14 resultaten

Barendrecht, van | 1341-06-06

Nibbelink no 43
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt: "dat wi quite ghescouden hebben ende quite scelden voir ons en voir onse nacomelinghe meester Tielman heren Jan heren Gillys soens soene ende sine erfname van allen euvelen moede ende van allen zake die wi op hem te segghen hadden of mochten hebben toten daghe van huden toe"

1426-03-24 (1425) |

Frans Halsmuseum Haarlem Coll Costeriana no 11/4
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat Here Johan van den Vliete, ridder, ons sculdich was 86 gouden Vrancr. cronen, die hij ons an here Jan Aernt Louwenz bewyst heeft zelve de brief van quitantie daervan gegeven dat claerlic inhoudt ende begrypt. Ende want here Jan Aernt Louwenz voirs. ons dese 86 cronen wittelic ende wael betaelt heeft, so scelden wij denselven here voirs. quit mit desen brieve. Ondertekend 24 Mrt 1425 [de Vries leest echter 23 Mrt]

Doeve van Ryetwyck ende Louwerens Jansz, schepenen

1592-05-31 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 65, 66
Jaartallenindex

Cornelis Segers, van Amsterdam, als voocht en geordonneerde sequester van Pieter Pieter Claesz Kan, poorter tot Amsterdam, transporteert aan Cornelis Jansz Pot, mede van Amsterdam, een stucke weytlants, groot 2 morgen 94 roeden, genaempt "Claes Reijers weyde", in onsen banne. Zonder datum: Cornelis Hendricksz van Schagen op de Nes, als man en voogd van de nagelaten weduwe van wijlen Cornelis Aris, en Aerjan Aris als oom en voocht van de weeskinderen van wijlen Cornelis Aris voorn, scelden quyt [aan wie ?] een stuck lants, de helft gelegen in de Reeckerkooch in de ban van Warmenhuysen, de andere helft toecomende de voorn. voocht, groot in het geheel 11½ geers, oost: de Grob, west: de Reeckerdyck, zuid: Jan Clerck

Jan Gerritsz, schout, Aeriaen Dirck Yfsz en Yf Symonsz, schepenen

1489-09

folio 16v XVIII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Aernt Willemsz en Jan Ysbrantsz als man en voogd van Cornelis Willemsdochter, en Alijt Willemsdochter met haar broeder Aernt voirs. als voogd, scelden quyt Lobburch Jansdochter, hare moeder Willem Willemsz de hoedemakers weduwe van hs [haar?] erfnisse

1487-01

folio 51 XLV, XLVI 1486-1489
Transportregister Haarlem

Yef Wolbrantsdochter met Wouter Warboutsz als haar voogd erkent schuldig te zyn aan Rembrant Nannez en Symon Nannez, gebroeders, 20 R gld. Hiervoor scelden zij quyt de erfenis hun aangecomen van hun oem Zybrant Meynaertsz, toen hij leefde Yeven geechte man

Claes Lambrechtsz | 1473-1474

Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex

op 28 juni een burgemeester naar Utrecht om met heer Claes de lijfrente die deze op de stad gecoft hadde over te comen en de coop quyt te scelden, alsoe hij veel moeyenisse maecte in die brieven die men him daeraf geven soude t welc hij niet doen en woude, maar woude blijven bij zijn coop (fol 26)

1527-09-27 |

Genealogie v.d. Does fol 134/Familiearch Bredius
Jaartallenindex

extract van de achterstallige renten gebreeckende den erfgenamen van Willem van der Does: totalis somma 114£ 5st, beloopt ⅓ deel 38£ 1st 8d. Wij Clement Jansz, doctor in medicine, als man en voocht van jvr Mergriete Willemsdochter van der Does, weduwe van Willem Jan Kerstantsz ende Geryt Jan Kerstantsz, als enige erfgenaem van zijn broer wijlen Willem Jan Kerstantsz, kenen ende lijen dat zig van ⅓ deel van de achterstallige renten hiervoor verclaert, belopende ter somme van 38£ 1sc 8 penn gr Vls voldaen en betaelt te sijn ende scelden die goede stede van Leyden van denselven achterstal geheelicken quyt. Volgt: extract van de achterstallige renten gebreeckende Geryt Jan Kerstantsz ende de weduwe van zijn broer Willem Jansz, totalis somma LXXIV £ 18sc 15 miten groten. Op 1527-09-28 verklaren dezelfden als hiervoor van de stad Leiden 74£ 18sc 6 penn en 15 miten ontvangen te hebben

1481-12-24 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 78/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

wij Aernt heer van Zevenberghen tot Nucop ende tot Noerde, baeliu van Amsterlant, Waterlant ende van Zeevanc, bekennen mit desen onsen brieve, dat wij vercoft hebben Pieter Jansz, wonende tot Monikendam tot behoef Claes Hilbrantsz kinderen alsulcken goet, erve ende have, roerende ende onroerende, hoedanich dat si wesen moghen ende binnen onse baeluwescip voers. gheleghen sijn ende ons van onsen ghenadige Here weghen aenghecomen ende verboert waren van die dootslach die Claes Hilbrantsz voers. ghedaen heeft an enen priester van Monikedam, die gheheten is heer Jacop Proeijs. Van welken goeden wij ontfangen hebben den lesten penning metten eersten ende scelden daerof quijt Pieter Jansz voers. tot behoef van Claes Hilbrantsz kinderen voers. ende allen dieghenen die daer quytsceldinghe of behoeven, behoudelicke ons actie op Claes Hilbrantsz voers. in sine persone ende niet op sijn ghoet. Bezegeld met onse cleijne zeghel. Opschrift: een brief van Claes Meijnsz dootslach

1580-09-22 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 1, 4, 5
Jaartallenindex

schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Reyer Gerytsz en Jan Gerijtsz, buyrluyden tot Coedyck, erkennen verkocht te hebben aan Pieter Bicker Pietersz, nu ter tyt poorter tot Alckmaer, een jaarlijkse losrente van 30 Kar gld, losbaar met 500 gld. Onderpand: 1 morgen 110 roeden land in de ban van Coedyck, int zuytwest in den Daelmeer, genaemd Alijt Pieter Comens weydt, belend noord: Reijer en Jan Gerritsz voors, noord: de Co. Maj, west: Pieter Bartholomeusz, zuid: die Daelmeer, die comparanten van de voors. Pieter Bicker gecoft hebben. Op 1630-03-09 afgelost bij Mathys Jansz. Zonder datum: Cornelis Dircsz Gues erkent schuldig te zijn aan Aerjan Symon Heijnsz van Huysweert, 12 gld jaarlijkse losrente, houdende op Grietgen, die huysfrou van heer Jan Aeriaensz van Alckmaer, verschenen 1581-12-27, verzekerd op ½ huys en erf staande op t zuytendt van Coedyck, zuid: Cornelis Garbrantsz Croon, noord: Maerten Doevisz (fol 4). Zonder datum: Frans Pieter Hofkis en Pieter Pouwelsz van Bergen scelden quyt een huis en erf op t zuytendt van Coedyck, by haar luyden vercoften enen Jan Frerycxz sa., belent nu ter tyt zuid: Cornelis Dircsz en Bouwen Claesz, noord: Jan Cornelisz Baes. Volgt een akte van 1581-01-10: schout: Jan Gerritsz, schepen Matheus Arysz (fol 5)

Jan Gerytsz, schout, Theeus Arijsz en Symon Jansz, schepenen

1486-06

folio 14 XI 1486-1489
Transportregister Haarlem

Willem Engbrechtsz, Jacob Engbrechtsz en Lysbet Engbrechtsdochter met haer broeder Willem voirs als voogd verruilen en scelden quyt Joncvrou Katrijn van Duyven, vrouw van Anthonis heer van Hoichwoude en Eertswoude, een huis en erve op die Crayenhorstergraft, hem aangekomen bij dode van hoer broeder mr Dirck Engbrechtsz, priester, noord: die straet gaende langs der stede muer , zuid: Jan Claesz, streckende voer van de graft after an de Afterstraet; 485 R gld