9 resultaten

1496-11-04 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 60v, 65
Jaartallenindex

Philips beleent vrouwe Maria vrouwe van Zevenbergen na dode van haar zuster vrouwe Gijsbrechte van Zevenbergen, in haar leven vrouwe van Voorburch, met: 1) die heerlijkheid van Nieucoop, in hoge- en lage gerchten met renten, vogelrijen, visserijen, opcomingen, behalve de gift van der kercke die de graaf aan zich houdt, tot een onversterfelijke erfleen. Hulde doet haar man heer Cornelis van Bergen, heer van Zevenbergen, onse Ridder, Raad en Camerling

present: joncker Floris, enich zoon tot Ysselsteyn, here van St Martynsdyck, Pieter Dircksz, Crispyn Jansz

1530-08-09 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 35v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat mits cessie, overgifte en transport ons gedaan bij heer George zone tot Egmond, abt van St Amand, onse neve, volgens accoord dd 1530-06-25, van de heerlijkheden van Hoichtwoude en Eenrtswoude met allen renten, thienden, prouffyten, opcomingen, vervallen en rechten, mit die tiende van Woggenem, en oock van de ambachtsheerlijkheid van Spanbrouck mette tienden, vervolgens heer Karel grave van Egmond, zyn broeders zone, beleend heeft, met: 1) die heerlycheden, hooge en lage van Hoochtwouderban ende Eertswouderban, also verre als dat scoutambacht ende scependom strecket te water ende te lande, gelegen in onsen lande van Westvrieslant, met alle die renten, tienden etc, ende dairtoe ook die tienden van Woggenem. Mitsgaders dat huys van Hoochtwoude met 3 morgen land. Te houden tot een onversterfelijk erfleen; 2) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Spanbrouck, met toebehoren, boeten, tienden, renten, tynsen, vogelryen, visseryen, profyten, opcomingen; 3) met de andere helft van de voors. ambachtsheerlijkheid van Spanbroek, onversterfelijk erfleen. Daar heer Karel grave van Egmond onmondig is, doet Adriaen van Borsselen de eed voor hem (vgl 1530-06-25)

mr Barthoud van Assendelft, secretaris in onse Camer v.d. Rade, Augustyn van Teylingen, Cornelis Barthouds, leenmannen

1484-03-27 (1483) |

R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Arkel etc fol 12/Reg Max. Philips fol 4
Jaartallenindex

Max. en Philippus belenen Gillis van Valckesteyn Willem Symonsz.z den dienst van lantmeeter te zijn van allen den lande ende polres, die binnen den lande en heerlijkheid van Putten gelegen zijn, mit alsulcke nutschappen en profyten, emolumenten ende opcomingen en vervallen als daartoe staende ende gewoenlic is. Leen van Putten te houden tot een erfleen. Heergewade: een stoop Rynwijn. Vervolgens draagt hij deze dienst over aan Reyner Willemsz dier er tenslotte mede beleend wordt

present: Gerrit van Abbenbroek, Jan van Rietvelt, Claes van Ruyven

1583-11-30 |

P.N. van Doorninck: Inv Verz Charters v.d. Does regest 99/Mathenesse
Jaartallenindex

Willem bij de gratien Goedts prince van Oraingien enz als dezelve gedefereert zijn de Hoge Overicheijt binnen de landen van Hollant, mitsgaders de Ridderschap, Edelen en Gedeputeerden der steden van Hollant, representerende de Staten dier landen, verklaren dat verkocht is uit de domeinen van Holland 2/48 deel van de bedycte en onbedijcte landen, gorsen, slyken en opcomingen van Bonaventura, gelegen in den lande van Strijen, binnen de grenzen volgens het accoord tussen de grafelijkheid en de ingezetenen van 1527, in het geheel groot 2400 morgen, voor 3000 ponden, aan Johan van Mathenes heer van der Rivire

1520-12-13 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 14v
Jaartallenindex

Karel etc oorkondt: dat voor onse lieve en getrouwe Raad Frederick van Renisse van Wulven heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de graaf van Nassau, gecomen is onse lieve en getrouwe neve, raedt en camerling en ridder van onser orde heere Johan grave tot Egmond here tot Bair, die ons opdroeg tbv zijn broer jhr Joris van Egmond: 1) de heerlijkheden, hoge en lage van Hoochtwouderban en Ederswouderban, also verre als dat schoutambacht en scependom strecket te water en te lande, alsoo als die gelegen zyn in onsen lande van West Vrieslant, met allen renten, tienden, profyten, opcomingen, vervallen rechten. Ende oock daertoe de thiende van Wognum samenlyck met allen hueren toebehoren, also vry en groot en cleyn als dieselve heerlicheden, renten, goeden en thienden in voorleden tyden onsen voorvaderen, graven te Holland, daer sij of gecomen sijn, toebehoord hebben. Mitsgaders dat huys van Hoochwoude en 3 morgen lands daertoe behorende, tot een onversterfelijk erfleen; 2) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Spanbroec met alle boeten, tienden, renten, visserijen, vogelrijen, prouffiten, opcomingen en al wat daer toe behoort, tot een onversterfelijk erfleen; 3) ½ van de voorn. ambachtsheerlijkheid. En dat hij vervolgens jhr Joris van Egmond hiermede heeft beleend. Behoudelic de lijftocht van zijn moeder vrou Magdalena van Wardenburch aan deze lenen. Daar jhr Joris onmondig is, doet heer Floris Oom van Wyngaerden heer tot Ysselmonde, ridder, onse Raet, de eed voor hem

leenmannen: heer Willem Oom van Wyngaerden heer van Albrantswaard, ridder, Adriaen van Dorp, Augustyn van Teylingen, Cornelis Barthouts, mr Cornelis Anthuenisz

1527-08-31 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 132
Jaartallenindex

Karel beleent jvr Janna van Zwieten, na dode van haar neve Jan van Zwieten, met: 1) de heerlijkheid, hoge en lage, van Opmeer, met alle renten, thienden, profyten, opcomingen, vervallen en rechten te water ende te lande. Onversterfelijk erfleen; 2) vijf hoet rogge per jaar uit de thiende van Hazaertswoude, tot een onversterfelijk erfleen; 3) de ryntiende gelegen aan de zuidzijde van de Rijn in den ambachte van Soeterwoude en Hasaertswoude, streckende allen den Ryndyk langes, tussen der Roodenburgerthiende ende den Oostkae, ende een luttel over die Kae tot Alphen waert aen te houden. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar zwager heer Willem van Alckemade, ridder

mr Nicolaes van Essche, mr Jacob de Jonge, heer van Baertwijk, Raden en Rekenmeesters van Holland, mr Willem Goudt, Raad en ontfanger v.d. bede in Holland, Vincent Dammas, auditeur van de rekenkamer, Balthasar v.d. Hogelande, Cornelis Barthouts, leenmannen van Holland

1530-12-31 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 20
Jaartallenindex

Karel beleent Jan Zoudenbalch na dode van zijn vader Evert Zoudenbalch met: 1) de heerlijkheid, hoge en lage van Oirc ende Emelwairde, mit vervallen, opcomingen en renten met alle toebehoren, 2) 36 stucken lants dair die munte op plagh te staen, 3) 8½ stucke lants in Aernt Lokemansland, 4) 4 stucken lants die Thys Wynkins placht te gebruiken, 5) 9 stucken lants daer die Heuijter op placht te wonen, 6) 11 stucken lants daer die Wyseman op placht te sitten, 7) 21 stucken lants die die Rabbaert te gebruiken placht. Welke voors. goeden alle gelegen syn in Emelwairde. Te houden tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven

Cornelis Barthouds, Jan Gans, Willem Jansz, leenmannen

1567-05-02 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht fol 4v, 5v
Jaartallenindex

schout, burgemeesters en schepenen der stad Utrecht certificeren dat jhr Gerrit Zoudenbalch here Johanszone volmacht geeft aan Jacob de Rijck om namens hem, als erfgenaam van zijn broeder wijlen jhr Eeverdt Zoudenbalch, heer van Orck ende Emeloirt, voor de stadhouder van lenen zijn leen te verheffen; 1567-06-23: koning Philips beleent hem na dode van zijn broeder jhr Evert Zoudenbalch met: 1) de heerlijkheid van Orck ende Emelwairde, mit vervallen opcomingen en renten en allen andere toebehoren, 2) 36 stucke lants, daer de munte op plach te staen, 3) 8½ stucke lants gelegen in Aernt Lokemanslande, 4) 4 stucke lants die Thys Wijnkins placht te gebruiken, 5) 9 stucke lants daer de Kuijter op placht te wonen, 6) 11 stucke lants daer de Wyseman op woonde, 7) 21 stucke lants die de Rabbaert te gebruycken placht. Welcke goede alle gelegen zijn op Emelwaert. Tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven. Jacob de Ryck doet de eed voor hem volgens zijn procuratie

Cornelis Oem, Pieter Herweijer, Willem van Berendrecht, Jan Jansz, leenmannen

1494-02-17 (1493) |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 36, 37v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland certificeren dat die Edele ende geboortige Vrouwe Marie Vrouwe van Zevenbergen, met haar man de Edele en vrome heer Cornelis van Bergen, ridder, here tot Zevenbergen, om te voldoen aan de arbitrale sententie uitgesproken tussen vrouwe Marie voors. aan die een zyde, ende haar zuster vrouwe Gysbrechte van Zevenbergen, vrouwe van Voorburch, op die tijt huisvrouw en tegenwoordelyk weduwe van heer Philips van Wassenaer, an die ander zyde, bij de stadhouder-generaal en de raetsluden van Holland, gedaen op 1492-12-31. Zoo heeft vrouwe Maria voors. opgedragen met haar man als voogd "behoudens een genoemt Plamps van zulke venen als hij van mij als here van Nyeucoop gecocht heeft", die heerlijkheid van Nyeucoop, in hoghe- en lage gerechten, met den renten, vogelryen, visseryen, opcomingen etc, tbv haar zuster vrouwe Ghysbrecht voirs. Met het verzoek om laatstgenoemde daarmede te belenen. Op 1494-07-09 wordt vrouwe Gysbrechte van Zevenbergen met de heerlijkheid van Nyeucoop beleend, uitgenomen de gifte van de kerk aldaar, die de grafelijkheid aan zich behoudt. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een rode sperwer. Floris Oom van Wyngerden, onse griffier, doet als haar gecoren voogd de leeneed

Adriaen van Raveschote, heer van der Capellen, Hannairt van Wyck, Jan van Os Hermansz, leenmannen; voor Jan van Os zegelt zijn vader Herman van Os; 1494-07-09: present heer Cornelis van Dorp, ridder, mr Jan van Schoonhoven, mr Gerrit van der Mye, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz