3 resultaten
Lodensteyn, van | 1468-03-16
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, droeg op 1) een maet land in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed, zuid: Dirc Mutse, zeewaarts: Rutger Goede Scaelsz.z, strekkende van Jacob Fijenz camp tot aan de Grote Saijmaet toe, 2) 2 campen land, ook tijnsgoed, west: de gemene wech, noord: Rutger Scaell, zuid: Dirc Mutse, oost: Gysbert van Lodensteijn; vervolgens wordt dit goed verleend aan het clerchuse en gemeen convent van St Jan tot Amersfoort, hulde en eed doet Aelbert Dirc Petersz
tijnsgenoten: Claes Jacobsz, mr Jacob Smit, mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch
Oostrum, van | 1485-07-19
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 307
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum draagt op dat oude erve tot Scherpenzeell en het getimmerte daarop, behalve het bos, zoals Willem Lambertsz vroeger gebruikte en Deuke van Eck en zijn voorvaders van de abdij te tinse gehouden hebben, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen myt Berchorst en Roedewinckel, west: Ott van Scherpenzeel met den dorpe van Scherpenzeel ende mit puesse [?], noord: Ott van Scherpenzeel met zijn bos, zuid: jonge Egbert de Beer met Wijminclaer; vervolgens ontvangt Egbert de Beer dit goed tot erftijns, op 2 oude berchsche groten per jaar, tebetalen in onze uthoff te Heyligenberch
tijnsgenoten: Rutger Scaell, Beernt Scaij
Cely Guede Henricszdr | 1438-10-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 287, 288v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Cely Guede Henricszdochter met haar gecoren voogd Rijcout Scaell, draagt op ½ van der huisinge en hofstede en van een stuk roggeland, belend zuid: Jacob Cuper, noord: Willems erfgenamen van Colvescoten, oost: de gemene brenck, west: Gehryt Rutgersz, haar aanbestorven bij dode van haar vader Guede, hof- en tijnsgoed; Cely ontvangt dit goed weer onder voorwaarde dat als zij kinderloos sterft, dit goed zal komen voor de helft op haar broers en zuster Peter, Rutgher en Goedeken, die Cely's moeder Alijt heeft bij haar man Peter Petersz, de andere helft zal na hun dood op Cely erven, behalve 4 schill per jaar tijns uit Jacob Fyenz hoeve, te betalen in onsen hoff tot Emmynclaer; "item nu Peter Petersz"; 1441-11-06: verleend aan Peter Petersz, tijns 4sc, na zijn dood zal de helft komen op zijn zoon Rutger; "nunc Rutger Scael zijn zoon"; 1490: "nunc Cornelis en Peter Rutger Scaels kinderen apud dom. Jac. Stege fol 24"
tijnsgenoten: mr Albert Baers, Jan die cuper; mr Aelbert Baers, Jan de Wolff