10 resultaten
Boschuysen, van | 1465-10-09
Van Mieris Vervolg p 126/Van Leeuwen Priv en Handvesten Rijnland p 91
Achternamenindex
Simon Vrederik, drossaat van het land van Arkel, ziet van het Hoogheemraadschap van Rijnland af, omdat hij het niet volgens zijn eed en plicht kon waarnemen
Breda, van | 1266-06-23
Noordbrabantse Charters p 36, 39
Achternamenindex
Hendrik heer van Breda ontheft het begijnhof van Breda van alle cijns plicht en vergunt hen het bouwen van een kapel en kerkhof; 1270-11-06: bevestiging van de stichting van een begijnhof te Breda
Amstel, van | 1275-02
Codex Dipl Neerl 2e Serie dl 4 afd 2 p 80
Achternamenindex
Arnoldus van Amstel neemt van het kapittel ten Dom te Utrecht in lijfpacht alle goederen te Achterslote, met de plicht dat de mannen bij Achtersloot "aggerem qui dicitur Achterdik reficere debent suis sumptibus semper et tenere" en elk jaar heemraden te kiezen, ex jurisdiction mei Arnoldi in Benscoep, om met de schout van het kapittel deze dijk te schouwen
zegels van Gysbrecht van Amstel en van Arnold voornoemd
1516-09-03 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 155, 156/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de stad Zaltbommel antwoordt aan deken en kapittel ten Dom te Utrecht op hun bedreiging dat zij de stad met geestelijk recht zullen vervolgen, indien de ambtman Dirck van Haeften de tegen het kapittel ingestelde rechtsvordering niet intrekt, dat zij volgens eed en plicht recht zullen wijzen in de rechtzaak, en dat zij in geval van stoornis daarin, zich bij de bisschop zal beklagen; 1516-09-08: Karel, hertog van Gelre, antwoordt aan deken en kapittel ten Dom te Utrecht, op hun verzoek om het door Dirk van Haeften op hun goederen gelegd beslag te doen opheffen, dat hij, na behoorlijk onderzoek, in deze zal laten geschieden "als recht sijn ind behoeren sall"
Dirc Claesz | 1433
Inv Arch H Geest 's Hage dl II regest no 234
Voornamenindex
Dirc Claesz verklaart dat hij een elsttuin heeft in de woning van Floris Danelsz, bisuden de watering in den veen, belast met de plicht om de sloot om deze tuin te onderhouden; hiervoor heeft hij het recht van uitweg door die woning om zijn hout uit te voeren (vgl 1433<, 1437-01-21)
onder de stukken betreffende de erfhuurwoning Teylingerhorst
1557-12-04 |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 90, oud fol 24v; R.A.H. Coll Aanw 518 F fol 102v/Egmond F; Kroniek Hist Gen jg 1852 p 285/Arch Mathenesse
Jaartallenindex
testament van Marie Dever van Minnen, weduwe van Joost bastaard van Brederode. Zij stelt tot erfgename haar zuster Elizabeth Dever van Minnen. Zij legateert haar hofstede te Heemskerc [Rietwijc], leen en eygen, also et Bely Pietersdochter nu ter tijt gebruict, behoudens mijns suster lijftocht hieraan, met de plicht om de hofstede te onderhouden, aan haar neef Joost van Matenesse, te komen op zijn oudste broeder haar neef Johan van Matenesse in geval Joost kinderloos mocht overlijden. Zij vermaakt ook het een en ander aan haar nichten Aleid van Schouten, vrouw van Floris van Vliet en Gijsberta van Schoten, vrouw van Jacob van Cats. Zij wenst begraven te worden te Prekare alhier in mijn ouders graf. Op 7 Dec. verklaart de notaris dat dit het testament is van Mary. Acta in oppido Hairlemensi in domo predicte domicelle. Afschrift 1558-11-11 (vgl 1533-02-08, 1565-10-30)
presentibus domino Jacobo a Duvenvoorde domino ab Opdam equite aurato, Joh. Coninxsoon
1545-12-18 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 435/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe desen Hove te kennen gegeven is geweest van Wouter van Bekesteijn, schout der stede van Haerlem, Franchoys van Roen ende Pieter van Halmale, elcs uyten name van heurluyder huysvrouwe als naeste vrunden en magen van Joost van de Werf die uytlandich is geweest zedert Paesschen herwaerts op de reyse van Magdalena in Provence, van wiens leven ofte doet alsnoch geen seeckerheyt is. Ende vertreckende van Haerlem heeft gelaeten zijn gesellinne die men zeijt te wesen syn huysvrouw met een cleijn onbejaert kindeken oudt omtrent 4 maenden. Ende dat doer t lange marren die sprake onder t volck presumptive gaet dat hij doot is, deur te welck zijn crediteurs dagelycx wacker wordden elcs plegende recht alomme op zyn goeden zoowel ter lager vierschaer als voor den Hove. Daar ook zijn pretenx huysvrou die hem niets aangebracht heeft ook mede plicht ende dagelyks mede versteekt die goeden ende onder leyt daer zij kan en mach, verzoeken supplianten het Hof om een curator te benoem, hiertoe wordt Michiel van Halmale benoemt
1531-09-16 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 32
Jaartallenindex
supplicatie van Gillis Jansz als man en momber van Margriete Soeten, weduwe Jan Willemsz Zoete, [thans] zijn huisvrouw, inhoudende hoe dat Margriete met haar eerste man Jan Willemsz heeft bezeten zeker leen, wesende van der heerscappe van Vosmaer, vercregen en gecoft mitten penn. die haer voer haer huwelijcksgoet gegeven waren. Nu is t soe dat in het jaar 1524 de voors. Jan Willemsz aflivich geworden zynde, die dochter van de voors. Margriete, geheten Margriet Zoete, het voors. leen behoorlick verheven en ontvangen is voor u luyden, waaronder het voors. leen begrepen is, en betaelt de heerlijke rechten daertoe staende mitten penn. comende van haar moeder, want zij ongehuwd en in de plicht van haar moeder was, welke moeder Margriet insgelijks nu onlancx geleden gestorven is. Aangezien Margriete het leen had doen stellen op haar eigen naam, zonder van haar moeder melding te maken, vreest hij suppliant moeilijkheden, daar het leen nu niet tijdig verheven is. De rekenkamer octroyeert hem nu het leen opnieuw namens zijn huis vrouw te verheffen (vgl 1531-12-10)
1557-12-14 |
R.A.H. Coll Aanw 261 fol 60/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alzoe joncker Floris van der Mije, wonende in Henegouwen, den Hove van Holland bij requeste vertoond heeft, hoe dat hij suppliant heeft gehad een broeder genaamd joncker Thyman van der Mije die welcke in huwelijke staat vergaderd wesende met joncvrouwe Marie van Schoeten heeft bij haar geprocreert een dochter, ende is hij onlancx te weten in April l.l. deser wereld overleden, ende ook zijn huisvrouw daarna, achterlatende heurluijder beyder onmondige dochter, oudt omtrent 10 jaren tot heur eenich erfgenaam. Ende alsoe hij suppliant is oom ende wettelyck voocht van t voors. weeskint, ende hem niet gelegen is persoonlyk die voochdie te administreren omdat hij hier binnen Hollandt (daer t weeskinds goeden leggen) nyet en woont, ende daeromme gaerne een in zijn stede soude stellen soe heeft hy Ysbrant van Sparwoude, zijn neef, wonende te Haerlem, zoe lieff gesproocken, dat hij tevreden is in des suppliants absentie de voors. voochdie te administreren. Ysbrand wordt vervolgens tot curator benoemd, onder de plicht aan een Commissaris van den Hove jaarlijks rekening en verantwoording te doen
1500-1501 |
Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 3245
Jaartallenindex
Daniel van Praet, heer van Merwede, souverein baljuw van Vlaanderen, contra de Procureur Generaal. Op 1500-06-09 werden enige misdadigers te Dordrecht gegrepen. Enkelen werden op 1500-09-13 door het Hof van Holland wegens het crimen laesae majestatis ter dood veroordeeld, een ander verbannen, alles onder verbeurdverklaring van hun goederen. De sententie stelde uitdrukkelijk vast dat de rechten van de heer van Merwede hierdoor niet zouden worden verkort. Eiser kwam er tegen op dat hem de geconfisqueerde goederen - die overigens niet in zijn gebied lagen - niet werden gelaten. Hij stelde dat het nog steeds gebruik was dat de heer van Merwede gedurende 8 dagen per jaar (5-13 Juni) de jurisdictie te Dordrecht uitoefende. Dit impliceerde dat in die tijd aan hem de (viervoudige) boeten en de geconfisqueerde goederen toekwamen. Het argument dat het hier majesteitsschennis betrof, doet aan zijn rechten niets af: als vazal is het krachtens zijn eed van trouw zijn plicht deze misdaad jegens zijn souverein te berechten (vgl 1318-06-02, 1424-05-31, 1473-06-26, 1489-08-06, 1500-09-13, 1500-09-16, 1501-05-20)