17 resultaten
Jan Gherytsz | 1453
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem Kerkelijke Rek
Voornamenindex
Jan Gherytsz, sijn wijf tot Scoten, cloc Salvator en een opdoen, en een silveren scael tot besprec (fol 16)
Benthem, van | 1424
Geld Leenregister 6e stuk p 285
Achternamenindex
Johan van Benthem ontving 1424 het erffmarschalckambt des landts van Gelre, te verheergewaden met 2 silveren beeckeren, die op t minste weert sullen sijn 70 gulden. Fredrick van Ulft ontvangt dit erfmarschalckambt van Gelre anno 1431
Torenburch, van | 1593-01-16
O.R.A. Alkmaar
Achternamenindex
Pieter Aeriansz van Thorenburch: impostmeester van gouden, silveren en syde lakenen etc en manufacturen over Alkmaar met de dorpen daaronder resorterende (893 fol ..); 1599-12-23: idem pachter van de impost op de wollen lakens (894 fol ..)
1498-10-23 |
Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A no 26
Jaartallenindex
Reijnerus filius Wynaerdi, clericus Traj, notarius, instrumenteert dat magister et dominus Florencius filius Ziveri, presbyter et pater confessor van het St Michielsconvent te Haarlem, zijn testament maakt, waarbij hij begeert in het convent begraven te worden. Hij geeft aan de zusters een nobel sjaers, gelegen op Koedijck of Heirinuercerspel ende gebruict nu ter tijt Reyner Jacopsz. Tal van legaten vermaakt hij. Item alle mijn maenstont daer sellen offeren heer Florijs Gherytsz, heer Jacop van Brederode ende heer Dirc Jansz. Item heer Willem tot Leyden, den pater tot Scagen 2 silveren coppen en 2 silveren lepelen. Item Jan Moer 4 R gld sjaars zolang hij leeft; Heer Symon Heynricsz 1 Postulant gulden. Item heer Evert Heijnricsz 1 Post. gld. Item mijn neef heer Florijs Gherijtsz een casse die hanct an die scoerstien in mijn camer mit het heilige cruis. Item heer Dirc Jansz een van myn beste geerneijtges. Acta fuerunt haec Haerlem in domo dicte testatoris, presentibus Arnoldi f. Warbodi, custode dicti conventus et Petro f. Johannes incola oppidi de Haerlem
1469-03-14 |
Cartul St Jan Haarlem no 848
Jaartallenindex
int jaer 69 den 14e dach in Marcio was gheraemt een dachvaert in den Briele, van den testamente mr Jan Brants zine erfname Jan Mathysz, ende hadden ghescreven dair te comen allen denghenen die in ghebreke mochten wesen, welke clachten die testamentoren als mr Aernt van den Woude van mijns joncheren wege van Wassenare, Claes Grijp, mr Dirc Hey ende Jan Michielsz, ende hebbense ghehoert ende een utsprake bij consent van beyden pertyen voorn. ghedaen van allen achterwesen van leengoen ende anders te hulike ghegheven etcetera als nair volcht, dat Gheertruyt voorn. houden sal ten eeuwighen daghe voer haer ende haer erve die silveren scale, cop en sess silveren lepelen, die welke Jan Mathijsz voorn. na Geertruyts doot van wegen Claes Mathijsz sinen broeder half gedeelt soude hebben. Hier mede guede vrienden ende alle saeken vereffent tusschen hem beyden tot huden toe. Hier bij ende over hebben gheweest als tughen Heer Jacop Symonsz, Jacop Dircsz ende Claes Wolfaerts. Ende die pertien voirn. hebben ghelooft dese utsprake der testamentoren in ende van waerde te houden Ita est Wilhelmus Wouteri quod premissa notarius publicus (vgl 1477-06-18, 1447-07-11, 1448-06-14)
1518-05-24 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Kennemerland fol 13v
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem en leenmannen der grafelijkheid oorkonden dat zij dies versocht gegaen sijn ten huyse van Pieter Dirxz van Ilpendamme, die verklaart in eenen rechten testament te bespreken aan: 1) die kercke van St Baef binnen Haerlem 6 zilveren schalen, 2) die kerke van die Clarissen binnen Delft 12 zilveren coppen, 12 zilveren lepelen, 2 silveren zoutvaten, ½ van 1£ gr sjaars die hij heeft in een brief van 1£ gr sjaars op de stad Haerlem, 3) Alewer Gerritsdochter van Warmont, zyn huisvrouw: a) 6 die beste silveren croesen, 6 dagelicse silveren lepelen, b) een stuck lants gelegen achter t blockhuys en gelt 17 R gld sjaars, c) een huys en stucke lants gelegen in die Wyck ende by die Wyck, geldende des sjaars 25 R gld, d) een stuck lants, leengoed, in Oesdam, tot Heyloo of 200 R gld voor tselve leengoet , e) noch sijn huysinge en erve die hij met zijn husivrouw bewoont met allen inboel, huisraad, clederen en cleinoden. Hiermede zal teniet wesen die hij Pieter met zijn huisvrouw van haar ouders ontvangen heeft, mitsgaders ook haar duwarie die zij anders na zijn dood eischen soude mogen. Voirts vermaakt hij haar f) de cameren an die Vest mit die boomgaert, haar leven lang, na haar dood te komen aan de H. Geest te Haerlem,; 4) Joost, syns broeders kinderen sullen elcx hebben 1£ Vls sjaars, 5) dat gasthuijs, die siecken en die zeven getyden elk 20st, 6) die capellanen tesamen 2 R gld, 7) die costers tesamen 20 st (vgl 1519-05-20)
Gerrit van Adrichem en Ysbrant Jacobsz, schepenen; Gerrit van Adrichem voors. en Floris Bolle, leenmannen
1497-05-12 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 708
Haarlem Algemeen
broeder Thomas van Embrich, prior, broeder Andries Hermanni, mr in de Godheid, bruder Thomas Taeck en bruder Willem Aerntsz, procurator, ende andere gemeijne bruderen des convents prediker ordens binnen Haerlem gelegen, oorkonden "dat wij ontfangen hebben onder andere menichvuldighe merckelijcke aelmissen van olden Gerrit van Berckenrode s.g. ende van jvr Ave van Berckenrode nagelaten weduwe des voirs. Gerrits van Berckenrode, und van den jongen Gerrit van Berckenrode nu ter tyt burgemeester der eerbare stede van Haerlem, een silveren kelck verguldet bij namen daerop gevesticht sijn die wapenen van Berckenrode, tot eene euwige geheuchelijcke aelmisse
1474-08-04< |
Cartul St Jan Haarlem no 599
Jaartallenindex
testament van Gheertruydt Claes Mathys weduwe: item in den eerst zo heeft Gheertruuidt gemaect dat cloester van St Jan te Haerlem ⅔ deel van 13 morgen land te Voerburch. Item den Jacopinen in den Hage een stucke lants van 2 ½ £ sjaers, welc lant Pieter Buser bruct. Item noch 2 Pieters sjaers leggende op Harpers uten Bruec hofstede, ende op 4 morgen lants leggende in die vriheit van Ryswijck. Item Claes Mathysz Claes Arijsz, die helf van 11 jugera leggende in Maeslant, noch ½ morgen mit ½ morgen leggende in Maeslant. Item die zusteren van Nazarethcloester te Delft 1£ sjaers leggende in Diest van Vlaerdingen ende noch 100£ Holl ineens. Item mr Pieter in den Briel een silveren schael etc. Item myn vrouw van Bruelis haer besten rinc mit den diemant. Item mijn heer die commenduer een vergult verdeecterves. Item Maritgen Pijnsdochter een Pater Noster van cralen etc. Item Ariaen van der Hoiren wijf een silveren tasca.... Item heer Jacop in Abbenbroeck oec een sulveren ta.... Item Aeltgen Claes Arysz wijf een rans, Quattelaers wijf een sulveren copcroes. Item Claes Mathijsz een sulveren scael etc. Item Willem Pierszoons wyf 1 zilveren lepel. Item dat beghynhuys van Delf 1£ Holl sjaars op Karstant Jansz huys in St Stevensstege. Item Jan Elisabeth Claes Boeyendochter 1 zilveren lepel. Item Katherijn Pieter Jansz wijf 1 zilveren lepel. Item Hillegont Pietersdochter een zilveren crues. Item myn vrou van Bruelis zuster wonende ter Goude in dat zusterhuys 2£ Holl. Item mr Dirc Hey, pastoer van Goere, 1 sulveren schael. Item heer Florys zuster wonende in dat huys van St Cecilien 2£ Holl in eens. Item Maritgen Jan Aerntszoonsdochter wonende in Abbenbroec haar besten tabbert una cum melior palio suo (zonder datum)
1515-07-12 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 917
Jaartallenindex
schepenen in Haerlem oorkonden dat joffr. Katrijn van Naeldwyck Jansdochter met haar gecoren voogd Jacob van Eijck Jansz verklaart dat haar man Gerrit van Berckenrode haar bij huw. voorw. gemaakt heeft bij zijn vooroverlijden 500 Rynse gld van 40 gr Vls t stuck. "Soo ist dat sij wederom in recompense van dien ende mits dat deselve Gerrit van Berckenroede heur man grote costen gehadt ende betaelt heeft ende noch sal moeten hebben ende betalen om heur processen te vervolgen, gemaeckt ende besproken heeft heuren man" by haar vooroverlyden 500 R gld in de vorm van: 1) ½ van 38 morgen int Sticht van Utrecht bij Woerden, 2) ½ van een woning met 30 morgen daeraen gelegen aen den Swartendijck tusschen s Gravensande en Naeltwyc, 3) ½ van 65 £ Holl sjaers an land gelegen te s Gravensande, 4) alle haer clederen, cleynoden en juwelen, ½ dousijn silvere croesen, ½ dousijn silvere lepelen en 2 silveren soutvaten, 3 bedden met toebehoren, 3 metalen croonen, stoel en oor cussens, en het linnen dat zij binnen ½ jaar na haar trouwdag in huis gebracht heeft (vgl 1533-02-23)
Gerrit Steffensz en Gerrit van Noortich, schepenen, met hun zegel
goudsmit | 1537-1550
Kerk Rek Haarlem
Achternamenindex
Joost van Neck, de goudsmit: 1537-1540: (fol 69v) -Jan van Neckenzoon van wat zilver te fineren en 2 engelen te helpen van t Heilig Sacrament, betaelt 11 stuiver, Palmarum 1538; (fol 73v) - Joost van Neck betaelt 21 st van seker silverwerk dat hi scoen gemaeckt ende gereformeert heeft voor die kerck [09-1540]; 1542-1547: (fol 60) - Joest Jansz van Eck 10 st gegeven anno 1544 van t silver scoen te maken, nog een dergelijke post (fol 81v) - Jan van Neck, die goutsmit en zijn zoon, hem gegeven 30 st van reparatie van t silveren cruys, t wierook vat scoon te maken etc, 30 st [1543]; 1550-07-11: - Joost Jansz van Neck, de goudsmit borg
goudsmeden Haarlem