11 resultaten

Petershem, van | 1281, 1282

De Raadt III p 117
Achternamenindex

Henricus dominus de Pietershem, nobilis vir, vassal du comte de Looz

Petershem, van | 1374, 1375, 1376, 1379

De Raadt III p 118/Chartes Ducs de Brabant
Achternamenindex

Henri van Pietershem, jadis prisonnier à Basweiler sous Robert de Namur, 286 moutons; 1376: Jean van Pietersheim reçoit du Brabant une rente à Maestricht

Heer, van | 1377, 1380

De Raadt II p 47, 48
Achternamenindex

Gosswin van Heir, écuyer, ontvangt een rente van Brabant; 1384: Alijt van Heere dame de Pietershem, tutrice de ses enfants, reçoit du Brabant une rente sur Rolduc

Petershem, van | 1392, 1394

De Raadt III p 118
Achternamenindex

Guillaume seigneur de Pietershem reçoit une rente sur le tonlieu de Maestricht; 1401, 1402: Gerard van Pyetershem, tuteur des enfants de son frère, reçoit une rente par le receveur de Maestricht

Houwelingen, van | 1587-09-04

Taxandria jg 38 p 109
Achternamenindex

verklaart Erasmus van Houwelingen, oud 63 jaar, voor burgemeesters, schepenen en raad van Dordrecht, dat heer Johan Vrijbaanderheer tot Merode Pietershem in het jaar 1566 vier à vijf maanden in de stad 's Hertogenbosch vertoefd heeft

Petershem, van | 1306-04-07

Van Mieris II p 53
Achternamenindex

Geraerd, heer van Hoorne, erkent dat hij Altena houdt van de graaf van Cleve en verzoekt de genoemde edelen de graaf zonodig ook tegen hemzelf daarin te handhaven; onder deze edelen: Willem de heer van Pietershem

Merode, van | 1523-1526

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 335
Achternamenindex

Henrick van Merode, heer van Pieterssem x jvr Franchoise van Brederode, ambachtsvrouwe van Ridderkerk contra mr Floris Oom van Wijngaarden en jvr Aechte Scaers [!] vrouwe van Zwieten, geschil over visrecht in de Merwede; 1525-08-31: wijst hij procureur aan te Pietershem

Wijngaarden, van | 1540-12-23

R.A.H. Coll Aanw 517 fol 114/Leenboek Egmond D
Achternamenindex

Joost van Wijngaerden draagt op, in presentie van zijn zoon Floris, aan Karel graaf van Egmond, de gehele ambachtsheerlijkheid van het Oostambacht van Ysselmonde, tbv jonge heer Henrick van Merode, heer van Pietershem, onder conditie "soe wanner Joost of zijn erven de heer van Pietersem gedaen zullen hebben verzekertheid en vastigheid van alsulke 23£ groten Vls sjaars, ter losse den penning 16, als hij den heer van Petersem verkocht heeft uyt ½ van de tienden, die hij zijn zwager Willem van Ysselsteyn tbv jvr Margrieta van Wyngaerden, zijn dochter, voor den grave van Huerne opgedragen heeft van wien hij dieselve tiende in leen houdende is, dat als dan de heer van Petersem gehouden zal zijn de ambachtsheerlijkheid weer zal over geven aan Joost of zijn erven"; vervolgens wordt Henrick beleend tot onversterfelijk erfleen zoals Joost en zijn voorzaten dat gehouden hebben, de eed doet mr Cornelis Barthouds, griffier van de lenen van Holland de eed [niet 1514-12-13 !]; 1541-10-13: doet de her van Petersem zelf de eed

Hornes, van | 1306-04-07, 04-10

Van Mieris II bl 53, 54/Noordbrabantse charters p 61
Achternamenindex

Gerard heer van Hoorne en Altena verklaart het land van Altena en Woudrichem te leen te heffen van de graaf van Kleef, de graaf van Cleve aangekomen bij dode van heer Willem "onsen broeder" [=Gerards broer],met belofte om de graaf die in oorlog is, met 20 ruiters te zullen dienen; de leenverheffing wordt bekrachtigd door de graaf van Gelre, de graaf van Holland en de hertog van Brabant; Gerard heer van Hoorn en Altena belooft de graaf van Cleef de opgezetenen in het land van Altena goed recht te zullen doen, en vergunt dat elke gevonniste zich op de graaf van Cleef beroepen mag

getuigen: zijn broer heer Enghebrecht, domproost van Utrecht, Reynoud van Valkenburch, Godefroid van Heynsberghe, Janne van Cuyke, Gheraet van Diest, Otto van Cuyke, Willame van Megen, Aelbrecht van Harpen, Willem van Craendonq, Diederic van Batenburch, Heynric van Ghenp, Willem van Pietershem, Daniel en Robrecht van Ghore, Willem van Melle, Ghoswijn van den Borne, Gherlach van den Bosche, ridders

Batenburg, van | 1306-04-07

Van Mieris II p 53
Achternamenindex

Geraerd, heer van Hoorne, erkent dat hij Altena houdt van de graaf van Cleve en verzoekt de genoemde edelen de graaf zonodig ook tegen hemzelf daarin te handhaven

Janne hertog van Brabant, Willam graaf van Henegouwen en Holland, Arnoud graaf van Loen, Enghebrecht de domproost van Utrecht, onse broeder, Reynoud van Valkenburch, Godefrydt van Heynsberghe, Janne van Cuyke, Gheraet van Diest, Otto van Cuyke, Willame van Megen, Aelbrecht van Harpen, Willem van Craendonq, Diederic van Batenburch, Heynric van Ghenp, Willem van Pietershem, Daniel en Robrecht van Ghore, Willem van Melle, Ghoswijn van den Borne, Gherlach van den Bosche, ridders