Wael, de | 1598

Rek Rentmeester Kennemerland 979 fol 95

Achternamenindex

"van de Hofweyde van Wydenesse, gelegen in de banne ind Wydenesse, binnen- en buitendijks, aen de grafelijkheid gecomen als recht leen bij t overlyden van mr Frans de Wael"

1521-10-02 |

R.A.H. Coll Aanw 243 fol 187v/Mem Hof van Holland/2e Mem Sandelyn fol 109v

Jaartallenindex

is gecompareert geweest in de Gr..ffe v.d. Hove van Holland Maritgen Jan de Buchgravendochter ende bekende vercoft ende opgedragen te hebben haar zuster Katherine Jans de Burchgravendochter alle sulck besterf ende successie als haer enichsins angecomen en bestorven mach sijn by den overlyden van wijlen Adriaen de Burchgrave, haerluijder oem in ......... ende erve, ende bysonder alsulck part en aendeel als haer comparante competeert bij den voirs. overlyden in 7 morgen lants gelegen aan de Dussen. Zij draagt dit over ten vryen eigen, van welke overdracht de voors. Katherina begeerde acte

1482-01-20 |

A.R.A. Papieren mrs Rem. en Frans van Limborch Inv no 27 fol 2v

Jaartallenindex

dat naer t overlyden van heer Adriaen op den 20' Jan. 1482 mette voors. ambachtsheerlykheyt verlijt is by Johan van Harlaer ridder [waarschijnlijk stond er in de akte: heer Johan van Herlaer. Hij was geestelijke, geen ridder], blijkt uit het leenregister van de Merwede

1563-11-03 |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 25

Haarlem Algemeen

Dirick Jansz draacht op Haese Jansdochter weduwe Kors de Volder ¼ part van een huis en erf in de Aneganck, an d'een zide: Adriaen Gerritsz, an d'ander zide: Adriaen van Treslong, achter streckende aen denzelven Adriaen. Nu ter tijt bewoont bij Jan Dircsz, clompemaker, zyn vader, om bij de voors. Haese geaenvaert te worden na t overlyden van denselven zynen vader. Koopsom 120 Kar gld

Herlaer, van | 1586-03-28

A.R.A. Papieren mrs Rem. en Frans van Limborch Inv no 27 fol 11

Achternamenindex

copie authentycq van een sententie van joufvr. Geertruijt van Wyflliet contra jonker Arent van Lauwick contra jouffr. Johanna van Herlaer; 1503: dat naer t overlyden van joncheer Johan van Herlaer anno 1503 mette voors. ambachtsheerlycheijt verleijt is joncheer Frederick van Herlaer, blykt mede bij t voors. extract uit de leenregisters v.d. Merwede. Anno 1513 heeft joncheer Frederijck van Herlaer de ambachtsheerlijkheid wederom versocht; dat naer t overlyden van Frederik van Herlaer anno 1536 jhr Adriaen van Herlaer de ambachtsheerlijkheid versocht ende daernaer anno 1561 den eedt aan jhr Daniel van Boetselaer als heer van de Merwede, vernieuwd, en met consent van heer Daniel hij jhr Adriaen van Herlaer syn huisvrouw aan de ambachtsheerlijkheid gelyftocht heeft, blijkt ook uit het leenregister. Dat de thienden den ambachtsheer van Muylkerk in syne ambachtsheerlijkheid competerende, mede te leen gehouden ende deselve met een volk jaerschaer verheergewaet werden sulcx blijkt ook uit het extract van de leenregisters

Dussen-Muilkerk

1532-08-22 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 78v

Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van joncheere Heynrick broeder tot Montfoert, inhoudende hoe hem suppliant bij wijlen zijn moeder vrouwe Charlotte van Brederode vrouwe tot Montfoort, na verkregen octrooi, hem bij uiterste wille leengoederen had vermaakt, te weten de heerlijkheid van Abbenbroec en Velgersdyk, welke makinge door de dood van vrouwe Charlotte geconfirmeerd is geweest, ende hoewel joncheer Joost van Montfoort die hem in effect onderwindende was die tutele van den suppliant zyn broeder ten overlyden van derselver vrouwe van Montfoert noch wesende in pupillare outte [?] schuldig geweest hadde die voors. leengoeden uytten naem van den suppliant gereleveert ende die investiture daerof doen, ulieden versocht te hebben binnen ses weecken naert overlyden van de voors. testatrice, achtervolgende de inhoud van het octrooi, desniettemin heeft dies in gebreecke geweest, meenende bij aventuer selve daer deur t recht te vercrigen van den voors. leengoeden. Hoewel het verzoek om invenstiture niet tijdig gedaan is binnen de zes weken, "de welck wij den suppliant alsnoch geen 16 jaren oudt sijnde niet hinderen noch prejudiceren en willen" vergeeft de keizer hem uyt sonderlinge gratie dit verzuim, en bevelt hem de gevraagde belening te doen

1485~ |

G.A. Haarlem Transportregister F 349 bij fol 31, losinliggend afschrift

Haarlem Algemeen

Jan van Egmondt (van Meresteyn is doorgehaald) verkoopt zijn neef Geryt Albout Jansz een rechte 1/14 deel van alsulcke guede als joncfrou Joest Huge Alboutsdochter in haren leven zine live nichte aftergelaten ende ontruemt heeft mitter doot, ende hem bij haren overlyden aenbesturven etc. Hij bekent zich deswege geheel en al voldaan en betaelt. In oirconde desen brief bezegelt mit onsen zegel [boven staan als schepenen van Haerlem genoemd: doctoir ende Spijcker, dus: mr Pieter Ballinck en Dirck [?] Spycker, die tesamen in 1485 schepenen waren]

1564-03-14 (1563) |

G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 52

Haarlem Algemeen

Anna Jansdochter met Jan Pietersz linnewever als haer gecoren voogd verkoopt aan Jan Symonsz, snijder, een huis en erf in d'Achtercamp, aen d'een zide: Pouwels van der Laen, aen d'ander zide: Adriaen Adriaensz, houtsager, achter streckende an Pouwels van der Laen. Koopsom 100 Kar gld, waarvoor haar getransporteerd wordt een rentebrief van 6 gld sjaars, losbaar met 100 gld, welke rente de erfg. van Jan Gijsbrechtsz jaarlijks schuldig zijn, welke rentebrief den voors. Jan Symonsz aangekomen is bij t overlyden van Mariken Diricsdochter, zynder huisvrouwen moeder

1575-04-07 |

R.A.H. Coll Aanw 140 fol 40v, 44v/Reg Oraigne fol 18, 19v

Jaartallenindex

op huyden soo is Willem Jansz Brouwer in presentie van de substituut schout en schepenen van Alkmaar tot een voogd vercoren van Jan Gerritsz, het achtergelaten weeskind van Gerrit Saefsz alias Jonker Saef. Waarna deze voogd uit naam van de moeder en naeste vrunden van het weeskind met de weesmeesters van Alkmaar zich voor leenmannen beklagen dat het kind dat op hem vererfd is deur t overlyden van jonker Saef zyn bestevader, en na deur t overlyden van jonker Saef sijn eigen vader uitgestorven is. Zij protesteren mits desen als dat zij t voors. leen niet regtelijk mag verzoeken, overmits desen tegenwoordigen troubelen tijde, also de bestevader van t voors. kind genaamd jonker Saef twee dagen vóór Mey anno 74 gerust en deser wereld overleden is ende de vader van tselve kind omtrent St Bartholomeus markt d.a.v. in t selve jaar, sulx dat hetselve leen op t voors kind vervallen en gedevolveert is. Ende versogt die voorn. voogd hiervan acte; 1575-04-23: koning Philips beleent Jan Gerritsz, na dode van zijn grootvader Saaf Herkesz en zijn vader Gerrit Saefzoon alias jonker Saef, met: 1) een camp land geheten Gerrit Jansz camp, gelegen in de ban van Valkencoog, groot 1½ gaarse lants, 2) 4 geersen in de ban aldaar, geheten Santoort (voor omschrijving zie 1550-12-19). Op 1592-11-25~ doet Jan Gerritsz zelf de eed (vgl 1579-10-03)

in presentie van Jan Jacobsz brouwer en Mr Jan Adriaensz, schepenen van Alkmaar, D. Cornelisz Texel, secretaris; 1575-04-23: heer Otto van Egmond heer van Kenenburg, ridder, jhr Abraham van Almonde, mr Jacob van Utrecht heer van den Tempel, Joost van Berendregt, Pieter van der Goes, leenmannen; 1592-11-25~: jhr Marten Boel, Hendrik Moons, Joseph van Meerhout

1597-05-10 |

Ms Opstraeten III fol 1586

Jaartallenindex

Floris van den Bongaert, heer tot Nyenrode en ter Lucht, oorkondt dat Sebastiaen de Wijs als gemachtigde van Jan van Duvenvoorde en Woude, heer tot Warmond, als man en voogd van joffr. Odilia Valckenaer, door hem beleend is met 2 morgen lands in Nycoep in Fredericx gerecht uten Ham, in eenre sate lants van 10 morgen, daer Herman Hughenz op woonde, belend beneden: wijlen Alphert van der Mye. Soo dieselve heer van Warmont in den name synre huysvrou aengecomen sijn doort overlyden van joffr. Hadewich van der Mye, synre huysvrouw grootmoeder (vgl 1531-01-10 en 1621-09-19)

leenmannen van Nyenrode: Henrick Corsse van Pallaes, Johan van den Bongaert