33 resultaten
1610 | Haarlem
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 229 anno 1887
Jaartallenindex
kerkmeester van de Grote Kerk te Haarlem, opgemaakt 1887: Fredrik Adriaensz Deyman, Heyndrick van Berckenrode, Nicolaes Woutersz van der Meer; 1611: Dirck Steffensz Soutman, Jacob Jansz Guldewagen, Jacob Hugosz Gael, Willem Symonsz van Schoten; 1612: Pieter Claesz van Hoorn, Adriaen van Berckenrode, Willem Symonsz van Schoten, Jacob Cornelisz Schonaeus; 1613: Heyndrick van Berkenrode, Nicolaes Woutersz van der Meer, Laurens van Grol, Willem Symonsz van Schoten; 1614: Fredrik Adriaensz Deyman, Dirck Steffensz Soutman, Outgert Pietersz, Willem Symonsz van Schoten; 1615: Pieter Schout, Adriaen van Berckenrode, Job Claasz Gybland, Willem Symonsz van Schoten; 1616: Adriaen van Berckenrode, Vechter Jansz, Laurens van Grol, Cornelis Bas; 1617: Dirck Steffensz Soutman, Outgert Pietersz, Jan Gerritsz van Schoterbosch, Cornelis Bas; 1618: Dirck Steffensz Soutman, Outgert Pietersz, Jan Gerritsz van Schotterbosch, Job Claesz Gybland
Outger Cornelisz | 1566-10-23
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 613/2
Voornamenindex
Outgert Cornelisz: treedt op namens de crediteuren van Steven van Baesrode te Amsterdam
1558-11-28 |
G.A. Haarlem Inv Enschedé 2145/Lade Grote Charters no 2145
Jaartallenindex
in de zake hangende voor den Hove van Holland tussen Pieter Florisz van Adrichem, woonende tot Haarlem, impetrant in reformatie en requeste civile, ter ener, en mr Boudewijn de Weent als voocht van de kinderen van Adriaen Florisz, Ysbrant Claesz als voocht ende vuyten name van Wilhelma Florisdochter en als man en voogd van Cornelia Florisdochter. Mitsgaders Harman van der Laen als man en voocht van Oetges Florisdochter. Alle kinderen van wijlen Floris van Adrichem, gedaechden en gerequireerden ter andere. Proponerende die voors. impetrant dat wijlen mr Outgert Pietersz, in zijn leven priester, wonende tot Haerlem, in den jare 23 den impetrant alhier, mitsgaders wijlen Aeff Adriaensdochter alias Aeff Stickelsdochter ende Oetges Florisdochter gegundt ende gegeven heeft gehadt drie stucken lants: 1) groot 12 maden gelegen in Sperwoude, 2) groot 3 maden, genoemt de Gruyter, 3) 12 maden lants gelegen in Haerlemmerliede, an welcke landen den voors. mr Outgert reserveerde de usufructie. Waernae in den jare 29 de voorn. mr Outgert deser werelt overleden synde, was den voors. impetrant voor ⅓ deel in de voors. drie stucken lants gerechticht. Twas oick soe dat wijlen Haese Pietersdochter, weduwe Ghysbrecht van Loddesteijn, des voirs. mr Outgers suster, den impetrant gemaickt ende besproken heeft gehadt een mad lant gelegen tussen Sparendam en Amsterdam aen den Hoogendyck omtrent Oestdorp, daervan de impetrant de brieven bij de executeurs van de voors. Haese syn geweest. Alle welcke perceelen van lande wijlen des impetrants vader ende syne moeder nae ende successivelicken de gedaechden alhier in t geheel geoccupeert hebben gehadt zeedert t overlijden van mr Outgert ende zyn zuster. Ende alsoe des voors. impetrants vader ende moeder tesamen in huwelijke vergaderende expresselyck verclaert ende gewilt hadden dat alle kinderen die zij naer heurluijder doot souden achterlaten even ryck weesen souden. Ende dat wijlen den voirs. Adriaen Florisz bij des voorn. impetrants vader en moeder gehylict was, tewelcken subsidie van huwelick hy oock ontfangen zeeckere schoone goederen. Ende beduchtende desselfs impetrants vader en moeder dat daeruyt questie zou mogen rijsen, ende dat oick alle heuren anderen kinderen achtervolgende huwelicxe voorwaerden even rijck behoorden te weesen, hadden de voors. Floris van Adrichem en Aeff zyn huysvrouw gewilt ende gedisponeert dat alle heur kinderen even ryck in huerder beyder goederen weesen souden. Ende was daernae de vooirs. Floris van Adrichem deser werelt overleden, achterlatende tot zijn kinderen en erfgenamen de voors.impetrant, mitsgaders de voors. Adriaen, Dirck en Outgert Floriszonen, Cornelia ende Wilhelma met Oetges Florisdochter. Waarna de voirs Outgert mede deser werelt overleden is, achterlatende de voors. Adriaen, Pieter ende Dirck Floriszonenen, mitsgaders die voors. Cornelia, Wilhelmina ende Outges Florisdochter tot zijn erfgenamen. Hadde mette des voirs. impetrants moeder nae t overlijden van haar man ende Outgert Florisdochter gedoteert gehadt die voors. Cornelia ende Outgerst ende was daernae insgelycs oock deser werelt overleden, naer wiens overlijden die voirs Dirick Florisz en des impetrants broeder meede deser werelt overleden was zonder enichge kinderen achter te laten, achterlatende zijn quote en portie in de goeden bij zijn vader en moeder mitsgaders de voors. Outgert achtergelaten ende tot zijne erfgenamen dese contendenten alhier. Ende hoewel die gedaichden alhier wel behoort hadden mitten impetrant geprocedeert te wesen tot behoorlycke schyftinge ende deelinge van alle de goeden bij de voors. Floris van Adrichem, heurlieder vader achtergelaeten, mits bij de voors. Adriaen Floris innebrengende tgunt hij van zijn vader te huwelijk gehadt hadde, mitsgaders den voors. impetrant voor uyt te laten volgen ⅓ deel van de voors. drie percelen lants ende nocht t voors. maedt lants hem bij den voors. mr Outgert ende zynen suster respectivelick gesproecken, met alle die vruchten daervan gecomen. T schijnt nochtans dat zijluijden van t zelve te doen onwillich ende in gebreecke gebleven zijn. Gelyck zij oock mede zyn van den impetrant te laeten volgen t gundt hem bij den overlijden van de voors Outgert, zijn broeder Aef Adriaensdochter, zijn moeder ende de voors. achtgerlaten. Ende hoewel deselve gedaechden wesende in t bezit van alle de goederen bij alle de voirs personen achtergelaten niet geraict en waeren omme de impetrant enige questie te moveeren. T hadde hemluyden nochtans belieft gehad den impetrant te doen roupen voor die van Haarlem. Het gerecht van Haarlem had uitspraak gedaan ten nadele van de impetrant. Deze was daartegen in beroep gegaan bij het Hof. Daar hadden de gedaagden aangevoerd dat wijlen Floris van Adrichem en Aeff Adriaensdochter, vader en moeder van dese concendenten in den jare 1532 hun testament gemaakt hadden in die zin dat indien een van de ouders overleed, de kinderen allen even rijk zouden zijn niettegenstaende dat [aan] enich van deselve kinderen yet by testament, gift of legaat ofte anderzins gegeven, gemaect ofte besproocken waren. Rebellen tegen deze bepalingen werden bij dat testament verwezen alleen naar hun legitime portie. Nadat Floris overleden was, had Aef Adriaensdochter nog eens in t jaar '51 geconfirmeert, verclaerende hierbij dat alsulke goeden en giften den impetrant en Oetgist zyn zuster by wylen mr Outgert Pietersz heuren oom gemaect en gegeven waren, zoewel zynen anderen broeders en zusters uyt gelycke faveure ende gunste als hem en zyn voors. suster waren gemaect ende gegeven etc. Het Hof verwerpt het beroep van de impetrant den 28 Nov. 1558
Valkenburg, van | 1628-03-14
G.A. Haarlem Not Arch 130 fol 108
Achternamenindex
Lucas van Valkenburgh, coopman te Amsterdam, heeft van de vroegere schout van Haarlem, Nicolaes Suycker, die hofstede Bloemendaal gekocht, maar insinueert deze eerst te bewyzen dat de schepen Outgert Pietersz geen recht heeft op bepaalde boomen anaplant alvorens de laatste termijn te betalen
1566-11-11 |
G.A. Haarlem Inv I no 1625 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de H. Geestmeesters aldaar en de Huiszittenmeesters van de Oude Zyde te Amsterdam, geinstitueerde erfgenamen van wijlen mr Outgert Clementsz, doctor in de medicijnen, ter eener-, en Jutte Gerytsdochter, nagelaten weduwe van mr Outgert voorn, geassisteerd met Henrick Fouck van Amstersfoort, haar gekoren voogd, een overeenkomst gesloten hebben over bovengenoemde nalatenschap [uitvoerig]
Henrick van Wamelen (zegel: 2 planten met bloemen [?] naast elkaar), Willem Adriaensz, schepenen
1566-11-10 |
G.A. Haarlem Inv I no 1624 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Sybrant van Berckenroede, Frans Jansz Kies, Jacob van Heussen en Geryt Henricxz Stuver, regeerders van de H. Geest te Haarlem, ten overstaan van burgemeesters van Haarlem mitsgaders Aernt Eernst ende Reynier Henricxz, beyde huyssittenmeesters van d'Oude Zyde tot Aemstelredamme, vervangende huerluyder medebroeders in officie, gesamentlycken erffgenamen geinstitueert bij wijlen mr Outger Clementsz, doctoor in den medicynen, in zynen leven z.g. ter eenre, ende Alexander Outgersz hem zeggende wettige zoon van mr Outgert voors. voor hemselven ende voor zijn moeder Agniese Wolfaertsdochter, haer seggende wettige huysvrouwe van mr Outgert voors, mitsgaders oock Dirick Volckarts Coornhert, secretaris deser voors. stede, zusterszoon van de voors. mr Outgert, vervangende in desen Clement ende Frans Volckartszoonen Coornhert, zijnen broeders, die hen erfgenamen ab intestato van denzelfden mr Outgert heurluijder oom souden mogen seggen, ter andere zijde. Al deze comparanten verklaren dat zij moeiten en onkosten betreffende het sterfhuis van mr Outgert voorn. wenschen te vermijden wat aangaant het proces nopende het huwelijkscontract door de voorn. Agniese Wolfaertsdochter tegen mr Outgert voors. in zijn leven begonnen en nu hangende voor den officiaal en deken van Kennemerland. Dat zij overeengekomen zijn dat Alexander Outgersz ende Dirck Coornhert voors. elk in hun qualiteit geheel en al afstand doen van hun rechten, en zoo ook Agnyese Wolfaertsdochter, Clement ende Frans Volckertszonen voors, op het sterfhuis van mr Outgert, en dat zij deze rechten alle transporteeren aan de H. Geest te Haarlem en aan de arme huiszitten aan de Oude Zyde te Aemstelredam. Op 1567-01-12 erkent Alexander Outgertsz ontvangen te hebben van H. Geestmrs en Huiszittenmeesters bovengenoemd 275 gld ter voldoening aan het accoord bovengenoemd
Henrick van Wamelen (zegel: 2 planten [?] naast elkaar), Willem Adriaensz (3 smalle dwarsbalken), schepenen
1483-05-23 | Haarlemmerliede
G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 21v/Cartul H. Geest Haarlem
Jaartallenindex
Liclaes Willemsz, scout van Haerlemmerliede, oorkondt dat Claes Hoon erkende dat hij verkocht heeft aan Pieter Jacobsz 1 ½ morgen lants, gelegen in den ban voorn, duergaens lants, gemeen en onderdeelt met de H. Geest binnen Haerlem ende mit here Jan van der Horst ende met Huyghe van der Horst en kinderen, ende heeft belent nu ter tijt zuid: Gherrit Luytgensz, noord: Outgert de lakencooper, streckende van Schalckwijckerdijck achterwaerts an Dirrick Hendrick Steffenszoons lant (vgl 1483-06-15, 1499-04-16)
Dirrick Dirricksz ende Jan Jansz scoolaer, schepenen in den ban voorn.
1566-11-30 |
G.A. Haarlem Inv I no 1626 Lade S/Arch H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de H. Geestmeesters te Haarlem en de Huiszittenmeesters van de Oude Zyde te Amsterdam, gescheiden hebben de penningen, renten, rentebrieven en obligaties gevonden in het sterfhuis van mr Outgert Clementsz, doctor in de medicijnen
Henrick van Wamelen, Willem Adriaensz (zegel: 3 smalle dwarsbalken), schepenen
1567-10-31 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 222
Haarlem Algemeen
Hubert Jansz schipper verkoopt Outgert Claesz, schipper ofte scheepmaker, een huis en erf in de Hagelstrate, aen d'een side: Cornelis Lambrechtsz, aen d'ander side: Maerten Henricsz, achter streckende aen de boomgaert van Jan Gerritsz in St Joris. Koopsom 200 Kar gld. De oorspronkelijke datum was 1567-08-26
Outger Jacobsz | 1561
10e penning Heemstede fol 33v no 51, no 42
Voornamenindex
Outgert Jacobsz: heeft staen in Heemstede een cleyn oudt huijsken ende heerft in t jaer 1561 leedich gestaan, ergo nyet; hij bewoont zijn eigen huis te Heemstede met ca 2 hont teelland en daer staet een boomgaertje op, getaxeerd op 14 R gld