79 resultaten

Cruce, van der | 1434

A.R.A. Rekenkamer no 864, 751a rood fol 2; J.C. Kort: het Hof te Haarlem
Achternamenindex

de bede van Haarlemmerwoud: "dat is vergaen mitten water in Haarlemmermeer", geconstateerd door deurwaarder Jan van der Cruce [Haarlemmerwoude was een onderdeel van de parochie Nieuwerkerk, als Boesingheiliede was deze onder een andere naam bekend]

1519-08-27 |

Arch Abdij Egmond Inv no 343
Jaartallenindex

Albert van Rijeck, schout in Alcmaer, oorkondt dat joncfrou Clemens van Foreest, portersse van Alcmaer, met haar gecoren voogd Adriaen Dircsz, erkende verkocht te hebben den abt van Egmond, ⅓ deel onderdeel van een weide lands gelegen tot Rinnegom binnen den ban van Egmond, gheheten die Weijde met dat hec ende met 2 rietbusken, also groet ende cleijn als die principaelbrief dat inhout

1470-02-10 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 238
Jaartallenindex

Barthout Hughenzoen, schout in den banne van Utgheest, oorkondt dat Zierick Dircxz geliede dat hij verkocht heeft aan heer Bertholmeus Meyndertsz, priester en pater van St Anthonisklooster te Haerlem, ⅓ deel van een stuck land, daar ⅔ van toebehoort Allert Heijnenz, onderdeel, gelegen in den ban voorn, belent west: die H. Geest binnen Haerlem, oost: Symon Nannenz, noord: Rembrant Claesz, zuid: Symon Nanneke

Jacob Gawijnsz en Jan Gherbrantsz, schepenen

1480-12-15 | Heemstede

Bissch Arch Haarlem 11 kl A 21
Jaartallenindex

Dierick Spijcker oorkondt dat hij verkocht heeft ten vrijen eygen aan Claes Bertelmeeusz van der Meer die helfte van een stucke lants onderdeel, dair die wederhelft van denzelven lande Dierick Henrixz of toebehoert, gelegen an Pijlslaen binnen den ban van Heemstede, belend west: Arendt Hoppenaers kinderen, oost: Jacob mager Heijnen neve, streckende voir van Pylslaen after an t gasthuys lant

tughen: Willem van Adrichem en Jan Boudewin Claeisz; met zegel van Dierick Spycker: een getande keper beladen met 3 rozen [?], in de rechterbovenhoek: een 6 puntige ster

1507-07-28 |

G.A. Haarlem Inv I no 1630 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Jaartallenindex

schepenen in Hoechtwoude oorkonden dat Mathijs Jansz erkent verkocht te hebben aan Thaems Claesz en Jacop Heinricxz, H. Geestmeesters van Haerlem, een morgen lants leggende an die Wisen binnen den banne voorn, onderdeel mit die H. Geest gemeen daer die Heilige geest of koech soeven morghen, ende Mathys Jansz dat achtende morgen welc lant nu ter tyt lenden of sijn noord: Willem van Rieck's erfnamen, zuid: Pieter Mathysz van Hoern

Dirck Jacopsz, schout van Hoechtwoud (met zijn zegel), Mathijs Jacobsz en Dirck Pietersz, schepenen

Bardesius | 1564-1566

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 695/1
Achternamenindex

Willem Dircsz Bardesius, schout van Amsterdam, huurt van de Regulieren te Heiloo de groond waarop het in 1532 afgebrande Reguliersklooster te Amsterdam heeft gestaan; 1544-01-26: aangevuld 4 juni d.a.v. een onderdeel van de grond werd 1559-01-17 verhuurd aan het St Jorishof. Moeilijkheden over vergoedingen na het einde van de huurovereenkomst, proces; 1551-1552: Willem Dircsz, schout van Amsterdam

1495-08-09 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 216a/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex

Arys Florijs, poorter in Hairlem, oorkondt dat hij verkocht heeft aan Geryt Claes Willemsz, poorter in Haerlem, 20 R gld sjaers half onderdeel met dat gasthuus gemeen ende dair oeck dat cloester van Engmont 7 stuvers sjaers in. Dit lant is gelegen in den ban van Limmen ende in de ban van Akersloot met dat gasthuus van Hairlem gemeen onderdeel. Het lant in Limmen heeft belent zuid: Dyrck Pieter Gerytsz en Adaem Gerytsz, west: Michiel Claesz, noord: dat cloester van Egmont, oost: die zusters van Zijl [Zijlklooster te Haarlem]. Ende voirt 2 acker lants ende leyt in den ban van Akersloet met dat gasthuis van Haerlem gemeen, ende heeft belent zuid: Lysbeth comen Dyrcks weduwe, west: die Scoudijck, noord: Huug Meynaertsz, oost: Lijdwwech, ende noch ½ acker van een acker ende heeft belent zuid: Adaem Gerytsz, west: die Scoudyck, noord: Aecht Claes die Vriesendochter, oost: Wouter Reijersz. Tughen, poerters in Haerlem, Pieter Jansz en Dyrck Claesz. Daar Arys Florysz voorn. zelf geen zegel heeft, zegelt Jacop Willemsz, leenman der grafelijkheid van Holland voor hem (vgl 1496-04-30)

1555-06-10 | Heemstede

Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A no 62/Cartul Michielsklooster Haarlem fol 10
Jaartallenindex

Gelis Jansz, schout in de ban van Heemstede, oorkondt dat Jan Raet Pietersz, poorter tot Haerlem, overdroeg aan mr Dirck Kerstensz, priester, pater van St Michielsconvent binnen der voors. stede van Haerlem, ½ van een stucke lants van omtrent 11 ½ hont, onderdeel en gemeen is leggende met St Michielsconvent voors, in de ban van Heemstede, noord: Pylslaen, oost: Claes van Schoerl, zuid: die weduwe en erfgenamen van Jan Gherijtsz, west: die memory binnen Haerlem

Galeijn Dircksz, Louris Symonsz, schepenen, medebezegeld door Jan Raet

1467-03-26 | Aelbrechtsberg

Arch Kerkvoogdij Haarlem Inv no 186 fol 14v regest 212/Cartul Zeven Getijden Haarlem
Jaartallenindex

in "de Kijfcamp". Aernt Jansz, die molenaer, oorkondt dat hij verkocht heeft aan de getijdemeesters binnen Haerlem ⅕ deel van een hont lants gelegen in de ban van Aelbrechtsberghe, onderdeel gemeen mit den getydemeesters voers. ende mit Dirck Huge Claesz, ende mit St Elisabethsgasthuijs binnen Haarlem, ende is geheten den Kijffcamp. Op 1558-05-03 met het gassthuis geruild voor land in Uitgeest (vgl 1456-02-05, 1468-07-08, 1467-03-06)

tuygen: Pieter van Beyeren, Willem Egbrechtsz, scoemaker; daar hij zelf geen zegel heeft, verzoekt hij Claes Gheryt voor hem te zegelen

1450-03-17 | Akersloot

Cartul St Jan Haarlem no 463
Jaartallenindex

Jan Reynersz, scout van Akersloet, oorkondt dat Lambrecht Heynricsz erkende verkocht te hebben aan heer Gerrit van Schoten, commandeur van St Jan te Haerlem, 1 ½ made lands min ½ vierendeel van een mat, onderdeel gelegen in den banne van Akersloet, ende belent hebben Louwerijs Henricsz ant noordeinde, oost: Jacop Eijlken, zuid: Lubbrant Jansz, west: Symon Aelken cappelrij lant. Waarborgen voor hem Lourys Heynricsz ende Dirc Heynricsz. Bezegeld door den schout, anno 1450 op St Geertrudendach (vgl 1448-02-22)

tughe: Dirc Claesz ende Claes Heynricsz