18 resultaten

Jan Reynertsz | 1428

Libro III fol 55
Voornamenindex

Jan Reynertsz, van Bergen (Kennemerland): een stuk land geheten die Oeke tot Bergen of daar omtrent, te houden zoals zijn oudrs. Nota: dit land is ten eigen gegeven aan Jan

Ploech | 1607-02-22

O.R.A. Alkmaar 139 fol 244v
Achternamenindex

Jan Reynertsz Ploech koopt huis en erf te Alkmaar

Semeijns | 1634-08-06

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 08-22, Pieter Ysbrandtsz met kennis van Allardt Meynertsz Semeijn, fl 600 - fl 24; 1637-09-04/09-14: Allert Meijnertsz Semeijns tbv Freeck Reynertsz Coninck, fl 300 - fl 12

Niemants | 1625-01-16

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Enkhuizen: verschijndag 01-28, Willemtgen Niemants, fl 1600 - fl 64, afgelost 1770-12-28; 1633-03-09/03-15: Willemtge Niemants, fl 625 - fl 25; 1634-03-15/03-28: Jacob Reynertsz, secretaris tbv Willempge Niemants, fl 1800 - fl 72; 1636-03-05/03-17: als hiervoor fl 1000 - fl 40

1640-10-22

R.A.H. O.R.A. 2102 fol 54
Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen van de Egmonden oorkonden dat Symon Reynertsz, buerman tot Rinnegom, verkoopt aan de regenten van het armen gasthuijs en huysarmen tot Egmond op Zee, een partijtje land genaemd "Bieswaijtgen", groot 1 morgen, gelegen tussen Reynegum en Egmond Binnen, oost: de Geer, zuid: de erfgenamen van Henrick Flooren, west; de weduwe van Pieter Claesz Soetemelck, noord: Dirck Michielsz van de Camer. Koopsom 750 Kar gld

Cornelis van Brinchoff van Moerjaen, baljuw en schout, Engel Ariaensz Coopman en Gerrit Rayersz, schepenen

Cock | 1409-02-13

Reg Rotterdam en Schieland no 1748
Achternamenindex

Huych Jan Coxenz en Dieric Willem Coxenz, schepenen in Rotterdam, oorkonden dat Claes Coxen voor hen verklaarde schuldig te zijn aan Viant Pieter Jacobsz 20 sch per jaar, rustende als een erfpacht op zijn huis en erf, staande in het Vestvierendel (?), belend oost: Pieter Reynertsz, west: Arent van Diest, elk met huis en erf, strekkende van de halve straat tot in de haven, gelijk de buurerven

1639-05-18

R.A.H. O.R.A. 2102 fol 8v
Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen van de Egmonden oorkonden myn vrouwe Catharina van Malepaert, weduwe van Berthout van Poelenburch, vertoont zekere condempnatie van dezen gerechte dd 1639-02-02, ten laste van Griete Raijers, weduwe van Symon Miesen Heeren, bij haar geobtineerd, voor een schuld van 250 gld en 154 gld capitael met verschenen rente, waarvoor volgens de versegelde rentebrief verbonden was een huis en land te Rinnegom aan de gecondemneerde toebehorende, oost: Symon Reynertsz, noord: de gemene wech naer Egmond op Zee, zuid en west: de wildernis. Dit huis is vervolgens bij executie verkocht. Kooper gebleven Catarina Malepaert voor 315 gld, aan wie dit perceel vervolgens wordt getransporteerd

Cornelis van Brinchoff van Moerjaen, baljuw en schout van de Egmonden, Dirc Dircsz, schepen; getuigen: Allert Cornelisz, Engel Aryensz, Jacob Pauwelsz

Herlaer, van~ | 1620-07-24

R.A. Arnhem Arch Heerlijkheid Ammerzoden no 12 no VIIIa
Achternamenindex

Cathalyn Jan Jaspersz; 1621-03-04: Coendert Aertsz Helders brief van Ariaen Reynertsz koop gedaen aen goederen Jan Frericksz voor 350 gld met rente, vermogens zijn schepen schultbrief, gekocht bij Gysbert Ariensz voor 5 sch en door deze aan Coendert overgedragen; 1624-04-12: Ariaen Beerntsz brouwer tot Gorcum spreekt met recht op en over Jasper Hanricksz, dat hij hem schuldig is van geleverde bieren, 3 gld; 1625-01-17: ingeboden Catalyn Jan Jaspersz weduwe; ook: Anthonis Hendricksz decker [zoon van Hendrick Jaspersz ?]; 1625-02-28: Catalyn weduwe van Jan Jaspersz, 54 jaren; 1625-04-25: ingeboden Melis Jan Jaspersz

Ammerzoden

1394 |

R.A.H. Coll Aanw 51 fol 120/Reg B Bloys Cas D fol 57
Jaartallenindex

Nanne Symonsz in Texel is myns heren man geworden, anbracht bij Janne van Braeckel, baljuw aldaer, van eenen stucke lants geheyten Jan Tryssen coech, belend oost: Jan Pietersz, west: Aelwin Mathysz, noord: Jacob Sweertsz, ende houdt 2800 roeden. voor dit is hij man geworden van omtrent vier hondert lants gelegen in Elboutscoech, west: myn here, zuid: Witte Heynricsz, oost: Symon Reijnsz. Dit laatste lant heeft heeft hij opgedragen van zijn eigen goede, en hij wordt er nu mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een jaar renten of 10£

mannen: Willem Gerritsz, Claes Reynertsz

1561-07-14 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 563
Jaartallenindex

attestatie te Gorinchem waarin Herberen Willemsz van Haulinghen [Houwelingen] uit Gorinchem, Dirck Gerritsz uit Hardingsveld en Eelken Cornelisdochter uit Gorinchem, weduwe van Cornelis Gheritsz en vroeger woonachtig in Hardingsveld, verklaren Maritghen die Hoghe, natuurlijke dochter van Jacob van Wena, en halfzuster van wylen Jan van Wena, goed gekend te hebben, waarbij Dirck en Eelken aantekenen land aan de Bylresteeg in Hardingsveld te hebben gehad zonder ooit iets te hebben gehoord over een rente van 1¼ Engelse Eduw. nobel, die daarop zou rusten. Verklaart Adriaen Heynricsz van Strien uit Peursum, die vroeger bij de heren van Giesenburg heeft gewoond, dat zowel Jacob als zijn vader Frans van Wena, de akte zonder waarde achtten: zij hadden de brief "gecancelleert wesende met eenen barnpryem" weggegooid. Zij beschouwden de brief overigens als een slaper, ondert. notaris Jasper van Voern; 1561-10-29: attestatie te Papendrecht, waarin Marigen Claesdochter molenaer en Marigen Woutersdochter verklaren dat Maritgen die Hoghe Jacobsdochter [= bastaarddochter van Jacob van Wena] gewoond heeft in Dordrecht, naast Marigen Claesdochter in de Marienbornstraat; dat Maritgen die Hoghe zeven jaar geleden is overleden en begraven ligt op het nieuwe kerkhof binnen Dordrecht; 1561-12-16: attestatie te Hardingsvelt, waarin Jan die Potter Reynertsz uit Werkendam, die vroeger samen met zijn oom Aellert Dirricksz die Hoghe en diens vrouw Maritgen in Hardingsveld woonde bij de Bilresteeg, en Dirck Gheritsz uit Hardingsveld, verklaren nooit over een aanmaning tot betaling van 1¼ nobel te hebben horen spreken, ondert. J. Boonsen; 1561-1562: poogt Engelbert van Heeckeren, afkomstig uit Deventer, en gehuwd met Christina, weduwe Jacob van Wena heer van Giessenburg, de onderhavige rente te innen. De schepenbank van Hardingsveld beslist op 1556-10-17 dat deze rente verjaard is, daar noch reps. Jan, Frans en Jacob van Wena heren van Giessenburg ooit geprobeerd hadden om deze rente te innen. Het Hof van Holland bevestigt dit vonnis, doch Engelbert ging hiervan in appel bij de Grote Raad