Oem | 1269-12-14

v.d. Bergh II Nal 49

Achternamenindex

Godscalcus dictus Scriver, zijn vrouw Volquindus en zijn zoon dictus Oem, oppidani nostri, [stamvader van het geslacht Oem] schenken zichzelf en hun goederen aan het Duitse huis te Dordrecht

Amilio de Houweninge, sacerdos, Egidius de Berendrecht, milite, Theodericus de Stolwike; schepenen van Dordrecht: Ghiso, Gerardus filius Bertrodis en Henricus Friso

Haerlem, van~ | 1262-10-16 (1262-12-16)

v.d. Bergh II no 92

Achternamenindex

Theodericus zoon van Theodericus Reynboldus, oppidani in Hairlem, wordt beleend met tienden bij Rijnsburch, Sasnem, silvam Lisse, land bij Nortighe, Aboosvenne geheten, als hij zonder nageslacht sterft te komen op zijn zuser Machtildis

Barendrecht, van | 1269-12-14

v.d. Bergh II Nal no 49

Achternamenindex

schepenen van Dordrecht, Ghiso, Gerardus filius Bertrodis en Henricus Friso, verklaren dat Godschalk dictus Scriver en zijn vrouw Volquindis en zijn zoon Oem, "oppidani nostri", zichzelf en al hun goed aan het Duitse huis hebben overgegeven, behoudens de rechten van de graaf van Holland

Amilio de Houweninge, sacerdote, domino Egidio de Berendrecht [dezelfde als heer Gillis van Voorschoten?], milite; Theoderico de Stolwike

1273-10-09 |

v.d. Bergh II no 260

Haarlem Algemeen

graaf Floris V oorkondt dat hij voor alle diensten die dilecti oppidani nostri de Harlem hem bewezen hebben, beloofd heeft "literas et privilegia, que idem habent super jurisdictione et libertate oppidi sui a dilecto patre nostro, domino Wilhelmo quonadam Romanorum rege, inviolabiliter observare promittimus", en vermeerdert deze. Datum ad Alberti montem in officio b. Dyonysii

1324-06-21 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 52v/L.R. 11 fol 16v

Jaartallenindex

graaf Willem geeft over alle oorlogen en geschillen bestaande tussen hem en communem terram de Oistfrisia en hun helpers "firmas et secruas treugas, quae intrabunt dominca post translationem beati Martini proxima nunc futura duraturas usque ad festum omnium Sanctorum tota die continuata". Cum eisdem acceptamus unum diem observandum in festo Bavonis proximo in oppido nostra apud Haerlem ad quem diem veniendi secure et redeundi ipsis usque ad 60 personas quas secum adducere velint, sive de Stauria sive aliunde, firmum conductum concedimus per praesent. Onder voorwaarde dat beide partijen hun gearresteerde goederen behouden, behalve Arnoldus de Melenhem, "nostri oppidani Dordracensis, que sibi debent reddere et persolvere". De graaf ontslaat hun gearresteerde goederen in terra nostra de Thessele

1480-08-03 |

Bissch Oud Arch Haarlem 9 kl A 22

Jaartallenindex

Nycolaus Sill, publicus imperiali auctoritate notarius, instrumenteert dat Nicolaus Wolteri, incola Amsterdammensis partium Amsterlant, legateert aan het convent van St Ursule in Purmerend datgene wat wijlen zijn dochter Margareta vóór haar ziekte reeds gelegateerd had nl 3½ coeven op die Dreij in Heijn Dirck Risses ven gelegen in banno Purmerende, belend a parte boreali: Hero Petri Bettis, a parte australi: filii Heymanni van IJlp, nl 1 coeven tot gebruik en eigendom van het klooster en 2½ coeven voor uitdeling aan de armen. Acta fuerunt hec in opido Purmerend pertinentem [?] Waterland in domo habitationis honesti viri Pauli Theodrici Wolfs, oppidani opidi Purmerend. Presentibus domino Paulo Theodrici, presbytero, Ysbrando Petri Vries, Gherbrando Theodrici Wolffs, Nicolao Copp [en ?]

Sassenheim, van | 1341-10-11

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 217/Arch St Bavo Haarlem regest 10, 15

Achternamenindex

Jacob de Zazzenem, vicecuratus van de parochiekerk van Haarlem, verklaart in opdracht van de officiaal van de bisschop van Utrecht, Pieter Heinricsz, koster van 's Gravesande, geinstitueerd te hebben als kapelaan van de kapelanie op het H Kruisaltaar, gesticht door Ghiselbertus f. Johannis, oppidani de Haerlem. [Deze opdracht dd 1341-09-20 eveneens getransfigeerd. In de regestenlijst opgenomen op 1345-09-20, geheel foutief] (transfix bij 1341-09-07 en 10-08)

1391-10-31 |

Bissch Oud Arch Haarlem

Haarlem Algemeen

Johannes van der Beke, clericus Traj. notarius, instrumenteert dat Elzabeth relicta Alberti Johannis, haar testament maakt, waarbij zij legaten vermaakt aan de kerkfabriek te Haerlem, aan het hospitaal, aan de Carmelieten een rente van 1 oude schild sjaars op het huis en erf van Symon van Geervliet in Haerlem. Aan de Predikheren aldaar 1£ op haar landen gelegen in den Hout. Aan de parochiekerk aldaar 6 solidos op het huis en erve van Otto van Bilant. Aan de kinderen van Wilhelmus Goeswini 10£. Aan de kinderen van Johannes van der Laen 10£, St Jan in Haerlem 1£. Legaten aan de zusters v.d. 3e orde in Haerlem, aan de arme begynen, Carmelieten. Aan de kinderen van Rissendis van den Werve 10£, en Heynrico famulo Diedwini 10£. Aan Jacob Ysbrandi 1£, en Katherine vrouw van Gerbrand Johannes 5£. Executeurs broeder Herman, prior van de Carmelieten en mr Ghisebertus Soijersz en Johannes v.d. Laen,oppidani van Haerlem. Acta sunt hec Haerlem in domo inhabitationis sepedicti testatricis

presentibus: Nycholao Hoon, Johanne de Eemskerc, Theoderico filio Ghiselberti pistore, Petro Henrici, Petro filio Johannis Stephani oppidanis Harlemensibus

1546-02-19 |

Bissch Oud Arch Haarlem regest 418/Oorspr Inv no 391

Haarlem Algemeen

notaris Theodricus de Schoerle instrumenteert dat honeste virgine Elisabeth filia Theodrici, Cornelia filia Jacobi de Griecken, en Katherine filia Arnoldi, bagine in Haerlem, en Mcolaae (? onleesbaar) Wilhelmi [Claes Willemsdochter] Grauwert uxor Andree Michaelis, oppidani Harlemensis, getuigd hebben op verzoek van Clare filia Petri van der Delle et Margarete filia Theobaldi, bestuursters van het bagijnhof te Haarlem. Lysbeth getuigt dat Aecht Jan Hughensz weduwe die met haer dochter Geertruyde Jansdochter bagijn op den groten Hof te Haarlem heeft gewoond op den grote Hof in Sint Agnietenconvent en gaven tesamen voor hun kost, de een 12 en de ander 10 R gld sjaars. Dat de mater hiermede niet tevreden was, waarop Aecht antwoordde dat zij of haar dochter het convent later wel tevreden zouden stellen, waarna Guerdt voors. besprak aan genoemd convent na haar dood een stucke lants gelegen in de ban van Heemskerk mit die commanduerslant van Haerlem gemeen, geldende Guert's deel op die tyt 2 Kar gld sjaars. De anderen bevestigen dit getuigenis. Acta fuerunt haec in baginagio in domo Clais van der Delle

1378-02-17 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 228 regest 25, 26/St Bavo Haarlem

Haarlem Algemeen

notaris Jacobus Mensonis de Novo Aemstel, clericus Traj, instrumenteert dat Gerardus dictus Zeelander, Gerardus dictus Vossel et Gerardus de Spaernewoude, oppidani in Haerlem, een kapelanie in het oude gasthuis te Haerlem stichten ter ere van de H. Maagd Maria. Na de dood van de stichters zullen kerkmeesters het collatierecht bezitten, gepresenteerd moet worden een familielid van de stichters. Gerardus Zeelander schenkt: 1) ½ van een stuk land infra parochiam de Haerlem apud silvam Haerlemensem, infra terras fratrum domus hospitalis Jhosolitam in Haarlem an die noordoost zijde, en het land van het "hospitale in Haerlem" en aan de H. Geest in Haerlem aan de zuidwestzijde. Waarvan de andere helft aan Gerardus de Spaernewoude toebehoort. Gerardus dictus Vossel schenkt peciam terre quinque mensurarum cum dimidia, "made" genoemd, infra parochiam de Haerlem in loco dicto Waerde ad quandam aquam die Leede vulgariter dictam ad partem meridionalem, et terras ad Egidium uten Waerde ad unam partem, ac terras Wilhelmi filium Hebbenz [!] ad alteram partem, groot 5½ mensuras. Zij mogen daaruit 6£ genieten, d erest van de opbrengst komt aan Gerardus Vossel zolang hij leeft. Gerardus de Spaernewoude schenkt 40 solido Holl per jaar na de dood van Dyeuwer relicte Jacob dicti Zoete, en ook uit de goederen van Ysbrandus dictus Vroulyn [Vrouwelinc]. Voor de bediening presenteren zij Walterus Louwe, presbyter. Na de dood van hun drieen zal de collatie komen aan de magisters fabrice ecclesie Harlemensis. Acta in domo in St Jansstraet waar de 3 fundators in wonen. Met de goedkeuring van de bisschop van Utrecht Arnoldus de Hoern

mr Reynero de Ryedwyck, Nycolao Zeelander, cyrurgu.., Theoderico f. Johannis Sertore, incolis