Noordeloos, van | 1421-02-20 (1420)

R.A.H. Coll Aanw 57 fol 452, 98 ZH fol 9

Achternamenindex

Aernt Ricoutsz, scrijnmaker in Dordrecht, ontving de Zijdwinde gelegen in het ambacht van Alblas, belend tussen het land van Jan van der Nordelois en het land van Abel van Bysanten (Lib III no 6); 1428: Arnoldus resignavit et Rycout relevavit (patet libro IX no 18); Rycout resignavit et Daniel relevavit (IX 19)

1452-06-12 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 70/7/St Elisabethsgasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

scepene in Haerlem oorkonden dat Rycout Jansz geliede dat hij gehuurd heeft tot erfhure jegens den gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis, een erve gelegen opten hoeck van dat Cleyne Heyligelant bij der stede muijer, twisken Godevaert Brasse an die ene zijde, dat Cleyne Heylig Lant an die ander zide, streckende voer van der strate, afterwaerts an Heijnric die molenaer die men hiet piipe Heijne, om 2 g. Beyerse gld sjaers. Vóór 1 Mei e.k. zal hij een huis op dit erf moeten bouwen. Rycout belooft dat hij in dit huis "tot gheenre tijt bordeel, stove, noch cuijpe daer in houden en sal, noch enige dinghen dair in hantyeren dat men quade herberge mach hieten". Gebeurt dit toch dan zal hij het huis terstond moeten ontruimen

Jacob Dirc Bertincxz (zegel: aan weerszijden in het schild een rechtopstaande kam, daartussen een huismerk), Gysbrecht Luydolfsz (zegel), schepenen

Bosch, van den | 1328

Cat Arch Kapittel St Pieter p 69 no 640/vidimus gerecht Amersfoort d.d. 1339

Achternamenindex

brief van de gemene malen van Wede en Emminclaer, waarbij Rycout Everarts van den Bossche tbv zijn oom Willem van den Bossche afstand doet van het goed te Emminclaer en Ten Bosch [onder Leusden]

Noordeloos, van | 1428~

Achternamenindex

Aernt Ricoutsz, scrijnmaker in Dordrecht, ontving de Zijdwinde gelegen in het ambacht van Alblas, belend tussen het land van Jan van der Nordelois en het land van Abel van Bysanten (Lib III no 6); 1428: Arnoldus resignavit et Rycout relevavit (patet libro

1487-05

folio 78 LXX, LXXI 1486-1489

Transportregister Haarlem

Claes Gerytsz van Huijsen voor hemzelf en voor zijn drie neven Claes Jacobsz, Rycout Coppez en Willem Geryt Claesz, lijt dat Alyt Willemsdochter Gysbrecht Reyersz weduwe hem al voldaan en betaald heeft van de erfenis van wijlen Gysbrecht Reijersz voers, hoirluijder oem. Met Jan Heinricsz als voogd erkent zij hun 33 R gld schuldig te zijn

Pallaes, van | 1448-06-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 146

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Hubert van Palaes wordt na dode van zijn vader Herbert beleend met land geheten Kreijcxkampp, strekkende van de Rijn tot aan de Bisschopswech toe, belend noord: Rycout Willemsz met ⅓ deel van deze camp, zuid: de scut en Gheryt Jansz; "item dit heeft Lambert Pijll, ut infra"; 1448 sabbato post Conversionem Pauli: draagt Hubert dit leen over tbv Lambert Pijl, die beleend wordt

mannen: Roelof van Baern, Goessen van Staelwijck; Goessen Bosch, Jan van Hueuckellem

1509 |

Kroniek Hist Gen jg 1853 p 235

Jaartallenindex

rekening van de Schutmeesters van de stad Utrecht. In den yersten Egbert van Gruenenberch ende Henrick Roick, gescicte van den Rade, ende Claes Victorsz, die my Geryt Zass der artelerie ende ander gereetschap overleverde na ouder gewonten etc, 1 £. Joest die sackdrager met zijn vennoot etc 1£. Bertelmeus Pietersz dat hij Claes Victorsz cruijt heeft helpen maken, 8 dagen, sdages 2½ st. Claes Victorsz wijf en dochter, dat zij cruijt hebben helpen maken tesamen 12d, 30st. Rycout Roelofsz voor 60½ £ loets, serpentijn cloet of te gieten, t pont 7½ wit. Jaspar Zweers, die ketelslager, den salpeterketel te verbodemen, 25st. Claes Victorsz enen dach dat hij ut beveel van den oversten enen socht die mitte busscieten ende cruijt van de poert holp halen dat tot Geryt van Nyvelt gebrocht wert, doe hij mit Gysbert die Croen aen den hertoch van Gelre trecken soude etc. Goeyert mijn neef van Roedenborch van wegen off tot behoef Gysbert Zassen weder dat dair van der stat wegen gecoft was een noerts hout, daer men die bussen bescieten soude van 33st

Keijl | 1468-07-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 277v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lutgairt met haar man Jan Keijll als voogd, dragen over de tijnsweer van een camp land in der Duyst, belend zuid: Jacob Hooft Lumansz, noord: Cornelis Evertsz, oost: Jacob van der Weteringens nakomelingen, dat haar aanbestorven was bij dode van haar nicht Margriet, dochter van haar broer Harman Evertsz; vervolgens ontvangt Jacob Hooft Lumansz dit goed tot een erftijns van 1 oude budding, te betalen jaarlijks in onsen hove tot Emynglaer; "hiervan plach Rycout Costensz jaarlijks te geven 2 boddragers"

tijnsgenoten: Luman Reijersz, Jacob van Geijn

1524 |

Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1853 p 492

Jaartallenindex

rekening van de schutmeesters der stad Utrecht. In den yersten gecoft tot Rycout toe Brandenborch ende Jan van Zwoll tesamen 250 £ loets. Mr Hans [van Colen] heeft cruijt gemaect, daer heeft hem helpen stampen Claes Reyersz 9 dagen, Henrick de Vries 6 dagen, elk 3st sdages. Cornelis Coernhert ende Aryen den Oesterlinck, busscutten, hebben in der stat dienst geweest als haeckbussen te scuren elk 1 dag, sdages 1£. Aryaen die Oesterlingh, steenhouder, heeft gemaect 3 vormen om loet in te gieten tot sommige bussen, 9st. Jacob Roelofsz, de smit, heeft gemaect 500 pylysers, 2½ gld, aen die scaften te maken 8st. Claes Reyersz en Hendrik Jansz hebben in die week voor Midvasten mr Hans cruyt helpen maken 6 dagen, sdages 3st gegeven. Aryaen den oesterlinck en Dirck Coernhert, busscutters, die greefmeester, elck 1£. Aen yserwerck aen die serpentyn after Henrick van Huesden 25st. Gegeven Jan van Boesichem ende Eelgis van Hamelen, beiden als gescicten van den Rade, doe Claes Wemmersz, scutmeyster, d'artillrye overleverde, ende Claes Wemmersz, Cornelis die scriver, mr Hans die greefmeyster, Claes Victorsz, die scutmeyster, ende die timmermeyster, die daer oick mede bij geweest zijn, elk 1£. Floris Stevensz, die raeijmaker van ophouwers van de bussen te maken 6st. Jan Henricksz, busmaker, een nije stamper in de cruijthoorn 8st, ende van 2 oude stampers 2d. Vrijdag voir St Pieter zijn gescict Jan van Voirde, Heynrick Jansz, die busmeesters, mr Hans die greefmeyster, Aryaen die Oesterlinck ende Dirck Cornelisz Koernhert om die bussen aen de muren te stalleren en te scieten, elck 1£

Zijl, van | 1470-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 197v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Tyman van Zijl en Jacob Evertsz dragen op elk ¼ deel van een hofstede gelegen tot Zoest, onderdeelt met Goijert Jacobsz. "Mit huysinge ende alle timmerte als daer op staet, ende met alsulke engelant en weylant alst van outs gelegen is, welke voors. hofstede Jacob Goedenz toe te behoren plach, also alst hem Aernt Evertsz hoer broeder in voortiden voor ons overgegeven hadden"; vervolgens wordt Hase Evert Jacobsdochter, vrouw van Tyman van Zijl met de helft van deze hofstede beleend; ook gaven Tyman en Jacob elk aan haar ¼ deel van 6 Beyers gld per jaar erfrente die ter lossing staan, en Aernt Evertsz schuldig is; 1491: Hase geeft dit goed over en Rycout Evertsz krijgt het te leen, en "Hase behalt noch alle engelant te leen"

mannen: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heersell