10 resultaten
Rol | 1349-1350
Rek Rentmeester Kennemerland 798 fol 4
Achternamenindex
lutteke Rolle: van de tiende van Graft; (fol 12) 1 mad in Biscopsveene, van Smedigenland, die oude verworpen dyc int Noortende van Schermer, 3 made
1628-04-12 (1)
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 12
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Willem Thijsz, onze buerman, verkoopt aan Lucas Valckenburrich, een stuckgen lants ofte lasch, streckende beneffens zijn bleyckerije en Blommendaels meer van het noortende aff van de voors. bleek tot het zuytende toe aen de bleyckery van Claes Boon. Koopsom 24 gld
Jan Jacobsz Dickman, schout, Willem Pietersz Couhorren en Claes Reijersz, schepenen in Tetrode
1511-03-31 |
R.A.H. Coll Roeperpapierien Inv no 116 regest 86
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Pieter Dirick Kerstgensz.z en Frans Garbrantsz, memoriemeesters in de parochiekerk, met Claes Aerntsz als voogd, opdroegen ten vrijen eigen aan Jan Diericxz metselaer een ledich erve, liggende tegen dat convent van St Michiel over, tussen de Grote Houtstraet an die oostzijde ende die Gierstraet an die westzijde, streckende mittet noortende an Jan Diericxz
Andries van Foreest en Jacob Diericxz de Vriese, schepenen
1501-03-20 |
Cartul St Jan Haarlem no 1094
Jaartallenindex
Jacob Alewynsz [doorgehaald en vervangen door Arlewijnsz] erkent gehuurd te hebben van den commandeur van St Jan te Haarlem 5 morgen lants "als ic dat laest gebruckt hebbe, gelegen in den ambacht van Monster, ende heeft belegen west: Alewyn Vrankenz en Jacob Martynsz kinderen en het capittel tot Naeldwyck, zuid: Monsterdyck, dat noortende opstreckende tot Zwaerslant". Jaarlijks voor 5 nobel en 5 goede capoenen, 10 jaar lang, ingaande anno 1501. Daar hij op dese tijt selve geen zegel heeft, zegelt Alewyn Frankenz, myn vader, voor mij [boven Alewyn Frankenz is vermoedelijk een r geschreven: Arlewyn]
1501-06-30 |
Cartul St Jan Haarlem no 1103
Jaartallenindex
schepenen van Monster oorkonden dat Jan Claesz erkende ingehuurd te hebben van den commandeur van St Jan te Haerlem 4 morgen, een hont en 25 roeden lants, die Dirck Deijn zijn voersaet plach te gebruken, ende is gehieten den dyck, sjaers om 8 ½ £ Holl, 3 zak tarwe en 2 capoenen, gedurende 10 jaar, ingaande anno 1501. Welk lant belegen heeft nu ter tijt dat Noortende die H. Geest tot Haerlem, dat Zuidende die Gantel an die Hofflaen, oost: mijn vrou die abdisse v.d. Lee, west: die Regulieren van t s Gravenzant
1400-03-05 (1399) |
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 652/Reg Albrecht V fol 374v
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht vergunt Jan Heinrxzoen van sinen camp lants die hi liggende heeft in onser wildernisse van Haerlemmerhout neffens Jan Pelsers Cruus te begripen ende te begraven een hofstede van 32 roeden lants, die breet wesen sal aen dat suytende 9 roeden, ende an dat noortende 6 roeden, ende dieselve hofstede te beheijnen ende te bepoten mit soden end mit doernen sonder eenige verbuernisse jegens ons ende onser heerlicheyt. Voirt hebben wij Jan Heinrixsoen voorn. sulke graice gedaan als wair dat sake dat him eenige beesten ontliepen uijt sinen camp voors, dat hi elc schair van dien beesten sal mogen lossenen mit een grooten
1596-02-08 (VII) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 93, 93v
Jaartallenindex
Jan Aerian jonge Jansz erkent schuldig te zijn Cornelis Louwers, goutsmit, poorter van Alcmaer, als voocht van de weeskinderen van Gysbrecht Pau, in zijn leven poorter van Alcmaer, 25 Kar gld hoofdsom, rentende 6 gld per jaar, verzekerd op zijn huis en erve daar hij nu in woont opt noortende van Coedyck, belend zuid: Wouter Aelbertsz, noord: Pieter Claesz; - Willem Jacobsz, van Heyloo, als voocht van Marytgen Pietersdochter, weduwe Pieter Jansz Bilman, van Huyswaert, transporteert aan Cornelis Thomas een acker saetland, gelegen tot Bergen op de Nes, 4½ snees, west: Cornelis Thomas, oost: Willem Cornelisz Clicken. Onderpand: een acker saetlant gelegen op Hauyswaerdergeest in de ban van Coedyck, belend zuid; Jan t lacken, noord: Pieter Heijn, van Coedyck; - mr Pieter Allertsz als oom een voocht van Jan Jan Allertsz, zijn broederszoon, scheldt quyt Jan Jacobsz Hout van St Pancras, een acker saetland, groot 6 snees, belend met vroonlanden, gelegen op Vroondergeest, binnen onsen banne, genaamt "de Cuyl", voor 108 gld; - Cornelis Louwers kent schuldig te zijn Harcke Claesz, poorter tot Alkmaar, een losrente van 6 gld 5st, hoofdsom 100 Kar gld, verzekerd op een acker saetlants gelegen in t Cromdel, west: Jan Cornelisz Schoorl, oost: Jan Gerritsz Jan Nooms met zijn croft vroonland
Jan Gerritsz, schout, Pieter Gerritsz en Jacob Jan Symonsz, schepenen
1506-04-17 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Putten fol 155
Jaartallenindex
Philips beleent mr Michiel van Almonde mr Jacobsz na dode van zijn vader mr Jacob van Almonde in zijn leven onsen eersten raet ordinaris in Hollant: 1) een duynken geheten Berchout in het ambacht van Lisse, te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) die visserij van twee walen, gelegen omtrent een huis staende in den ambacht van Pernisse. Ende die visserij van omstrent 32 gemeten land gelegen in de oude Pernisse binnen den wege, streckende van Willem Gysbrechtsz af tot Scrycwale, ende van Scrycwale tot Coze (??) Aerntsz huys toe, ende een droogendyk met sijn alinge, aengaende van den voors. huyse tot Pernisse toe, ghehieten den Hofdyk en nog een paar oude zwanen, die hij hebben zal naast den voors. huyse en hofstede broedende [?], van Put, tot een recht erfleen, heergewade een stoop Rijnwyn; 3) ⅓ deel van ½ van 6½ gemeten lants in den ambacht van heer Symonshaven bij heer Symons huys van Marckenburch, oic van Putten ten rechten erfleen. Heergewade: 5sc Holl; 4) ½ van den tiende van alinge den polre van Cortambacht die mit Rooden bedyckt is an den zuydwinsen dyck met syn toebehroren van coren en lammeren van dat men daerop winnen mach. Ende daertoe ½ den droogen Zuijtwinsendyk die an dit Cortambacht leyt, van den noortende van den nieuwendyck van Cortambacht voors, streckende zuytwaart totte sceijsloot van Rooden tegens Verlijen wech, ende aen beyden zyden van den dyck totter dijkdelven toe ende dat den voors dyck toebehoort. Tot een recht erfleen van Putten, te verheergewaden met 3 stoopen Rynwyn; 5) nog 7 gemeten leenland in Bornisse ende int oude lant. Te houden van Voirne
Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, Willem van Ruyven, Reinier Willemsz, cleene Jan Bruin
1390-03-23 |
Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana no 11/1
Haarlem Algemeen
wij broeder Coenraet van Bruynsberch, meester Sint Johannes ordenen in Duutschen landen des heiligen hospitaels van Jherusalem, doen kont etc ende bekenen openbaerlic also als an der hogher muren after onser kerken ende en infermerie te Haerlem 4 cleyne husekens of cameren gevangen en ghetimmert syn die tot onsen Goedshuus daer horen. So hebben wi mit rade ons lieven in Gode broeder Rutghers Pouwelsz ons stedehouders in dezen huse ende in der balie van Utrecht des selven ordens (Gode van hemelricke) etc bepaalt als dat alle weghe noettruftiche huysarmen die godvruchtich zijn en van eersamen bescheyden leven zijn in die voers. 4 huyskens jof cameren herberghe hebben en wonen zullen puerlic om Gods wille. Tot welker armen behoef onse lieve in Gode broeder Dirc die Roper ordens voers. sal. goede gedachten mit onser wille en verlof ghegheven heeft een morgen lant luttel min of meer, die gelegen zyn in den ambacht van Ryswyc in eenre woninghe die geheten is die Brake, daer die lenden of zyn op die oestzyde belegen heeft in deser selver woninghe gmeenre voren en onverscheyden mit twee morgen lands die Heilig Geest van Ryswyc ende op die westside Aper Coman dat zuyteynde an den Breden wech streckende, dat noortende streckende an dat ambacht van den Haghe. Welk land nu gelt 22£ Holl sjaars, daarmede men de voirs. vier huiskens of kameren mede in timmeringe in helen wanden en dichten dake zal houden. De rest moet gegeven worden voor de noetturf van de voors. armen. Bij gebreke moeten de huisjes overgebracht worden naar het huys van Utrecht want die een overste is des commandeurs of stadhouders van Haerlem etc
1557-09-20 | Schoten, Akendam, Heemstede o.a.
R.A.H. Coll Aanw 141 fol 596/Reg Nassau fol 346v
Jaartallenindex
koning Philips beleent heer Hendrik here van Brederode here tot Vianen etc na dode van zijn vader Reynout, Ridder van onsen ordene van den Gulden Vliese etc, met: 1) sekere heerlijkheden, goeden, ambagten, met duinen, wild, wildernissen, wind, windval, weyden van beesten, manschappen, baten, profyten, leggende op de z.z. van de Haarlemmerweg die men gemeenlijk seyt de Sijlweg, regt opgaende deur t Swarte Veld tot aan de See toe, ende van t noortende van Santvoort, zuidwaarts strekkende tot aan de Stokweg ten eynde toe van den Kyfduin, den Kyfduin daarin begrepen. Tot een regt leen. Uitgezonderd onse princelykheid van den groven wilde ende van den staanden groenen hout. Erfpacht 325£ Holl tot 30 gr stuk. Volgens brieven dd 1505-12-03 aan zijn vader verleend. Item één hart te jagen in t saysoen; 2) de smaltienden van Heemstede, 3) het ambacht van Velsen, 4) de heerlijkheid van Schoorl, regte lenen; 5) t goet in t Oge, ⅔ van de corentienden in Schoten geheel. En 10£ uit de tienden van 's Gravenbroec bij Voshol; 6) de burg met haar hofstede, tussen die waterpoorte van de stede van Vyanen ende de poorte derselver stede tot Lexmond waert, daeraf een deel van der selver burg binnen der stede muren legt ende een deel daarbuiten ter Lek waart. Ende nog daartoe dat voorburg van der selver burg, daer de poorte toorn tot Lexmonde waart inne staat. Tot een regt erfleen; 7) de hoge heerlijkheid van Jaarsveld, regt erfleen; 8) het huys tot Jaarsveld metter hofstede daer t op staat en met 14 morgen land daar t huis op staat, opstrekkende van de Lekke totter Lopikerwatering, onversterfelijk erfleen; 9) de goeden en geregten van Bolgerije met 16 honnen (!) lands, met tienden en chynsen, tot een erfleen; 10) tienden en alle uiterlanden gelegen op de riviere van der Lekke, alzoo verre als die heerlijkheid van Vyanen en Jaarsveld strekt, onversterfelijk erfleen; 11) de ambachtsheerlijkheid van Akendam, Hofland en van de Leede, tot een regt leen; 12) 50£ uit de tienden van Waddinxveen; 13) ¼ van de tienden in het ambacht van Leyderdorp met 26 morgen land. Met ¼ van de tienden in de Waard aldaar. Regt leen; 14) de hoge heerlijkheid metter wildernisse etc van den dorpe van Bergen in Kennemerland. Tot een onversterfelijk erfleen; 15) de ambachtsheerlijkheid van Bergen, zoals Floris van Haemstede die te houden placht; 16) dat huijs tot Schoten met allen sijnen erven die daartoe behoren, leggende tot Schoten, tot een onversterfelijk erfleen; 17) ⅔ van de grote Geesttienden en ⅔ van de veentienden met de henniptienden ende vlastienden, gelegen allebeyde in den lande van Heemstede. Voor Hendrik doet hulde, eed en manschap zijn rentmeester Ysbrand van Sparenwou, procuratie dd 1557-08-20
Cornelis Barthouts, Symon Pijl, Cornelis Dirks, leenmannen