Bedoelde u soms?
odeke | odenz | oedenz | oerden | orde | orden | ordine | ordini | ordonn | ormete | orten | osdene | ouden | oudere

25 resultaten

1521-04-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 61v
Jaartallenindex

Karel oorkondt: dat wij ten vervolge en ernstiger bede van mr Balthasar van Hoogelande heeren Lievynszoon ridders, als gemachtigde van onsen getrouwen neve en ridder van onser ordene, heren Adolf van Bourgongnien, heer van Beveren etc, approberen en confirmeren alsulke belasting van 12£ gr Vls per jaar op zijn heerlijkhede van Duvelant, leen van Holland, tbv vrouwe Marie Hegels, weduwe heer Johan van Nyewenhoven, ridder

1517-03-03 (1516) |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 101v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat jhr Joost heere tot Cruninghen tot Heemvliet, hem opdroeg tbv onse lieve en getrouwe neven heren Floris van Egmonde enich soon tot Yselsteyn, here van St Martynsdyk, ridder van onser ordene, stadhouder en generaal capitein onser landen van Oost Vriesland, dat slot en de heerlijkheid van Ackoye, met allen den gerechten, hooghe ende laghe, met tienden, renten en vervallen, visscherijen, vogelryen, te water ende te lande c.a. en dat hij heer Floris vervolgens hiermede heeft beleend als leen van Voorne

heer Jan van Duvenvoorde, heer Willem van Alckemade, ridders, mr Mercelis van Zegerscapelle

1523-09-07 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 114v
Jaartallenindex

Jan heere van Bergen op ten Zoom, van Wailhem, Grimbergen, Glymes etc, ridder van der ordene van den Gulden Vlies, oorkondt dat hij volmacht geeft aan onsen rentmeester van Bergen, Gielis van der Cleeren, om namens hem te verheffen in het leenhof van Holland 1/24e deel van de heerlijkheid van Vosmair metten tienden, heerlijke rechten en anders sijn toebehoren, als wij opten 1522-12-15 bij coop verkregen hebben tegen heeren Janne van Overhof, priester, en de andere kinderen en erfgenamen van wijlen Mercelis van Overhof (vgl 1523-09-07)

1539-04-22 | Westzaan

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 18, 19
Jaartallenindex

keizer Karel beleent na opdracht door Catheryna Roelofsdochter met Gerrit van Sparwou als gecoren voogd, vervolgens jvr Haas van Sperwou Gerrytsdochter, met ½ van 19 maden land gelegen buitendijks bij Zaanerdam in de ban van Westzanen, tot een erfleen. Jacob van Duyvenvoorde doet als haar gecoren voogd de leeneed. Op 1554-03-27 [= 55] dede Christoffel van Schagen, als man en voogd van zijn husivrouw jvr Hase van Sperwou, de eed in handen van heer Maximiliaen van Bourgogne, ridder van der ordene van de Gulden Vlies, Admirael van der Zee, stadhouder generaal van Holland, Zeeland en Vriesland

leenmannen: Floris van Assendelft, heere van Goudriaen, onse castellain van der Goude, Cornelis Barthouts, Willem Criep; 1554 leenmannen: heer Willem Snouckaert, ridder, Raad Ord, Jasper van Bloys van Treslonge, baljuw van Voorne, Cornelis Barthouts, Job Jansz

1533-08-13 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 102v
Jaartallenindex

Anthonis van Bergen, heer van der stadt ende landen van Waham, ridder van der ordene van het Gulden Vlies, Raad en Camerling der Keiz. Maj, gouverneur van het hertogdom van Luxemburg en het graafschap van Namen, oorkondt dat hij volmacht gegeven heeft aan mr Cornelis Bogaert, onse stadhouder, en mr Henry Boedin, om namens hem beleend te worden met 1/24e deel van de heerlijkheid van Vosmaer, zoals Loys van Vernewyck of diens procureur zal vertiën tot onsen behoeve, achtervolgende zeker concept tussen ons en de voors. Loijs van Vernewyck gemaeckt (vgl 1533-07-23, 1534-03-01)

1522-03-22 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 28
Jaartallenindex

Johan grave van Egmont, heer tot Purmerende, ridder van der ordene, oorkondt dat hij volgens van den keizer verkregen octrooi dd 13 februari jl om te belasten mijn dorpe en heerlijkheden van Warmenhuysen, Harinckerspel en Oudtkerspel, die ick van de grafelijkheid van Holland in leen houd, en daarop tbv Jan Casselaire een losrente te vestigen van 400£ gr Vls, losbaar den penn. 16, en dat hij de lasten van genoemde heerlijkheden op zich neemt alsof deze belasting niet heeft plaatsgevonden. Des t oirconden heb ick mijn gewoenlic hantteycken hier onder gestelt en mynen grooten zegel hier an gehangen, op 22 maart 1521 na den loop s Hofs van Holland (vgl 1522-02-13)

1519-02-11 (1518) (1) |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 8v
Jaartallenindex

Karel beleent onse seer lieven getrouwen neve ende ridder van onser ordene, Raidt, Camerlinck, admirael van der Zee, heeren Adolph van Bourgongen, heren Philipssoon, here van Beveren, van der Vere, van Vlissingen, van Duvelant na dode van zijn moeder onse lieve nichte vrouwe Anna van Borsselen, in haar leven vrouwe v.d. Vere, Vlissingen, Duvelant mitten duynen aldaer, met alder justitie, hooch-, middel en lage, en met anders allen anderen vriheden, rechten en toebehoren. Behouden onse onse diensten van beden en heerwaerden ende onse souverainiteit, manschap en ressoert, alles ten vollen verclaert in de coopbrieven daervan wesende van wijlen heer Wolfaert van Borssele, daer wij ons toegedragen. Tot een onversterfelijk erfleen. Joost Cornelisz doet als zijn gemachtigde de eed (procuratie dd 1519-02-06)

1534-03-01 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 105
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor de stadhouder van leenen compareerde Jan Cornelisz Sijtwint, burgemeester der stede van der Tholen, als gemachtigde van jhr Lodewyck van Vernewyck opdroeg tbv onsen lieve en getrouwen neve, ridder van onse ordene van den Gulden Vlies, Raad en Camerlinck heren Antheunis van Berghen, marcgrave van de stad en lande van Berghen, graaf van Walam, gouverneur van het hertogdom Luxemburg en graafschap van Namen: ⅓ deel van ⅛ deel van de heerlijkheid en tienden van het land van Vosmaer, mit ambocht, ambochtsgevolg en ambachtsrecht, zoals de voors. joncker Lodewyk van de grafelijkheid van Holland en Zeeland te leen hield, en dat hij heer Anthonis van Berghen vervolgens hiermede beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen. Mr Cornelis Boomgaert, stadhouder van Bergen, doet de leeneed namens hem (vgl 1533-07-23, 1533-08-13)

Jan van Nederveen, Laurens de Veer, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1496-02-28 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 53
Jaartallenindex

Philips beleent Willem van Naeltwyck als gesette voogd tbv prior en gemeen convent van OLVr klooster in Bethlem der ordene van Cistarcien bij onsen dorpe van der Wateringe, alsulck nageschreven leengoed als wijlen Jan Schout Claes als gesette voocht van denzelven clooster tbv het klooster in leen hield: 1) 10 morgen op t lent beoosten den boomgaerde ter Wateringe, 2) een stucksken lands met solvelden, tesamen groot 2½ morgen land, 3) dat moleweer met die 3 weeren oostwaerts daeraen gelegen, 4) een camp lants, gehieten den Duyfhuyscamp, groot 4 morgen uit 25 morgen lants, in den Poel te Wateringen, 5) 7 morgen in den ambacht van der Wateringe, belend oost: het clooster van der Leede, west: t susterhuys van St Aechte te Delft, noord: die kercke van Monster, zuid: die noortwech [notwech ?] van t land. In een onsplittet onversterfelijk erfleen

present: heer Cornelis Cruesingh, ridder, heer van Benthuysen, houtvester van Holland, Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet

1532-08-07 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 28, 29
Jaartallenindex

Reynoult heere tot Brederode, tot Vianen, burchgraef te Utrecht, heer ter Ameyden, tot Berghen in Kennemerland, oorkondt dat hij achtervolgende zeker accoord en overeenkomst met zijn schoonmoeder vrouwe Anna geboren gravinne van Nieuwenaer, gemaakt op 1532-02-07, bekennen mits desen denselven onsen schoonmoeder schuldig te wesen in rechter douairie achtervolgende de accoorde de somme van 1600 Kar gld tot 20st stuk, zolang zij leven zal. Hij verbindt hiertoe alle onse goeden van Brederode, gelegen in den lande van Holland, naer door den keizer daartoe op 1531-09-05 verleend octrooi; 1532-10-20: Karel beleent Anna geboerne gravinne van Nyeuwenaar, vrouwe douaigiere van Brederode, ingevolge de making door onse lieve en getrouwe ridder van onser ordene, Raad en Camerlinck, haar schoonzoon heer Reynoult van Brederode, haar gemaakt, met de somma van 1600 gouden Kar gld per jaar, uit de heerlijkheden en goeden van Brederode