6 resultaten
Schets |
Batavia Illustrata bl 936, 937, 976, 1040, 981
Achternamenindex
genoemd: Coenraad Schets, ridder x Maria van Brimen, dochter Anna Schets x Frederik van Dorp; Anthony Schets x Maria van Malsen; Casper Schets, dochter Agnes x Robert van Bernemicourt
Baerle, van | 1570~1600
Batavia Illustrata bl 937
Achternamenindex
Van Baerle x -- hieruit: 1) -- van Baarle x Philips van Dorp, ridder, heer van Dorp en admiraal van Holland; 2) --van Baerle x Arent van Dorp, evenals Philips een zoon van Frederik, geboren 1547, overleden 1612 en Anna Schets, overleden 1606. Hofmeester en Raad van drie prinsen van Oranje gedurende 34 jaar
1567-04-17 |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Kennemerland fol 2
Jaartallenindex
koning Philips geeft op verzoek van onse zer lieve ende getrouwe neve, Ridder van der orde van den Gulden Vlies, Gouverneur en capiteyn generaal van onse landen ende graefscepen van Vlaenderen ende van Artoys, heer Lamoraal van Egmondt, prince van Gavre, grave van Egmondt, verlof om 3 morgen land genaamd "de Hoffweijde" onder zijn heerlijkheid van Hoochwoude, te verkopen
heer Gasper Schets here van Grobbendonk, thes. generaal, Joes de Damhoudere, ridder, gecomm. v.d. Financien, te Brussel
1576-04-12 |
R.A.H. Coll Aanw 141 fol 172/Reg "Nassau" fol 116
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt: "alsoo om op te brengen ende te fourneren die grote, uitnemende ende excessive costen ende lasten, die wij nootshalven dragen ende supporteren moeten, uit sake van dese jegenoordige inlandsche oorlogen, soo wel om ons jegens die aanslagen ende invasien van onse vyanden, rebellen en wederspannige te defenderen en beschermen, als om de catolyqen religie te hanhouden ende maintineren", dat hij goedgekeurd heeft enige partijen van domeinen te vercopen, belenen en verpanden. Bij brieven gegeven te Madrid, 18 augustus 1574 had hij hiertoe geauthoriseerd wijlen zijn neef, de groot commandant van Castilië, onlangs stadhouder gouverneur en capiteyn-generaal in dese onse erf-Nederlanden en onse hooft thesorier generaal en gecommitteerden van onse Domeinen en Financien. Bij supplicatie heeft Anthonis van Amstel van Mynden, die na zijn vaders dood beleend is met huis en slot van Cronenburg, en landen, deels recht leen, deels erfleen (volgt opsomming hiervan, zie akte dd 1578-07-14). Recht leen mag volgens sommigen niet op vrouwen succederen. Ende also in den jare 1572 l.l. des suppliants enige zoon overleden is, "nadien hij ettelijke jaren in de universiteiten van Leuven en Douay gestudeert hadde, ende aldaar licentiaat in beide regten gepromoveerd was", beducht de suppliant dat de rechte lenen niet zouden mogen komen op één van zijn zeven dochters. Hij verzoekt nu deze rechte lenen om te zetten in onversterfelijke erflenen. De koning staat dit toe tegen betaling van 4172£ van 40 gr, te betalen in handen van de ontfanger generaal van onse financien, Nicolaes Baard (1542-10-28, 1578-03-15)
by den koning: de grave van Barlemund, de here van Rassenghien, hoofden, heer Gasper Schets, ridder, heer van Grobbendonk, thesaurier generaal, Jacques Resigout, Engelbert d'Oijenbrugge, gecommitteerden tot de financien
1571-03-26 (1570) |
R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Z.H. fol 23
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat hij overmits de coop bij ons gedaen van de steden van der Veere en Vlissingen in Zeeland mit andere partijen domeinen toebehoord hebbende wylen onse neve den marckgrave van der Vere heer Maximiliaen van Bourgondië, ons van node is alsnoch op te brengen merckelijke somme van penn. Hij heeft daarom besloten enige partijen van lenen onlancx gedevolveert bij den overlijden van Sebastiaen van de Ketel Heymansz als quade leenen. Hij heeft nu binnen onser vlecke van den Haghe op de grote pleytcamer inden Hove aldaer, doen opveylen de ambachtsheerlijkheid van de Linde, begrijpende 1/16 deel en ½ van 1/16 deel van den ambacht van Swindrecht met het schoutambacht en dijkgraafschap aldaar en 12 morgen land in de Nesse buitendijks, en 1/16 en 1/32 deel in de Noorden van de buyterlanden van Swindrecht, visscherij ende gifte van pastorie, secretarisschap en bode ambacht. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Op 1570-03-06 in dit lopende jaar is deze koop ingezet op 5000 Vls ende geanalneert [?] op de somme van 3210 Vls, daerop gemynt is bij Jacob van Persijn, die daer van coper gebleven is voor 3210 £, te betalen aan Andries van der Goes, rentmeester van Zuyt Holland. Dit goed wordt Jacob van Persijn nu opgedragen tot een onversterfelijk erfleen. Volgen de twee kwitanties, daarna de eigenlijke belening op 1571-06-17
bezegeld te Brussel bij den koning: de hertog van Alva, heer Gaspar Schets here van Grobbendonk, thes. generaal, Joes de Damhoudere, ridders, Jacques Reyngout, gecomm. v.d. financien; 1571-06-17: mr Cornelis Oem, Pieter van der Borgh, leenmannen
1566-03-26 (1565) |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Kennemerland fol 97, oud 27, fol 102, oud fol 29, fol 102v, oud fol 29v
Jaartallenindex
koning Philips oorkondt dat hij ontfangen heeft de ootmoedige supplicatie van Reynier Willemsz van Rytwyck, inhoudende hoe dat onder onse graefscappe van Hollandt in t quartier van Kennemerlant gelegen is t schoutambacht van Rieck ende Nyeuwerkerck, jegenwoordelijck geldende 5 gld 10 st sjaars, ende bedient wort bij Claes Fransz, wiens pacht binnen corten tijd expireren sal. Onder welck schoutambacht in den ban van Rieck alle die coorn ende smaltiende ons competeren, daerinne oock geen hoege ofte geestlande gelegen sijn die mit coren besaijt worden, sulcx dat dit voors. coren- en smaltienden niet meer gelden dan 20 st sjaars, daarvoren dieselve van ons in pachte bij de voorn. suppliant genomen sijn, daervan dese pacht expireren sal na 2 jaar eerstcomende. Welke landen onder t voors. schoutambacht zowel in de ban van Nyeuwerkerk als in de ban van Rieck gelegen, overmits die naegelegenheid van de Haerlemmermeer sedert 20 jaren herwaerts seer syn gesleten ende vermindert. Suppliant verzoekt nu een en ander voor 200 Kar gld te mogen kopen. Op advies van de rentmeester generaal van Kennemerland en West Friesland, Cornelis Stalpert van der Wiele. De koning verkoopt nu aan de suppliant het schoutambacht van Rieck ende Nyeuwerkerck in Kennemerland, en het stellen of setten van schepenen, ende de coorn- en smaltienden. Na expiratie van de lopende pacht, tegen betaling van 225£ Vls. Gegeven te Brussel 26 Maert 1565 vóór Paesschen. Volgt de kwitantie van Lievin Wouters, conseillier et receveur general des Finances; 1566-04-22: koning Philips oorkondt dat hij dit schoutambacht vercoft heeft tbv Renier Willemsz van Rytwyck om dit eeuwelijck en erfelijk te bezitten. Hij zal het in leen houden tot een cleijn onversterfelijk erfleen [in de copie staat ten onrechte Vijck en Vytwijck]
de heer van Hachcourt, hoofd, heer Gasper Schets here van Grobbendonck, thesaurier generaal, Joos de Damhoudere, ridders, Aelbrecht van Loo, Maerten van den Berge, gecommitt. v.d. Financien; 1566-04-22: Johan Hanneman, onse Raad en rentmeester van Noort Holland, Willem van Berendrecht, Cornelis Oem, Dirrick Adriaensz, Pieter Herweijer, Thomas Pietersz, leenmannen