10 resultaten
1591-01-08 |
Ms Opstraeten dl III fol 1519/Gaasbeek
Jaartallenindex
Aert van den Sande als gemachtigde ende rentmeester van de momberen van Lambert Snoeije, wonende te Amsterdam, tbv Lambert Snoeije, noch onmondich synde, na dode van zijn vader Joost Snoeije, het goet tot Smiddelaer
present: Goert Gerritsz van der Eem, Aert van Hardixvelt
1512-02-21 (1511) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 32v
Jaartallenindex
burgermrs, schepenen en raad van Breda oorkonden dat heer Engelbrecht van der Dussen, canonick tot Breda, en zijn broer Jan van der Dussen, castelein van St Geertruidenberg als oomers en gecoren mombers van Jan, onmondich zone wylen Floris van der Dussen, broeder was van henluiden, volmacht geven aan Jan van Langeraeck, om namens hen te compareren voor de stadhouder van lenen van Holland en voor de stadhouder van lenen van Nassau, om te ontvangen alle lenen die het onmondige kind zijn aanbestorven van hun vader wijlen Floris van der Dussen (vgl 1511-02-27)
1506-10-04 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 4
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Ariaen Ockersz.z na dode van zijn vader met: 1) die ambachtsheerlijkheid van oude Alblas met thijnsen, renten, goeden en manschippen daer toe behorend, 2) 23 morgen lands gelegen in die Grote Nesse, 3) 15 morgen land in die Matena. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een rode havick of een Vrancr schilt daarvoor. Verder nog: 4) ½ van 8 morgen met timmeringe ende huysinge die daerop staen in den gerechte van Alblas aan die zuidzijde in een weer land, oost en west: Ocker Jansz kinderen. tot een recht erfleen niet te versterven. Heergewade: 1£ goets gelts. Daar Cornelis onmondich is, doet Jan Heindricsz als zijn gecoren voogd de eed
present: Pieter Plumioen, Dirck van Boneem, Anthonis Jansz, cleyne Jan Bruijn
1494-05-02 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 24
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Pieter van Giesen Willemsz na dode van zijn vader Willem, den dyck ende die dyck kavelinge, alsoe als die gelegen zyn tussen Hoernaer en Reygersvliet, aengaende dat een eynde van den voors. dyck tot Hoernaer, aen die hofstad die Herman Wolfaertsz te wesen plach, en dat ander eynde aengaende aen den wech die uyt den Grooten Waert overkomt jegens Reygersvliet. Leen van Arkel, te houden tot een recht erfleen. Daar Pieter onmondich is, doet Adriaen Willemsz als zijn gecoren voogd de eed voor hem. In margine: op 1517-06-13 doet Pieter van Gysen Willemsz zelf de eed in handen van Vrederick Renesse van Wulven heer van t'Oistmalle
present: Tielman Oom van Wyngaerden, Jan Wynantsz, Dirck van Boneem, Willem Jacobszoon natuerlyke zoon van Assendelft; 1517-06-13: mr Tielman van Dullekom, Raad en mr v.d. reeckening, Jacob Snouck, mr Cornelis van Schoonhoven
1495-03-19 (1494) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Woerden fol 8v
Jaartallenindex
compareerden op huiden voor den Hove van Holland Jan en Willem van Gommengies alias van Nesse, gebroeders, bekennende dat zij op huiden vóór de stadhouder en leenmannen gecedeert hebben tbv mr Jacob van Barry, secretaris ordinaris myns heren, die hofstede van der Nesse, met 22 morgen lands en toebehoren, daeruyt Anthonis Claesz van Nesse alias van Gommengijs, noch onmondich wesende, hoirluyder broeder [zoon], bewyst was jaerlycx tot zynen lyve te hebben 2£ gr Vls, ende dat zij denselven Barry die voors. hofstede verkocht hadden vrij van alle kommer ende last, soo geloofden die voors. gebroeders, ende elk een voor al, als voochden van den voors. Anthonis, hore broeder zoon, den voorn. mr Jacob van Barry te ontheffen, kost en schadeloos te houden van de 2 £ gr sjaars. T voors. Hof condempneert beide broeders tot de betaling van deze rente van 2£ sjaars (vgl 1494-01-01, 1495-06-08)
present: heer Cornelis van Dorp, heer Philips van der Spaenge, ridders; geteykent J.C. Duyst
1568-06-22 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Heukelom etc fol 45v, 46v
Jaartallenindex
op huyden compareerde voor de president en stadhouder van de leenen van Holland, heere mr Cornelis Suys heere van Ryswyck, jouffr. Maria van Ymmerseele, weduwe douwagiere van Heuckelom, Leyenborch etc als moeder en wettige momberse van haar onmondich weeskint Maria van Arckel, bij wijlen jhr Otto van Arckel geprocreert, geassisteerd met mr Willem de Cocq, advocaat van het Hof van Holland, en verzoekt uit naam van jvr Marie belening met de heerlijkheid, slot, stede en lande van Heuckelom, haar aanbestorven van haar vader jhr Otto. Presenterende dat hulde, eed en manschap gedaan zal worden door jhr Vincent van Lochorst, here van Heemstede. De stadhouder van lenen consenteert hierin. Eodem dato heeft Vincent van Lochorst op verzoek van vrou Marie van Ymmersele als hebbende de garde noble en voichdie van jvr Maria van Arckel, haer enige dochter geprocreert bij jhr Otto van Arckel, de eed gedaan voor stad, slot, land, heerlijkheid van Heukelom
ter presentie van jhr Vincent van Lochorst heer van Heemstede, Cornelis Oem, Jan Beuckevoort Jansz, leenmannen van de grafelijkheid van Holland
1494-05-02 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 32, 33
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Willem van Mairle Medaertsz zowel voor zich zelf als voor zijn zuster jvr Josine van Mairle, also sij noch onmondich is, opdroeg tbv Thomas Bueckelaer, rentmeester generael van Holland en Vriesland, die heerlijkheid ende t dorp geheten Ottenland in Alblasserwaard, met hoge en lage gerechten en ½ van den thyns, thienden en excysen, zoals Willem die in leen houdt. Item noch die wederhelft van den thijns, thienden, exchys ende anders den toebehoren van de heerlijkheid en dorp voors, zoals jvr Josine die in leen houdt. Dit alles belast met een losrente tbv jonge Henrick Knobbout en andere oude renten daaruit gaende, waarmee dit leengoed reeds belast was, vóór Willem en jvr Josina er mee beleend waren, uitgezonderd de lijftocht die jvr Lysbeth van der Haer, weduwe van Medaert van Maerle, daar uit heeft. Vervolgens doet jvr Lysbeth afstand van haar lijftocht aan dit leen tbv Thomas Bueckelaer. Met het verzoek om Thomas er als een Arkels leen mee te belenen. Op 1494-09-12 wordt Thomas Bueckelaer met dit alles beleend
Geryt heere tot Abbenbroeck, ridder, Philips Ruychrock van den Werve, Geryt Jacobsz, leenmannen van Holland; 1494-09-12: Philips Saij, Dirck van Boneem
1549-07-19 |
R.A.H. Coll Aanw 252 fol 170v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
heer Joost van der Bronchorst, ridder, als oom en toesiende voicht van Elisabeth, onmondich weeskint van joncker Jan van de Werve, geprocreert bij jvr Catherine Jongelincx, althans huysvrouwe van mr Aelbrecht Jansz, en Jan van Dompselaer als geordonneerde curator van tselve weeskint ter eener, en mr Aelbrecht Jansz, namens zijn huisvrouw, ter andere zijde, hebben bij request te kennen gegeven dat zij t.a.v. de tussen hen gerezen geschillen een acoord gesloten hebben: aan jvr Catherine competeert als weduwe "restoir van ½ van seecker huys en erf" te Noordwijk, dat men in leen houdt van den heer van Wassenaar, door joncker Jan staande huwelijk gekocht en zeer verbeterd. Daar Elsabeth aan haar moeder daarenboven nog 316£ 9sc schuldig is gebleven bij slot van rekening van de schulden van jhr Jan die betaald waren. Aangezien het voors. huis een reparatie behoeft van wel meer dan 100£ en Elisabeth geen geld heeft om de schuld en de reparatie te betalen, daar de moeder ook de lijftocht heeft van de goederen, behalve 80 gld per jaar, waarvan Elisabeth moet leven. Heer Joost had daarop het huis te Noordwijk voor 475£ verkocht aan mr Aelbrecht Jansz, in betaling waarvan tbv Elisabeth een rente van 15£ per jaar gepasseerd zal worden. Het Hof approbeert het contract
1569-05-04 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Gelre etc fol 53
Jaartallenindex
koning Philips beleent Johan van Randenraet, wonende in den Kleynen Broeck in den gestichte van Collen [Keulen] voor hem zelven ende uijten name van zijn gemeen broeders en zusters, alle achtergelaten kinderen van wijlen jhr Andries van Randenraet en jvr Katharina Schellings, en hem aangekomen bij dode van jhr Georgius Schelling, schiltknape, haerlieder oom van moeders zijde, die dat van ouds verheven hadde tbv de voors. achtergelaten kinderen, die doen ter tyd noch onmondich waren, op de conditien ende naer uytwysen onser registeren van Holland daervan zynde, dat goet van Cleynenbrouck in den ampt Leijdtburch in den gestichte van Collen, met allen synen toebehoren, zulcq die voors. jhr Georgius Schelling op voorgaende beloftenisse ons daerop gedaen, overgebracht ende te bouck doen stellen heeft, naer vermelden onser registeren van Holland: 1) die gifte van den personaet ende kerk tot Buijtgenvoort, alle andere officien en beneficien daartoe behorende, 2) die gifte van der kerke van Cleyenbrouck met allen toebehoren, 3) een tiende gelegen in den Cleynenbrouckervelt, doende jaerlyks 35 paer koerens ongeveerlyck, 4) 100 morgen aertlants daer ± 70 in Cleynenbroeckervelt ende die ander 30 morgen in den grafelycken landen gelegen zijn, 5) een holtgewalt in Buijtger gemarckt, 12 morgen Broucks, 9 morgen vendtz gelegen achter huys haeff daerin die koeweyden mit gerekend zijn, 57 maelder rogge erfrente, 100 maelder haver en 5 maelder geersten, 143 hoenderen daer dat huys van Lijdtborch jaarlijks 50 aff gheeft ende uytreyct ende die andere hoenderen ende voirs. erfrenten die gemene naburen ende kerspelluyden aldaar jaarlijks uytreycken, sonder enige fraude off argelist. Te houden van de grafelijkheid van Holland Johan van Randenraet q.q. tot een onversterfelijk erfleen. Te verheffen als middelleen met 10 Kar gld en een heergewade. Jvr Catharina Schellings behoudt haar lijftoch haar leven lang
1670-07-11
R.A.H. O.R.A. 6550 fol 59v
Transportregister Zijpe
de heer Timotheus Weesart, advocaat te Amsterdam, als gesubstitueerde van Jannetge de Munt, vrouw van Dirc Brugge, vogelcoper te Amsterdam (procuratie voor notaris Niclaes Brouwer te Amsterdam dd 10 juli en voor notaris Jurriaen de Vos 5 of 6 juni l.l) erkennen tot meerder zekerheid van 2000 gld capitaal uit een schepenkennisse ter somme van 4160 gld capitaal, gepasseerd voor schepenen van Amsterdam, dd 1662-05-24, tbv Anna Huijbrecht ende nu toecomende de Srs Jan van Loo, Laurens Jans Nooten en Franchois van Bijler, voor hemselven voor ⅖ parten, en noch als voocht over het onmondich weeskint van Titus van Rijn x Magdalena van Looi, alle respective erfgenamen van wijlen Anna Huybrechts, weduwe van Jan van Loo, hun moeder resp. schoonmoeder, specialijc mits desen te verbinden een halve vogelcoij met de helft van 20 morgen land waarop des vogelcoy is leggende in de Sype in de groote middel U, cleyne ooster D en weste r, belend oost: de Boschweg, zuid: Pieter Raap, west: de Sypse dijc, noord: mr Adriaan Raap, en voorts al de goederen van de voorn. Dirc Brugge. Dese brief is 1670-11-06 getransporteerd aan Frederic Boonen, wyncoper tot Amsterdam. Afgelost en voldaan 1672-06-11