12 resultaten
organist | 1465-1466
Thesauriersrekening Haarlem fol 36v, 41
Achternamenindex
"geschenkt den orgelisten van Delft en Leiden, die hier gekomen waren om die orgelen van de stede Haerlem te proeven en daarop te spelen", drie dagen 4 £ 19sc 6d, zij ontvangen 4 £
1551-06-08 | Kortenhoef
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 47
Jaartallenindex
Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Thonis Egbertsz hem heeft opgedragen een acker lants gelegen in Keremoef [Koremoef] ende die bruijckwaer es groet 4 acker lants, daer dese voers. acker lants inne gelegen es, die ick hem verleijt hebbe. Belend zuid: die papelicken proeven van Anckeveen, noord: Jacob Gherytsz, tbv Bouwen Jacobsz, die er vervolgens mede wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1548-04-20, 1563-02-10)
t.o.v. mijn leenmannen: Luytgaert van Drolshagen, Dyrck Heynderyckxz
1514 |
Kroniek Hist Gen jg 1853 p 475-478/Rek Schutmeesters Utrecht
Jaartallenindex
rekening van de schutmeesters der stad Utrecht: Lambert Woutersz, dat hij die overste, out ende nije, laeijen soude doe men die serpetynen proeven soude, 4st. Jacob van Nyevelt dat hij die overste laijen soude, daer men den groten vogelaer proeven soude enden den cleynen Vogelaer, 2st. Jacob van Leeuwen dat ons cruijt in sijn kelre lach. Loeff van Pallaes en Gerrit Claesz gesciet van den Rade om die busse aen die stadtmuer te bringen, elck 1£. Gecoft van Henrick Willemsz scutemaker, 20 pecx gebesicht an die kisten etc. Die nieuwe bus gehaelt van mr Henricks huijs ende voir Pons Lubbertsz huys gebrocht met 3 peerden 3£. Claes Victorsz gegeven van dat hij een dach pylen op die poert brocht. Noch enen dag dat hij Egbert van Groenenberch zijn grote vogelaer en die stadt cleyne vogelaer gescoten heeft 1£ 10sc. Cruijt van Jan Bruijn ontfangen. Henrick Jansz, die mandemaker 36st van cabisen en manden. Het nabescreven buscruyt heb ic ontvangen van Ysbrant Ysbrantsz etc. Noch gegeven Symon Lambertsz tot Amsterdam van serpentinen van hem gecoft 1562£ 10 sc. Item Pons Lubbertsz die serpentinen helpen scieten 1£
Willem Danielsz | 1465-1466
Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex
geschenkt den orgelisten van Delft en Leiden die te Haarlem gekomen waren om die orgelen van de stede te proeven en daarop te spelen: drie dagen 4 £ 19sc 6d: heer Willem Danielsz en Govert Meeus van op die orgelen te Haarlem van 1 jaar 32 £ (fol 36v, 41, 31v)
1473-07-03 | Beverwijk
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 229
Jaartallenindex
Gherit van Poelgeest, abt van Egmondt, beleent Willem van Buyten als een gesedt voocht van Katrijn Gerit Berckmersdochter, tbv haar, met: 1) 4 hofsteden gelegen binnen der stede van Beverwijck op 't Ropeynde, gemeen met Gerbrant van Buyten, die belent hebben zuid: Dirck Saskersz en Gherit Ockersz met zijn evenknijen tesamen, noord: Heynrick Schoenmaicker ende Arys Dircxz, 2) 2£ sjaers ghemeen mitten Regularissen ende nonnen in Beverwijk, 3) een hoffstede daer lenden of zijn noord: Symon Aelbrechtszoons weduew, zuid: die Beghijnenstege, 4) 2 stucke landts mit een block dairtoe behoerende, die belent hebben zuid: Heer Wouterswech, noord: mijn heere die abt van Egmond, 5) een stuck landts dat belent hebben zuid: Heer Wouterswech, noord: die paeplicke proeven in Beverwijck, 6) een stuck landts in Midbrouck, dat belent hebben noordwest: Tyman Sael, zuidoost: Geertruydt van Zaenden. Niet te versterven binnen aftersusterkint (vgl 1480-08-28)
in presentie van leenmannen: Jan Boudijnsz, Costyn van Pinxsen
1490 |
Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1850 p 404
Jaartallenindex
rekening van Egbert Rutgersz, schutmeester der stad Utrecht. Gegeven Claes Victorsz, dat hij op St Gregoriusdach als busscieter der stat haecbussen ende anders bescoet 1 £. Hij maecte ook 5 dagen lang buscruyt, elken dach 1 £. Dirc Willemsz hielp hem daarbij 2 ½ dach: 2£ 10sc. Item gegeven Peter Victorsz 100£ salpeter buscruijt af te maken 16 R gld 5st, maecht 81£ 5sc. Item gegeven Jan die sloetmaker van 8 sluetelen te maken tot die brijen, cruyt in te doen etc. Item gegeven Goeyert die smit om 1000 pylyser, 2 R gld 2½ st, maect 10£ 12sc 6d. Item Ot van Moers (te Keulen) om 463£ salpeter, elc 100 om 12 gouden R gld 1½st. Henrick die smit van een haecbus die onse stat liet maken om die ander te proeven die onse raetsheren voert hebben souden, 5£. Dirck, die hantscoenmaker, om 2 lederen sacken, buscruijt in te dragen 10 sc. Item gegeven roeij Gerritgen [elders: Gerrit die Roey] om een soutvat daer men buscruyt mede tot Rhenen voerde. Item gegeven heer Jan van Haeften te Sunte Marien, om een pan daer men salpeter in giet, buscruyt af te maken ende woech 16£, elc £ 3st, maect 12£. Item gegeven om 32£ ny loets op Hasenberch etc. Item gegeven Jan Roelofsz dat hij verleyt had van der stadt heerpannen in den wecken bij beveel des Raets, 28½ sc, maecht 9£ 12sc 6d
1488-03-20 |
Genealogie v.d. Does Leiderdorp/Familiearch Bredius
Jaartallenindex
memorie kerk Leiderdorp: jvr Oede Dircx weduwe van der Does Costijnsz, heer Lodewycsdochter van Montfoort maakt haar testament: voor de zielen van haarzelf, haar ouders, Dirc van der Does Kostynsz, Costijn van der Does en zijn vrouw jvr Alyd van der Goude, en van haar kinderen: 1) jaargetijde door de H. Geestmeester van Leiderdorp, en 4 kaarsen op het graf van Costijn van der Does etc, de priester 6 scell, de koster 3; 2) zij draagt over aan de H. Geestmeesters te Leiderdorp: ½ van 7 hont lants in het ambacht van Leiderdorp, geheten Oeken van der Does, belend noord: Jan Wermboutsz, oost: Heynrick Coster, zuid en west: die Regulieren, en nog ½ van ½ morgen land aldaar, geheten den Rietacker, gemengder vore met het kapittel van St Pancras, streckende tot die Does, zuid en west: Costyn van der Does nakomelingen, noord: Willem Andriesz; noch ½ van mijn tuyntgen dat voor Jan Kostynsz leijt ende hij in huerware heeft, streckende van de dyck in den Ryn, zuid: die H. Geest tot Leiderdorp, noord: Jan Costynsz. Ende hier sellen in gaen die helft van de renten die oude Heynric van der Does die papelycke proeven ende der kosteryen van Leyderdorp op die erve besproocken hadde. Item noch ½ van een tuyntgen, gelegen bij der kercke aldaar, nu in hure heeft Jan van Tol, ende streckt van den Ryndyck tot achter in den Rhijn, noord: Lysbeth Aelwyns weduwe, zuid: Jan Costijnsz
getuigen: Heynric Florisz, Aelwyn Willemsz; Kostyn van der Does, voogd van zijn moeder en voor zijn broers, Coen van Oosterwyck en Jan Bouwensz zegelen voor hem
1535-02-06 | Castricum
Arch Marquette 1106 no 248/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Dirck Claesz Mey heeft van die papelicke proeven van Castricom ontfangen in erfpacht: 1) 3 ackeren gelegen achter zijn huys daer hij op dese tijt in woent, te weeten die laanacker ende die acker daer bij westen aen, ende zijnt belend oost: Aelbrecht Bertelmeeusz, poirter van Alckmair, west: die weduwe van Jan Jansz mit hair kinderen, noord: die pastoersgraft, zuid: die oude wech; 2) die acker ghenoemt Papenwerff, belend noord: die wech voor t lant, zuid: t Waemlant, oost: dat kerckevennetgen ende die weduwe van Jan Jansz ende teynde haer, west: Gheryt Dircsz. Mit alsulck recht ende toeseggen als die papelicke proven daertoe heeft. Item noch soe is hem geconfirmeert alzulck erfpacht als dair staet op zijn hofstede ende op die hofstede daer bij naesten aen, welck hij heeft gecoft van Griete Uipprants erffgenamen. Ende al deze perceelen heeft Dirck Claesz ontfangen in een eeuwige erfpachte van die pastoer mr Sebastiaen Willemsz Schouten, bij consent van heer Gheryt van Assendelft als patroen ende ghifter van die papelicke prove cons. Dirck Claesz Mey moet hiervoor betalen jaarlijks aan de pastoor van Castricum voor de hofsteden en akkers 5 Kar gld, beneves 1£ Vls in eens voor de reparatie van het pastoorshuis. Arbiters ende segsluyden van dese erfhuyer: Aelbrecht Jansz ende Jan Nannincxz, buyerluyden tot Castricum. Op verzoek van de pastoor en van heer Jan Gavensz, vicecureyt tot Castricum, en van Dirck Claesz Mey, zegelt Jan Claesz, schout van Castricom
in presentie van Jacob Bertelmeesz en Gheryt Dircxz, schepenen van Castricom
1537-04-26 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 253
Jaartallenindex
Gheryt heere tot Assendelft, Eemskerk, Cralingen etc, ridder, stadhouder der leenen ende 1e Raad van de Keizer in Holland, verleent toestemming aan mr Sebastiaen Willemsz Schouten, pastoor van Castricum, wegens noodzakelijke reparatie van de pastorie in zijn heerlijkheid van Castricum, onder Gheryts collatie staande, om perceelen en renten behorende tot de pastorie te verkopen, en wel: 1) een cleyn ackergen, groot 30 roeden, leggende voor thuys van Aelbrecht Jansz, daer zijn backhuys op staet, ende plach tselfde te gebruyken voer 8 stuvers sjaers, welck ackertgen die voors. Aelbrecht gecoft heeft om 20 Kar gld; 2) 4 Scaeps geersen leggende in Nyel Janszoons Bravelt, ende plach te gebruycken Aechte Wouter Pieterszs weduwe, jaerlixe om 18 stuvers, t welck Willem Gerbrantsz gekocht heeft om 60 Kar gld; 3) 66 roeden in een stuck lands gehieten die Kerckevenne; 4) ⅙ geers in Bravelstmade; 5) een stooter sjaers zonder kenlick hypotheecke, twelck tsamen te gelden plach 19 stuvers ende gecoft heeft Jannetgen Claes Croenenburchsdochter voor 55 Kar gld; 6) die Westeracker van den boomgart van Cornelia Gerbrant Symonszsweduwe, groot 38 roeden, twelck dieselfde Cornelia plach te gebruycken om 19½ stuvers sjaers, ende nu gecoft heeft om 32 Kar gld; 7) alsulcken eygendoem als die papelicke proeven gehadt heeft in de hofstede ende boomgaert van Gheryt Claesz, daer noyt zeecker vesticheyt of geweest is, ende hij gecoft heeft om 25 Kar gld; 8) een schaefgeers leggende in een stucke lants genoemt die Maedt over meer als Manixmeer [?] twelck verdaelt is geweest, ende plach een stooter sjaers te gelden, dat Louris Gherytsz nu gecoft heeft om 12 Kar gld. Hij verzoekt consent van de bisschop van Utrecht tot deze verkoop
1465-1466 (1) |
G.A. Haarlem Inv I 214 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
thesauriersrekening 1465-05-02 - 1466-05-02 van Gheryt Barwoutsz, Jacob Meynaertsz, Joost Danielsz en Jan van Berkenrode jonge als thesauriers van Haerlem: (fol 8v) Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Kennemerland en Vriesland; (fol 15) op 4 Mey Symon van Noortich, burgemr en Robbin Annoqué naar Gorinchem; (fol 16v) Jan v.d. Meer, burgemr op 16 Juni naar s Hage; (fol 19) op 19 Sept. reysden Gerrit Steffensz en Allyn Claesz mit Jan van Poelgeest en Aelbrecht van Raephorst ende mitten gedeputeerden van de steden van Leyden ende van Alcmaer op bevel v.d. Raad op Hondsbosch en Vriesendyc van wege grote scade aan de laatste; (fol 27) Robbin Annoqué als bode verschillende reizen, Loef Pelgrimsz, Jacob Jansz, Jan van Barry als boden; (fol 31v) Claes Willemsz, der stede knecht voor zijn Kersavond 13sc 4d, voor zyn tabbert 6£ (fol 32); Jan van Barry en Loef Pellegrimsz elc voor zijn tabbert 6£, Jan die wynscroeder voor zijn tabbert 6£; (fol 31v) heer Willem Danielsz en Govert Meeusz van op die orgelen te spelen van 1 jaar 32£; Claes Willemsz zyn wedde van der stede kannen schoon te houden 25£ 5sc 4d, en met Gerbrant Dircsz van t Sant schoon te houden en de bruggen 16£; Lambert Rutgersz van die uyercloc te stellen en bewaren 16£, Claes [Claesz] van die Hout te verwaren 16£; (fol 33v) op Hemelvaartdach myn vrouwe van Yselsteyn geschenct 2 stede kannen Rynwijn 18sc; (fol 34v) heer Lodewyc van Treslong geschenct 2 stede kannen Rynwijn, mijn vrouwe van Noordeloos idem 18sc; (fol 35) op 6 Dec. Gheryt van Assendelft en Dirc Boudynsz geschenct 2 stedekannen Rynwijn 21sc; (fol 35v) myn vrouwe van Noordeloos op 24 Mrt 2 stede kannen Rynwyn 21 sc; (fol 36) Jan van Poelgeest 1 stede kanne Rynwijn 10sc 6d; (fol 36v) geschenct den orgelisten van Delft en Leiden die hier gecomen waren om die orgelen v.d. stede te proeven en daerop te spelen (3 dagen) 4£ 19sc 6d, zij ontvangen 4£ (zie ook fol 41)