2 resultaten
1536-10-06 |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 254/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
verzoekschrift van jvr Anna van der Naet [= Nath], wonende in Oude Tonge in het land van Voorne, waarin zij schrijft dat zij door kwaadwilligen gebannen is geweest voor 3 jaren uit het land van Grisoerde, op een boete van 600 Kar gld. Zij was bovendien veroordeeld tot een boete van 500 Kar gld omdat zij oorzaak zou zijn geweest dat de pastoor van Oude Tonge, die gevangen zat, ontsnapt was, volgens sententie van het Hof. Suppliante is een eerlijke vrouw getrouwd met Allart Suys, een oud man van 70 jaren en cranck van persoene, daarom krijgt zij gratie voor 6 maanden. Deze 6 maanden zijn nu om, maar haar man is eerder verergerd dan verbetert, ook voert hij vele processen ter cause van zijn eigen zaken als zijn zuster ende haar broeders weeskinderen van wie hij voogd is. Bovendien moet hij ook dycken in de Plaete en in den Bommele en in de Galentee die al vervloeit zijn geweest bij de laatste inundatie. Uit sonderlinge gratie herroept de keizer het vonnis van verbanning tegen betaling van een boete van 100 gld ineens
1528-12-05 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Kennemerland fol 5, 6v
Jaartallenindex
Karel beleent Jacob van Zuylen van Nyvelt, na dode van zijn broeder Gerrit van Zuylen van Nyvelt, met die ambachtsheerlicheijt en dagelijks gerechte van Heyloo ende van Oosdom, mitten schoutambacht aldaar, mit allen prouffyten, bruecken, boeten en vervallen die daeraf komen, uytgenomen die wint ende die gruyte. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hiervoor heeft Jacob ons bij zijn open brieven van dato deser uijt zijn eygen goeden opgedragen den rechten eigendom die hij hadde an de zwaendrift, gecomen van groete Heer Heyndrick van Heemskercke, streckende van Alckmaer plaete af tot binnen de tonne van Alcmaer, ende voorts van daen streckende den heelen ban van Heyloo duere, van der Geest of tot Bouckelaersdyck, den gehelen ban van Limmen door tot aen de Hooge Brugge, ende voorts den ban van Ackersloot duere tot Uytgeester capelhof toe incluys, om die van de grafelijkheid van Holland in leen te houden, met de voors. ambachtsheerlijkheid als een ongesplitst leen. Karel beleent hem hiermede om deze zwaandrift met de voors. ambachtsheerlijkheid van Heyloo en Oosdom te houden tot een onverscheyden ongesplitst geheel onversterfelijk erfleen. Jacob van Zuylen van Nyvelt oorkondt dat hij den keizer de voors. zwaandrift die zijn vorders gecoft hebben van groete heer Hendrik van Heemskerck, opgedragen heeft en ermee beleend is. Hij ondertekent deze brief met eigen hand, "alsoe ik noch geen segel en gebruike"
Zegelyn van Alveringen, rentmeester v.d. graaf van Nassau, Cornelis Barthouds, Hubrecht van Hoef Pietersz; Gerrit van Loo, clerck ord. v.d. reeckeninge en Cornelis Barthoutsz bezegelen de akte voor Jacob