Bedoelde u soms?
plaat | placaet | placat | placate | placcaat | plakaat

13 resultaten

1574-06-25 |

G.A. Haarlem Inv no 915 Hs van Alkemade en v.d. Schelling I fol 97
Haarlem Algemeen

is de placaat generaal van pardoen voer die rebelle ende uijtlanders afgelesen binnen Haerlem, die nae gescreven personen zynde geexcipieerd uyte pardoen: Marte Dircsz, Vrederic Scheepmaker, Dirick Volkersz Corenhert

1555-04-29 |

R.A.H. Coll Aanw 258 fol 11v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

placaat beroerende de visscherij van West Barendrecht op verzoek van mr Adriaen Sandelijn, pensionaris der stede Amsterdam, ende Willem van Berendrecht, secretaris van desen Hove, als man en voogd van juffr Anne Sandelijn, die genoemde visscherij in leen houden

Houwelingen, van | 1569-01-27

R.A.H. Coll Aanw fol 228v
Achternamenindex

lenen gehouden van de geconfisqueerde heerlijkheiden aangebracht volgens placaat van genoemde datum: Kornelis van Houwelinge Herbertsz wonende te Gorcum houdt van de heerlijkheid Altena de grote Bouwerij etc, door koop van decreet van de Hove van Holland uit het goed van Adriaen Jansz Kemp, per jaar 20 £

1522-07-08 |

R.A.H. Coll Aanw 243 fol 352/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

alsoe Jan van Egmont Jacopszoen onlancx den Hove van Holland bij requeste vertoond heeft, dat bij placaat van 4 Juni l.l. een ieder op grote boete verboden is "eenige beesten in de duynen tussen Mase en Zype in te scrijven noch te weije", en dat ieder die door dit placaat bezwaard was dit het Hof te kennen moet geven. Dat suppliant voor een zekere tijd van jaren van de heer van Zevenbergen in pacht heeft de duynen van Heemskerck in welke pacht begrepen is t inscrijven en weijen van de beesten, t welck is t meestendeel van den profyte comende van de voirs. duynen, die zeer breet en grasich zijn, zulcx dat t weijen en inscryven aldaer geen verstuijvinge en maect. Het Hof staat hem voor dit jaar het inschrijven toe, onder voorwaarde dat de beesten niet mogen komen in de zeeduinen

1554-05-22 |

R.A.H. Coll Aanw 257 fol 500, 517v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

schout, schepenen en gemene buren van Ouder- en Nieuwer Amstel en de regeerders van Amstelredam als ambachtsheren van Nieuwer Amstel, klagen bij het Hof dat die van Vinckeveen, Waverveen, Bylevelt, Willens, Myert, Tamen, gelegen in de Proosdij van St Jan, voortdurend in de Amstel baggeren en het slik wegvoeren, tot groot nadeel van de daaraan gelegen landerijen. Het Hof verbiedt dit op boete. Op 13 juni wordt dit placaat ingetrokken en vervangen door een iets gewijzigde tekst, waarschijnlijk was "de Diemermeer", die bij de Amstel genoemd werd, uitgevallen

1616-11-08 |

R.A.H. Coll Aanw 529 fol 35, 32
Jaartallenindex

Johan van Hogendorp voor zich zelf en als man en voogd van zijn huisvrouw Adriane Wely, erfgenaam van wijlen Fop Pietersz van Ruven, ontvangt een brief van relief wegens het verzuim van het verheffen van zijn lenen: 1) 22 morgen tot Ouderschie in Rodenrijs in de 16 hoeven, 2) 1 morgen tot Op Andel in het land van Altena. Hij verontschuldigt zich dat hij niet op de hoogte was daar hij, tijdens het uitvaardigen van het placaat, tot Utrecht gewoond had; 1616-11-19: Jan Heyndricksz van Hogendorp, na coop van Govert Adriaensz van Brandenburgh, volgens de akte van opdracht van 1588-04-08 beleend met 22 morgen land in het ambacht van Ouderscie op Schieveen, in Rodenrijs, in leen gehouden van de abdij Egmond (vgl 1637-09-01)

1560-04-25 |

R.A.H. Coll Aanw 262 fol 483v-486/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

Jan Michielsz, poorter van Amsterdam, geeft aan het Hof te kennen hoe dat zijn huysvrouwen ouders en over oudrs zeer lange tijd gelegen van den grave van Holland gecoft en vercregen hebben zekere visscherie beginnende in de stad Edam, en streckende aen elcke zyde t eynden de haven van Edam zuijt ende noorden, ter breedte van 100 roeden, ende gaende zoe voorts recht uijt westwaarts terselver breete van 200 roeden ter Purmer waerts inne, ter halver Purmer toe. Sommige personen hadden geprobeerd met fuijken en staande touwen binnen zijn limieten te vissen. Een mandament was toen verkregen van het Hof, maar zij gingen gewoon door. Het Hof beslist dat het placaat tot verbod van vissen binnen deze limieten opnieuw afgekondigd zal worden, op verbeurte van de netten en 12 Kar gld

Jacob Woutersz | 1551-1552

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 65bis
Voornamenindex

Jacob Woutersz, uit Langeveld, wordt tegen 2 oktober 1551 gedagvaard voor meesterknapen in het stadhuis te Haarlem, wegens overtreding van het placaat dd 1551-02-19 (1550), inzake de te hoge wallen langs de sloten, waardoor de konijnen verdronken; 1552-10-19: een verklaring van hem hierover door de schout van Noordwijk Christoffel Gerritsz van Nieuwenhoven

ook gedaagd: Ocker Adriaensz Lisse, Jeroen Jansz

1537-04-28 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 28v, 30; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 473/Reg Nassau fol 280v
Jaartallenindex

Karel beleent Marieken Huygendochter na dode van haar vader Huych Pietersz met ½ van de hofstede van Woude met twee weer lands, bedyckt ende onbedyckt, groot 20 morgen, daerof de 10 morgen bedyckt zijn, gelegen tussen Ryderwaart en Slyckersweer. Te houden tot een recht erfleen. Pieter Bol, auditeur v.d. camer v.d. rekening heeft de eed voor haar gedaan. Op 1551-03-02 (1550) doet Willem van Beveren als man en voogd van Marieken de leeneed. Eodem die beleent Karel Lysbeth Hugendochter na dode van haar vader Huych Pietersz met 16½ morgen lands, gelegen in Swindrecht in onsen land van Zuid Holland, in een landeken geheten die Hogenesse, te houden tot een erfleen. Pieter Bol doet ook voor haar de leeneed (vgl 1536-03-28). Op 1573-04-11 wordt de leeneed gedaan door Jacob Muys, schout van Dordrecht, krachtens procuratie dd 24 maart door juffr. Maria van der Linden Huijgendochter gepasseerd ter vernieuwinge van de leeneed in volge het placaat van 3 maart j.l, to.v. heer Arnout van Dorp als stadhouder van de leenen (vgl 1579-03-12, 1566-04-29: Jacob Muys)

Cornelis Barthout Jansz, Jan Jansz [lees: Jan Gans], Anthonne Lebucq, leenmannen; 1551-03-02: Cornelis Barthouts, Willem van Criep Pietersz; 1573-04-11: Maerten Heyndrix, Willem Wouters, Philips Doubleth, leenmannen van Holland

1577-04-20 |

R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Arkel fol 10v, 10; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 317/Reg Nassau fol 196
Jaartallenindex

scepenen van Noordeloos oorkonden dat Jan Dircxz als oudste zoon van Dirk Jan Hagenz, volmacht geeft aan Henrick van Nes, onse schout van Noordeloos, om namens hem bij de stadhouder van de leenen in Holland te verheffen zekere 8 morgen land in Luttelweert in den lande van Arkel, ende eene Geertgen Jacob Hogensdochter by dode geruymt ende achtergelaten heeft; 1577-04-30: koning Philips beleent Jan Dircxz na dode van zijn nicht Geertgen Jacob Huijgenszdochter met alsulcke goederen als Willem Wissen te wesen plagen, gelegen binnen onsen scependom van Gorchum ende Jan Knobbout Henricxz in zijn leven die angebracht heeft, gelegen aen seecker landt in Lutteke Waert ende op te Haere, in onsen lande van Akrel, groot 8 morgen, te houden als leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Jan Dircxz onmondig is, doet Henrick van Nes, schout van Noordeloos, de eed. Op 28 oktober heeft Pls (?) van Mierop Stoffels als versogte voogd in dese voor Jan Dirksen die onmondig is, volgens het placaat van de Staten dd 1573-03-03, stilo communi

Lenaert Cornelisz en Henrick Adriaensz, schepenen, ondertekend door Isbrant Gerritse, onse secretaris; 1577-04-30: mr Cornelis Oem, Vranck van Berendrecht, leenmannen