Bedoelde u soms?
saenen | sanen | santen | sijnen | sinden | sinder | sinen | sinne | sinte | siongen | stenen | stijnen

13 resultaten

Oem van Wyngaarden | 1468-02-04

Coll Aanw 238 fol 217, 232v/Memorien Hof van Holland
Achternamenindex

Tyelman Oem van Wyngaarden int voor Willem Deym, "crank van sintzen/sinnen", de renten van 50 £ op Delft en 40 £ Leiden, die deze van wijlen zijn vader Jan Deym geerfd had, de weduwe en erfgenamen willen dit nu zelf doen (fol 217); 1468-02-11: dit wordt toegestaan op borgtocht van Dirc Pelle Gysbrechtsz van Waetselaer (fol 269v); 1468-02-05: volmacht op Tylman

1545-06-01 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 178v
Jaartallenindex

Jaquelyne de Croij, marquise de Bergen, gravin van Walain, vrouwe van sGravenwesele etc als enige, wettige en testamentlyke voogden en momboresse van onse kinderen ende besonder van Jan onsen oudtsten zone marquis van Berghen, heere van den Tholen en Vosmaer, oorkondt dat zij betrouwende der sinnen ernsticheyt goede getrouwicheit van onsen lieven en geminden joncheer Franchois van Bourgoingen geseyt Fallaix, here tot ... [open], deze gemachtigd heeft om namens haar oudste zoon diens lenen te verheffen, nl de heerlijkheden van der Tholen, Scakerloo ende Vossemaer c.a (vgl 1545-06-26)

1467-04-30 |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 130v/Reg Charolais fol 63v
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz oorkondt q.q. want Gheryt Scherp mij te kennen gegeven heeft, dat hij bij Gheertruyt sinen wijve, die zeer oudt ende cranck is, ende oick hair vyff sinnen niet wail en heeft, by den drossaet ende stede van Gornichem gemachtigt ende gheauthoriseerd is op te dragen aan Lambert Reyersz 7 morgen lands, die Geertruyt voirn. toebehoren als leen van Arkel, gelegen in de heerlijkheid van Noirdeloys, ende syn geheten "den Duwen werff", streckende tot Henrick van Ees lande toe met zijn medewerkers, zuid: Airndt Pietersz, noord: Gheryt Jansz ende die paep op Hoirnaer. Gheryt Scherp draagt hem dit leen vervolgens op tbv Lambert Reyersz, die ermee beleend wordt tot een erfleen

hier waren over: Jan Dedell, leenman van Holland, Costyn Claesz, Engbert Jansz

1481-05-20 |

Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Schoonhoven Inv no 119 II fol 24v/A.R.A. Origineel met zegel van de schout
Jaartallenindex

cond ende kenlic sij allen etc dat in den jare van '81 die prior der Regulieren t Sinte Michels buten Scoenhoven in den Hem gepant heeft tot sijn convents behoef ½ Dordr gld die sij hebben op coman Reijers hoff, streckende van den Kerckwech tot den dyck besiden hoer cloester, voor den scout Gherit Reijersz ende ghezworenen van Berchambacht doe ter tyt wesende. Tegens welke pandinghe coman Reyers erfgenamen rechtelijc geacht hebben. Van welcke kijff ende tegenachtinghe die scout voirn. mitten ghezworenen een sententie wesen na haren besten vyf sinnen: dat indien het convent ½ Dordr gld gedurende ⅓ deel van 100 jaar rustig hebben gebruikt en zij dat met ede bevestigen dat zij dan die rente behouden zullen. Dat hebben prior, supprior en procurator vervolgens gedaan

Jacob Claesz, Willem Jansz, Symon Jansz, Matheus Jansz, Mathys Aertsz, Egbert Reijersz ende Barnt Jacobsz, gezworenen

1496-03

folio 21 XX 1495-1498
Transportregister Haarlem

Alijt Willem Bruijnendochter Jan Stopen wijf met haar zoon Henric van Leeuwen als voogd, mits dat deselve Jan Stoep onwetende sijnre sinnen is ende altijts te bedde ligt, verkoopt aan Martijn Dircsz de smit een huis en erf in die Corte Veerstraet, an d'een side: Aris Nammenz, an d'ander: Jan Lambertsz, afterwaerts streckende an Dirck Potter en Pieter Kijftsz; 175 R gld

1443-06-19 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 46/17/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen

scepenen in Haerlem oorkonden dat wij gebeden ende geladen quamen tot Griete Arntsdochter daer zij lach op haer ziecbedde wetende hoirre sinnen ende machtich hoirre sprake, daar zij, met haar man en momber Michiel Jansz, en Michiel voor zich zelf, gezamenderhand opdragen ten vrijen eigen om Godswil en voor de zaligheid van hun zielen aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldair een huis en erf gelegen opt Cleyne Heylige Lant tusschen Nanninc Mathijsz an die ene zijde, dat blijndesteeg aen die ander zijde, afterwarts streckende an Mychiel Allartsz, belast met 16 sch Holl (vgl 1439-12-13)

Boudijn Jan Boudynsz.z (met zijn zegel) en Jan uten Hage (zegel: ankerkruis), schepenen

1374-02-28 | Mathenesse, nieuw

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 71v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

heemraden en buerluyden in den ambacht van nywe Mattenesse oorkonden dat here Danel van Mattenesse, gaende en staende en machtig sijre 5 sinnen, enen vryen eigendom gaf Jan heren Dircsz en Symon Philips van Mattenesse, synen neven, gelyc te deelen, voor sulken dienst als sij hem gedaen hebben ende noch doen zullen alzulke renten als hij hadde op die vier achtendeel die gelegen zijn in den ambacht van nuwe Mattenesse van den oistende in, dats te verstaen op elken morgen van den vier achtendelen 10 schell alsulc gelt als myn heer ontfaet van zijn renten. Bezegeld door heemraden mit onse zegelen. Daar buerlieden geen zegels hebben, zegelt Jan Ysboutsz, onse scout, voor hen. Anno 1374 op den lesten dach van Zelle (vgl 1394-10-23, 1386-09-22)

Henric Berwoutsz, Gherit Eversz en Dirc Bartelmeusz, heemraden, en Gysbrecht Goedelenz, Hughe Gherytsz, Ocker Ghijbenz, Dirc Jacobsz, buerluyden

1467-01-08 (1466) |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 110/Reg Charolais fol 54
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz q.q. oorkondt alsoe Jooste Vranckenz bij dode van zijn vader Vrancke Claesz aengecomen en bestorven zijn 8 morgen land gelegen op Langhe Scheywijck in den lande van Arckell, aen die een zide: Ghysbrecht Quequell en dat kapittel van Gornichem, aen die ander zyde: Henrick Muijls erve, streckende van den Hairweghe ter Wateringhe toe, die hij van myn genad. here als heer van Arkel moet verzoeken om die in leen te houden, waartoe hij echter niet in staat is daar hij "syn vyff sinnen alsoo well niet en heeft", en ook als leenman niet in staat is zijn leenheer te dienen, dat hij daarom bij consent van de vrienden en magen van Jooste voors, diens broeder Willem Vranckenz hiermede beleend heeft, onder voorwaarde dat Willem zijn broeder Jooste diens levenlang "hiervoor weder besorghen sall den coste ende notorfte zyn leven lang gedurende"

in presentie van: Adriaen van Welle, Claes die Veer, leenmannen van Arkel

1476-01-03 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 7v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scout en scepenen in Katwoud oorconden ende kennen dat voer ons ghecomen is Gheryt Paeu van Amstelredam mit ghesonde live ende welberaden moede, wetende synre vyf sinnen ende verstandenisse, ende heeft ghegheven ende quytghescouden, noch ghift ende quytscelt voer hem ende sinen naecomelinghen den cloester ende convent van Galilea van Sinte Bernaerdusoirde, die helfte van die Brede Venne ghenoemt Claes Dircsz weer, dat welken vier stucken is, mit syn aendeel van den uterdyck ghelegen op Katwoud. Belend oost: Claes Vrericksz mit Hennighelant, Lambert Jansz ende Geryt Garbrantsz, west: Herman Jansz als een voecht van heer Jacob Proeijs ende Jan Florijsz, tot enene vrien eyghendom. Met belofte van vrijwaring. Hier hebben bi, an, ende over teghenwoerdich gheweest als sevenenen ende tughen: Herman Jansz als een voecht van heer Jacob Proeijs, Jan Florisz, Claes Vrericksz mit hem inghelant, Lambert Jansz, Gheryt Gherbrantsz ende noch veel ander gueder mannen. Ende want wi scepenen selver gheen zegelen en hebben soe hebben wi ghebeden Pieter Claes, scout in Katwoud dese brief over ons te bezeghelen

Peter Claesz, schout, Symon Gherijtsz ende Peter Jansz, schepenen

1638-05-28

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 222
Transportregister Egmond

baljuw en schout en schepenen van Egmond oorkonden dat Jan Reyersz van Egmont op Zee, voor zijn neef Jan Gerritsz Swart, van Egmont Binnen, die innocent en buyten zyn sinnen es, als voor enige jaren gesloten heeft geassisteerd met Jacob Cornelisz jegenwoordich burgemeester tot Egmond en Aelbert Aelbertsz Lacher, oud burgemeester tot Egmont, als oppervoochden van alsulke innocente personen, weduwen en weezen, ende Anna Gerritsdochter, vrouw van Jan Gerritsz Swart, innocent, en daarom geassisteerd met Jacob Cornelisz Walenburch, haar gecoren voogd in deze. Met octrooi van de Staten dd 1627-12-03, cederen zij aan mr Johan van Foreest, burgemeester van Hoorn, een stuck lants genaemt "de Calijck waeyt", leggende binnen onsen banne bij de Schilpvaert, groot 1½ morgen Hontsbosse maede, eertyts gecomen van Cornelis Jansz Huijsman, oost: het Maeldrift, west: Wingaerde, zuid: Johan van Foreest, noord: de gemeene wech. Koopsom 1660 gld tbv Jan Gerritsz huysvrou en kinderen

Cornelis van Brinchoff van Moeriaen, baljuw en schout, Cornelis Claesz Moij en Gerrit Aelbertsz, schepenen