en heerlyckheyt van dien, mitten manschappen daertoe behorende ende daertoe die heerlyckheyt van der Nyeuwerkerk mitten baljuwschap derselver heerlykheid, mitten nacoop van den vercoften ende bestorven landen, mitten swaendrift van 16 paar oude zwanen en de visserij boven en beneden de brugge, een waterganck en twee gesworens die men hiet heemraden die een binnenslands, die ander op den hogen dyck, met een clerck die hij als heer van Nyeuwerkerck zal mogen setten en versetten. Ende noch die molen, corenthienden, smalthienden, jaerlyksen mercttol van beesten, exchys en het recht van der brugge, jaarschot, jaarlijkse thyns ende t pynterveer, zoals hij deze lijftocht bij de overdracht van deze goederen aan zijn zoon Jacob van Wena aan zich voorbehouden had, naar inhoud van het transport dd 1541-09-23. Eodem die confirmeert Karel etc mr Cornelis van Muyden, procureur postulant voor onsen Rade van Utrecht, als gemachtigde van Hector van Hoxwier, de overdracht van deze lijftocht
leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem van der Criep Pietersz, Nicolaas Barthouts Cornelisz
1486-05-06 |
Genealogie v.d. Does Voorburg fol 70/Familiearch Bredius/Leenregister Wassenaar C fol 36
Jaartallenindex
soo dede mijn heer van Wassenaer Philips van der Does tot sijn versoucke een uytsettinghe van zeeckere parcelen van lenen, hem aengecomen bij dode van zijn vader Bartholomeus van der Does, overmits groote sieckte dairmede hij jegenwoordiglyck bevangen is, ter tyt toe hij sal mogen reijsen ende van de voors. siecten genesen is. Gelovende mijn voors. heere als dan denselven Philips brieven van verlydinge te doen expedieren buten sinen coste, want myn heere voirs. sijn gewoonlycke hofrechten, heergewaden ende zegelgelden betaelt sijn. Ende voort hem geconsenteert om sonderlinge redenen wille, dat hij op zijn voirs. leengoeden sal mogen vercopen 1£ groten per jaar, ende sal diegene diet coopt dat ten erfleen ontfangen, ende houden sal tot dat men t lost. Op 1 juni soo verliet myn here van Wassenaer Philips van der Does Barthelmeusz het ambacht Heeren Heyenambacht, nu geheten Heren Jansdam, gelegen in Zwijndraecht, metten tienden in denselven ambacht en de gifte van de parochiekerk en een vicarie daarin, met de visserijen en sluysen in de Wael, de nacoop van de landen en renten die daerin vercoft mogen worden, den bierexcijs, de riethuyr, den oirt gelegen voir die sluyse. Ende ½ van den ambacht van den Linde met allen toebehoren
1502-09-23 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 95
Jaartallenindex
Philips beleent Jan die Juede Airntsz na dode van zijn vader Airnt die Juede met de ambachtsheerlijkheid van Hardincxvelt, streckende van Schaluynre loot tot Giessenmonde, met alle die breuken beneden 10 £ ende voort van allen anderen breuken ende vervallen toebehorende tot onze hoge heerlijkheid van Hardinxvelt den derden penninck. Ende daartoe mede alle die breuken van diegenen die op schepen eedt spreken of over schepenenvonnis dingen zullen. Item die visscherijen, zegenwerpen en aenwassen van den lande van Schaluynresloot tot Giesemonde toe met haren toebehoren op die noordzijde van der Merwede. Item die tiende van Bilrestege tot Giessenmonde toe. Item die veeren met haren opslagen aan beyden zijden binnen der voors. heerlijkheid van Hardinxvelt. Item die gifte ende collatie van der kerck van Hardincsvelt, die thijnse, maelrye, jaarschot, nacoop, vogelryen, twee paer oude swanen in de voors. heerlijkheid van Hardinxvelt te houdende [drijvende ?]. Leen van Arkel tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: 10£ van 40 gr Vls t pont, gelijk zijn vader Arent die Juede ende zijn oudevader Bruynsten de Juede dat gehouden hebben. Daar Jan die Juede onmondig is, heeft zijn neve Jan van Goir als gecoren voogd de eed voor hem gedaan. Op 1511-08-24 heeft Jan die Juede zelf de eed gedaan
present: Jan Dedel van Rysoort, Dirck van Boneem, Isbrant Pietersz, Pieter die Grebber, cleene Jan Bruin
1541-09-23 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 202-204
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn neve, ridder v.h. Gulden Vlies, Raad en Camerling den prince van Orangien, grave tot Nassau, stadhouder generaal van Holland, Zeeland en Vriesland, Franchois van Wena heer tot Ghysenburch ons opdroeg tbv zijn zoon Jacob van Wena: 1) dat huys van Gysenburch mitter hofstede, cingulen, boomgaerden, en de heerlijkheid van dien, metter manscippen daertoe behorende, en daartoe de heerlijkheid van der Nieuwerkerck metter baljuwschap en schoutambacht, metter nacoop van de vercofte en verstorven landen, met de zwaandrift van 16 paar oude zwanen, de visserij boven en beneden de brugge en een waterganck en 2 geswoeren die men heet heemraden den eenen binnens lants, den anderen op ten hogen dyck met een clerck die hij als heer van Nieukerck zal mogen setten en versetten als hem t goetdunken sal; 2) nog ⅓ deel van de nageschreven percelen van Nieukerck in de Ghresen [?], te weten van de molen, van de coren-, van de smaltienden, van den jaarlijksen mercttollen van beesten, van den exchyse ende t recht van den brug, van den jaarscote, van den thyns en van ½ van t Pynte (thynde) veer; 3) ⅔ deel van de nageschreven percelen van Nieukerk zie voren. Jacob van Wena wordt hiermee beleend tot onversterfelijk erfleen. Franchois van Wena en zijn huisvrouw zullen hun leven lang het gebruik ervan hebben
leenmannen: mr Nicasius Hanneman, advocaat in den Hove van Holland, Cornelis Barthouts, Vranck van den Houve
1543-04-04 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 354v
Jaartallenindex
supplicatie van Geerlof van Vliet, ambachtsheer van Aerntsberghe en Ammerstol, inhoudende hoe dat wijlen Jan van Woerden, in zijn leven heer tot Vliet, suppliants vader, octrooi kreeg om te testeren, en heeft de suppliant wesende syn jonger sone bij zijn testament de ambachtsheerlijkheid van Aerntsberghe en Ammerstol, gelegen in het graafschap Holland, onder conditie dat hij de renten van 120 Kar gld jaarlijks daeruytgaende, toecomende de susteren Guilelmine ende Anna, elcx 24 Kar gld en zijn zuster Sibille 12 Kar gld, en bovendien de onkomsten van den dijk te zijner laste staande, die ook jaarlijks groot en swaar vallen, zodat de innecomen van de ambachtsheerlijkheid daarof meestendeel onseecker is, als recht van den nacoop ende coren- en kennipthienden die jaarlyc meer en min gelden, naer dat vele ende luttel gesaijt wordt ende dat het gewas wel of qualyck voorkomt, zodat de inkomsten zeer onzeker zijn, en hem luttel blijft om met 5 kinderen bij te leven, zoadat hij suppliant vervallen is in merkelijke schulden. Hij heeft nu iemand gevonden die zijn schulden betalen wil en nog daarboven een grote merkelijke somme tegen afstand van de genoemde heerlijheden. Zijn broers Gerrit en Hubrecht van Vliet consenteren in deze verkoop. De keizer consenteert ook in deze verkoop, die weliswaar in strijd is met het testament van hun vader (vgl 1545-05-23)
1534-08-19 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 294, nogmaals fol 269v (volledige tekst), fol 295, 271v
Jaartallenindex
(het begin van de akte ontbreekt) Karel beleent Franchois van Wena ….. hem aengekomen en bestorven zijn bij dode en makinge van zijn vader Jan van Wena, in leven heer van Giessenburg, den navolgende percelen van lenen: 1) dat huys tot Giesenburg, mitter hofstede, cingelen, boomgaert en de heerlijkheid van dien, mitte manschappen en een stuk land daertoe behorende, geheten die Nesse, 2) ende daertoe die heerlijkheid van der Nierkerk, mitten baljuwschap en schoutambacht derselver heerlykheid metten nacoop van den vercoften en van den verstorven landen met die zwaendrift van 16 paer oude zwanen. Mitter visserij boven en beneden die brugge, ende eenen waterganck ende twee gezworenen die men heet heemraden, den enen binnen slants ende den anderen op ten Hoogendyk, met een clerck die hij als here van Nyerkercke zal mogen setten en versetten alst hem goetduncken sal, 3) ende bovenal t voors. noch ⅓ deel van de nageschreven perceelen van Nierkerk, in die Ghiesen, te weten: van der molen, van der corenthienden, van den smalthienden, van den jaerlicxen mercttollen, van beesten, van de excyns, van het recht van der Brugge, van jaerschot, van de jaerlijkse thins, en van ½ van t Pynte veer. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. De voors. Franchois [van Wena] maakt deze goederen ½ tot lijftocht voor zijn moeder jvr Elisabeth van Busschuysen, haar leven lang, achtervolgende de uyterste wil van wijlen zijn vader
Jasper van Treslong, onse schout van Haerlem, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen
1535-05-13 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 24v-27
Jaartallenindex
Karel verleent Huge Pietersz, burger der stede van Dordrecht, octrooi om bij testament over zijn goederen te mogen disponeren; 1536-03-28: extract uit het testament van wijlen Huych Pietersz, ambachtsheer van de Lindt, door Anthonis Jansz, notaris en priester. Huych Pietersz maakt zijn zoon Joris: - ½ van den ambacht van de Lindt met nacoop van de lande ende renten daerinne, met dien uytergorre buyten om Swindrecht, sijn portien mit die visscherijen, die bruyckt Arien Apersz en Matheus Apersz. Dit sal Joris vooruyt hebben als leenvolger; - ½ van de hofstede te Woude met zijn toebehoren en daartoe die ½ van 4 weren lants, houdende tesamen 52 morgen lands, alsoo die gelegen zyn tussen Ryderkercken ende Slyckerveer, daarof binnensdyks gelegen zijn 11½ morgen, ende bruict Heindrick Jansz, ende 2½ morgen leens, ende bruyct Michiel Henricsz, ende 1 hont bruyct Heindrik Willemsz den morgen getaxeerd voor 10£ gr Vls eens, des sal t uyterlandt binnen gaan ende niet getaxeerd zijn. Hij maakt Marieken: ½ van de hofstede van de Woude met 2 weer lands, bedyckt en onbedyckt, groot wesende 20 morgen, daarof die 10 morgen lands bedyckt zijn met dien huyse gelegen tussen Ryderkerck ende Slyckerveere ende bruyct nu Pieter Pietersz, ook den morgen getaxeert voor 10£ gr Vls, ende dat buyten lant sal binnen gaen en niet getaxeert zijn. Aan zijn dochter Lysbeth: 16½ morgen lands in Swindrecht in den lande van Zuyt Holland, in een landeken geheten die Hoghenesse, den mergen getaxeerd voor 7£ gr Vls eens. Des sullen uytreycken dien kinderen voors. d'een d'ander alsoo veel als zij meer hebben, dat sij gelyck begroot mogen wesen. Aldus geextraheerd bij mij Anthonis Jansz (vgl 1537-04-28)