10 resultaten
1506-02-26 (1505) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 150
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Reynier Willemsz opdroeg tbv Jan Gherytsz den dienst van lantmeter te wesen van alle den landen ende polders die binnen den lande ende heerlijkheid van Putte gelegen zijn, en dat hij vervolgens Jan Gherytsz met deze dienst heeft beleend tot een erfleen. Te verheergewaden met een stoop Rynwyn
present: Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, Huig Gysbrechtsz, cleine Jan Bruijn
1477-05-05 |
J.L. van Dalen: Inv Arch Dordrecht regest 419
Jaartallenindex
Jacob graaf tzoe Horne, heer tzoe Altena enz staat als leenheer toe aan Geryt van Assendelft, voogd over zijn vrouw jvr Beatris van Dongen, houder van een erfleen zonder versterven, de uiterlanden in dat leen, strekkende van Willems lande van Willnesse in die Mijle aan het goed van Scobbe en van Everock tot Heynkijnsoort toe, aan polders ter bedijking uit te geven op voorwaarde dat de tiende morgen benevens de tienden, excijnsen etc van al het land aan de leenman zal komen, ende negen morgen aan de bedijkers zullen behoren als vrij goed. Geinsereerd in een brief dd 1478-04-20. Getransfigeerd aan de bevestiging van hertog Philips dd 1477-05-25
Beusichem, van | 1269-08-31
De Fremery no 155
Achternamenindex
Walterus uten Goye zoon van Ghysbertus uten Goye, verdraagt zich met Zwederus de Buesinchem, betreffende de schouw der Hagewetering [loopt tussen de polders de Groote Haag en de kleine Haag, gemeente Hagestein en verder langs de Hageweg onder Vianen; vroeger waterde zij uit in het Zederikkanaal, thans in het Merwede kanaal. Zij wordt vermeld als lopende van de Heelsloot tot haar uitmonding onder Gasperden] en regelt de berechting van sommige misdrijven, door wederzijdse onderzaten begaan in Woutersambachten, Gasparden, Everdingen en Goitbertinge in jurisdictione domini Zwederi, inter Helsloit et urbem veterem
1630-12-13 | Heiloo
O.R.A. no 73 fol 103
Jaartallenindex
de schout van Heyloo en de schepenen aldaar oorkonden dat Adam Dircxz Hinderduijn, landdrost van West Vriesland en het Noorderquartier, transporteert aan zijn zwager Geldolf Gerytsz van Harlar, casteleyn van den huyse tot Petten, een huijs ofte hofstede met omtrent 28 morgen lant, Alkmaer mate, daer eertijts een boomgaertgen, speelhuys ende voegelkoije op en in gestaan heeft, alle tsamen gelegen in de Zuiderpolder van het Groenwater, leggende achter de Nieupoort in de ban van Heyloo. Met een vrije eigen toegang tot hetzelve huys en landen over de molenwerff gelegen in de Noorderpolder van het voors. Groenwater, en steckende van de Heijlverdijk aff tot aen de scheijsloot tussen beyde polders gelegen, en waterlosinge van de hecken af tot aen de molen toe door t land van Gerrit Vechtersz etc. Belast met 7 gld per jaar tbv de stad Alkmaar (en een hoofdsom van 116 gld). Verder belast met een onlosbare rente van 3 gld per jaar ovor de ambachtsheer ter cause van swaendrift
Pieter Isbrantsz van de Velden, schout van Heyloo, en Pieter Aeryaensz Cooch en Jan Symonsz Paesschen, schepenen aldaar
1681-06-13
R.A.H. O.R.A. 6550 fol 138v
Transportregister Zijpe
Corn. Hendriksz Graeff, wonende in de Zijpe, erkende schuldig te zijn aan Jacob Waelighse Brederode, wonende tot Alkmaar, 700 gld onder verband van 21 morgen land in de Zype en de polders suyder en noorder G (?) met de huijsinge en plantage, streckende van de groote sloot tot aan de Ruygewech, noord: Pieter Jansz Warmenhuysen, zuid: Huybert Boertjens erven
1530-11-05 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 2
Jaartallenindex
op ten 5 Nov. 1530 was de groote vloed dat meest alle de polders in Hollandt te weetene, in Suythollandt, t lant van Voorne ende Zeelandt, inne vloijden, mit eenen sprinckvloet mitte volre mane, daer menich menschen ende beesten verdroncken, ende was t water hooger binnen der stede van Dordrecht dan in t Ye in anen [?] hoogste vloeden bij staender lande mij bevinden kan wel derdalve voet, ende den rinck van Noortholland mit Kennemerlandt, Vrieslandt, Waterlandt en Amsterlandt in bevloyden met dan alleen dat den Velzerdyck ende dyck tot Assendelft doorbrack. Hiernaer volgen de lande die metten selven storm innebraken ende bevloyden: 1) t geheele land van Oost- en Westvoorne, mitten dorpen daerom en in gelegen, uytgenomen Heenvliet, Abbenbroek en Dirxland, 2) t land van Putten met al de dorpen daerin en omme gelegen, 3) Alblasserwaerdt met allen den dorpen daerin gelegen totter Arkelschen dijck toe, 4) Zwindrecht mit allen den dorpen daerin gelegen, 5) Cattendrecht mitten Nieuwlandt, 6) Cralingerpolder, 7) t land van Strien, oudt en nieuw, 8) Mynsheren land van Moercken, 9) de Moerkant, 10) t landt van Althena, 11) de ...... [open], 12) t lant van Zevenbergen mitten bylanden, 13) Zeelandt: t geheele landt van Schouwen, t land van Noord- en van Zuid Bevelandt, Walcheren, der Thollen, St Martinsdijk
1480-05-26 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 6v-9
Jaartallenindex
Max. en zijn vrouw Marie schrijven aan de Gecommitteerden op het stuk van de financien en domeinen, dat zij ontvangen hebben de ootmoedige supplicatie van onse lieve en getrouwe ridder, Raad en Camerling, heer Jan van Cats, inhoudende hoe dat onlancx geleden wijlen Lievin van Cats, des voors. suppliants broeder, lange tevoren van dese wereld gescheiden zynde, by sententie van de Chancelier en van de Grote Raad, gebannen was uit Holland, Zeeland en Vriesland, en zijn goederen verbeurd verklaard. Ende dat de voors. Lievin onlancx voor zijn overlijden een edele jonge jonkvrouw te wijve genomen heeft gehad, dewelke hij in de ute van zijn overlijden bevrucht van kinde gelaten heeft. Dit kind zou dan vanwege de confisquatie geen goed krijgen, alleen dat van de moeder "dat sober en kleine is". Suppliant verzoekt nu tbv de vrucht, indien deze leven ter wereld komt, de geconfisqueerde goederen terug te mogen ontvangen, nl: 1) in Wolfaertsdyck, Oostkercke, Westkercke, Sabbinge ende t Suderlant, met de polders daerin gelegen, 200 gemeten ambacht, waarvan jaarlix komt 10£ gr Vls, 2) aen thienden aldaer op gemeen jaren 13£ gr Vls sjaars, 3) in Zuyt Bevelant: in s heeren Aerntskerke, Heynkessant, OVersant, Wemeldinge, Capelle, Vlake, Cloetinge van ambacht 8£ gr Vls sjaars, 4) in Cats, in oude Cats, in Nieuwe Cats, in Noortbevelant, in Emelisse, in Ekinge, ende in Amerser van Schoenisse van ambachte van molen, van Edick en ander land 5£ gr Vls sjaars, 5) item aen tienden aldaer op gemeen jaren 4£ gr Vls sjaars
1492-10-30 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 13-15
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat zij op grond van het op 1490-10-09 gemaakte accoord, deze brief geconfirmeerd hebben op verzoek van heer Jacob van Cats. Eodem die oorkonden Max. en Philips dat zij brieve dd 1480-05-20 gegeven hebben wylen heeren Jan van Cats, ridder, die goeden van wijlen zijn broeder Lievin van Cats toe te behoren plagen ende jegens ons verbuerd waren, ende alsoo oick mede na de dood van heer Jan van Cats een accoord gemaakt is t.a.v. de twist over de voogdij van diens kinderen. Op grond van welk accoord heer Jacob zal verkrijgen de rechte helftscheiding van wijlen Lieven van Cats goederen. Zij belenen nu heer Jacob met de voors. rechte helftscheiding: 1) in het oude land van Cats bij der Brede ½ van 37½ gemeten ambachts, 2) in t nieuwe land van Cats binnen Cats parochie, bij der Brede ½ van 39½ gemeten ambachts, 3) in 't nieuwe land van Cats, streckende in Emelisse ende in Nyerkercke parochie by der brede, ½ van 82 gemeten, 280 roeden ambachts, 3) in Wolfaertsdyk, in het oude ambacht van Oostkerke, Westkerke, in Sabbinge, bij der brede ½ van 136 gemeten 120 roeden ambacht, 4) in diverse nieuw bedyckte polders van Hongersdyck, aen Oostkerke, Sabbinge, ende aen Westkercke prochien, bedyckt bij der brede, ½ van 87½ gemeten en 10 roeden ambacht, 5) en daer toe noch ½ van alsulcke ambachten als Lievin voors. te houden placht, leggende in Schouwen, in t zuytland, in Ellemeet, in E[l]kerzee, in Kerkwerve ende Haemstede, 6) ½ van alsulcke ambachten als Lievyn hadde in Zuyt Beveland in tsheren Aerntskerke, Heintschensandt, Ovesandt, Wemeldinge, Capelle, Vlake en Cloetinge. Ende alle dese ambachten te verstaen met ambachtsgevolg, vronen, veeren, molen, en al dat daartoe behoort. Te houden ten rechten Zeeuwsen leen. Item noch 7) ½ van de tienden hierna volgende, altyd behouden juste estimatie als voren: a) van 14 gemeten tienden in Wolfaertsdyck, b) van 4 gemeten min 25 roeden in Cloetinge, c) van 225 roeden thienden in t oostambacht van Capelle, d) van 7½ gemeten tienden in Noortbeveland, makende tesamen 13 gemeten 25 roeden tienden, waarvan heer Jacob ½ verkrijgt. Des zoo blyft heer Jacob gehouden aan onse rentmeester-generaal Thomas Bueckelaer te betalen van elk gemet tienden 3£ zwarte Tournoys van 20 gr t pond (vgl 1492-10-23)
present: Anthonis van Cats, mr Jan van Wissekerke, Jan Michielsz
1569-09-09
A.R.A. Staten van Holland vóór 1572 Inv no 1576/100e penning
10e en 100e Penning Bloemendaal
Excerpt 100e penning. Quohier ende taxatie van allen den goeden, roerende ende onroerende, gestaen ende gelegen in de banne van Tetrode ende Aelbrechtsberge, gheen uijtgezondert gedeijlt in 3 polders als heer Aelbrechtsberge, Tetrode ende Vogelesanck, gemaect bij geordonnerde en gezworen taxaterus in de banne voors, om daarnaar de 100e penn. te colleteren. Die van Tetrode en Aelbertsberg bezwaart met 48sc sjaars herfstscot, die van Tetrode contribueren int molengelt van de molen te Santpoort tot profijt van de Kon. Maj. 7£ sjaars
folio nummer: fol 1
vervolg nummer: Aelbertsberge
Adriaen Phillipsz, Claes Baertsz, Floris Wolfertsz Bol ende Claes Gheritsz, taxateurs van de 100e penning
1564-05-17 |
Staatsarch Detmold-Urkunden L 3 Holland no 130
Jaartallenindex
testament van Henrick heere tot Brederode: 1) enige universele erfgenaam is zijn broer Robbrecht van Brederode. Bij gebrek van dien Charles van Mansfelt, evt Philips van Mansfelt, met last van hetgeen hij vermaakt heeft aan zijn vrouw Amelia graeffinne van Nuenaar. Verkoop van goederen niet toegestaan. In aanschouw genomen dat hij zijn broer geheel en al voldaan heeft van het erfdeel van zijn ouders "ende dat wij ons daermede niet alleen, dan ook anderzins voor hem in schulden ende swaricheden gestelt hebben, ende dat daer well t selve hem niet helpende bij hem selven noch daer en tendens in treffelicke groote exorbitante schulden gebracht heeft", bepaalt hij omdat hij vreest dat die goederen toch vervreemd zouden worden, speciaal wat betreft de landen van Vianen en Ameide, dat die niet op Robbrecht zullen erven. De heerlijkhenden en steden van VIanen, Ameide, Helsdingen, die grachten van Outena, Bolgry, Heycop, Lexmond, Lakersveld, Achthoven, Meerkerck, Thienhoven en andere gehuchten, polders, buyrschappen etc zullen komen op zijn neef heer Wilhelm graaf tot Nassau prince van Orangien, evt te komen op diens zoon heer Philips van Nassauw grave tot Bueren, behalve de douairie van zijn gesellinne, die goederen van Vianen etc, die zullen vererven op de graven van Buren, met handhaving van de oude privileges voor de ondersaten. De erfgenaam zal gehouden zijn de rechten van zijn gezellinne te handhaven, "neffens t ghene haer van rechts weghen toebehoort. Ende daer en tenden onsen broeder te doen eenich slott ofte huys gelegen in Hooch Duytslant ofte elders buyten t ressort van dese Nederlande, bij raminge soe groot alst huys tot Cleef bij Haerlem ofte het huys ter Ameyde, omme dat t synen believen te mogen bewoont ende gebruyct worden". Daarenboven krijgt hij fl 5000 per jaar. Welcke huysinge en rente altijd gelost mogen worden met 90000 gld en die verschenen onbetaelde renten, te weten die huysinge met 10000 ende die rente de penning 16. Zijn broeder zal deze 5000 gld ontvangen van die hofstede van Vianen tot een recht leen, bij gebreke van geboorte terug te komen aan de hofstede van Vianen, behalve die 2000 gld van die 5000 gld per jaar die erven zullen op die oudste van drie kinderen van heer Peter Ernst graeff tot Mansfelt, geprocreert bij zijn lieve suster "hooger gedachten", maar tot de dood van zijn gesellinne tot haar lijftocht, evenals die andere 3000 gld. "Alle onse crychsrustinge, gereetschap ten oorloge of geweer, mitsgaders t geschut en alle die tapisserien erven aen den huyse van Vianen komen ende blyven sullen, waarbij aan zijn gesellinne zyn gereserveert drie cameren gestoffeert met tapisseryen en huysraet, mitsgaders juwelen, bagynen, gesteenten, vaissellen, goud en zilver". Hij herroept zijn uiterste wil van 1559 en verklaart hetgeen hij toen bepaald heeft t.a.v. zijn vrouw Amelia en t.a.v het gasthuis te Vianen in waarde te houden. Bovendien bepaalt hij dat wat hij gemaakt heeft aan zijn neef Wilhelm graaf van Nassau blijven zullen aan het huis van Nassau. Deze goederen mogen niet erven aan de stede en lande van Buren en op diens afstammelingen van den prince voorn. Getekend en bezegeld op 1564-10-09 (vgl 1559-03-17, 1568-02-15)
1564-10-10: verklaring van: Franck van Ruempst van Weresteyn, stadhouder en drost, Thomas van den Berch, schout, ende burgemeester Roeloff Grauwart, burgemeester Frans Aertsz van Everdingen, Hans van Limborch, Frans Beernts van Yssen, Pieter Streng Claesz, Wilhelm van Blommendal, Lambert Cornelisz Boschman en Cornelis Lamberts Vermeij, schepenen tot Vianen, dat dit de uiterste wil van de heer van Brederode is