10 resultaten
Sloten, van | 1349-1350
Rek Rentmeester Kennemerland 798 fol 25
Achternamenindex
Aernt van Sloeten van zijn leen 20 sc
Alderdelle, van | 1130-1161
Bijdr Hist Gen jg 1914 p 34, 36; Bijdr Meded XXI p 180, 182
Achternamenindex
bezit in het bisdom van Utrecht verworven door Wouter, abt van Egmond: te Sloeten [Loenersloot] [apud Floeten = Vleuten] emit ½ mansum, 18 modis tritici, a Seghehardo filio Hathzonis [Hatzo/Azonis?] de Alderdelle [een deel der stad Utrecht]
advocatus Gerardus scultetus
Assendelft, van | 1130-1161
Bijdr Mededel XXI p 180-182
Achternamenindex
Wouter, abt van Egmond, verkreeg in het Bisdom van Utrecht: te Sloeten [Loenersloot ?] emit ½ mansum a Seghehardo filio Hatzonis de Alderdelle, ibidem dedit nobis Ricswidis de Espendelf 4 morgen, advocatus Gerardus Scultetus (p 180); (p 182) in villa que vocatur Slothen dedit nobis Ricwidis de Asmundelf vel Espendelf 4 jugeres
[met Sloten kan niet Sloten in Kennemerland bedoeld zijn]
1480-02-13 |
G.A. Amsterdam Inv B.W. no 553a regest 542/Cartul St Lucieconvent Amsterdam fol 334
Jaartallenindex
Aernt Steffensz, schout in Sloeten en in Ostorp, Pieter Janszoon en Ysbrant Dircxz, oorkonden een scheidingtusschen Griet Jacob Thoniszoonsdochter en het St Lucienconvent, van alsulcke erffnisse als hem anghestorven is van wijlen Willem Pietersz, als dat die susteren voirn. sullen hebben 2 R gld sjaars staande op een zaete lants gheleghen in die ban van Sloten, daer Claes Pieter Hackersz nu ter tyt op woent, daer bij belent is Claes Pieter Coppen an beyde zijden, duerende alsoe langhe als Cahtrijn Jacob Thoniszoonsdochter levet ende niet langer. Indien Cathrijn sterft zoo zullen de voorn. goederen weer komen op Griet of haar nakomelingen. Sterft Griet kinderloos vóór haar zuster Cathrijn, dan zal het St Lucienconvent deze goederen gebruiken zoolang als Kathrijn leeft en niet langer "dan weder vuijt te erffven" (vgl 1491-04-28)
Claes Wou en Pieter Jansz, schepenen
1515-12-10 |
G.A. Amsterdam Inv B.W. no 572a regest 629/Cartul Carth bij Amsterdam fol 64v
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat Willem Henricsz aan de Carthuizers bij Amsterdam heeft overgedragen den eigendom van " d'een helft van een huijs, een werf en van 5 gaerden lants staende ende legghende in den ban van Sloeten, streckende belendt ende mit sulck recht als hem dat vercoft is van Alijdt Willem Janszoonsweduwe met Tyman Willemsz, haar rechte bestorven voogd, ghelyckerwijs een brief bij Jan Zyboutsz, scout van Sloten ende van Osdorp opten 12e dach in Junio a.D. 1515 besegelt, inhoudt. Noch scheldt hij den voirs. convente oick quyt van der helft vant voirsz huys, werf ende landt mit alle zyn recht ende toesegghen soe ende in alle maniere hij dat van Jan Bestelinc van Zutfhen ghecoft heeft. Voert heeft die voorn. Willem Henricsz den voirn. convente noch opghedraghen een brief van 2 g. Wilh. sc, jaerlixe renten, bij Jan Beth Wynge zone, scout van Sloten ende van Ostorp besegelt in dato 1475 op St Agnietendach te Vespertyt" (vgl 1515-06-12, 1515-12-31)
1525-08-31 | Heemskerk
Arch Marquette no 1106 no 130, 129, 128/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Jacob Ooms heer van Wyngairden en Ruybruck, ridder, verkoopt aan vrouwe Alijdt van Kyeffhoeck vrouwe van Assendelft ¼ deel van een stuk land in de ban van Heemskerk, belend noordoost: Vredericsvenne. Ghijsbrecht van der Boechorst heeft verkocht aan vrouwe Alydt van Kyeffhoeck vrouwe van Assendelft een gerecht ⅛ deel van een stucke landts gelegen in den ban van Heemskerck, belend noordoost: die voorsz vrouwe van Assendelft zelve mit een stucke landts geheten Vredericxven. Ghijsbrecht van Zwieten heeft verkocht aan Alydt van Kyefhoeck vrouwe van Assendelft een gerechte vierendeel van een stuck landts gelegen in den ban van Heemskerck, belend noordoost: die vrouwe van Assendelft mit Vredericxven, zuidoost: ick met mijn medeconsorten mit een stucke landts groot vier geerssen, zuidwest: die Maedwech, ick mit mijn mede consorten ende zuydelycker die voorsz vrouwe van Assendelft mit Cornelis Heynricxzoens hofstede, noordwest: die graft van den huyse van Assumborch mitten sloeten gaende ende liggende tusschen t voorsz landt ende de boemgaerden totten voors. huyse behoerende (vgl 1525-09-15, 1525-09-23)
1453-1454 (2) |
G.A. Haarlem I 203 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 5v) ontfangen van Symon Berwoutz van rantsoengelt van die Hamburgerbierexcys 1 £ 18sc, van Berwout Berwoutsz van rontsoengelt v.d. koornexcijs 17 £ 10sc. Ontfaen bij den schout van Ryswijc van Claes van Warders lant, so dat dit lant als van den coep nu hiermede alle betaelt is, 36£. Mer is te weten dat der stede noch gebrect van pachte 1 jaer eer dit lant vercoft wort en draecht 1£ grote (fol 6v); (fol 7) ontfaen van pontgelt: van Dirc Jan, schout van Sloeten, van eens mans wegen van syn pontgelt 1£ 6sc 8d, van Gherijt Zalen wijfs erfgenamen van hoir pontgelt 2£ 13sc 4d, van Jan Claesz van Velsen van sijns soens pontgeld 3£, van Jan Buijse van idem 16sc, en van Dirck Reynersz van Sloeten 2£; (fol 9) Dirc Soyersz betaalt c.s. nog voor de koornexcys 11£ 15sc; (fol 14) op 3 Mei Claes van Yperen en Jacob Dirck Bartinxz naar Leiden; op 20 Mei Aernt Pietersz, burgemeester, Gheryt van Noortich, schepen en Willem Paedze, clerc, naar den Hage; (fol 14v) op 24 Mei Claes van Ruven, burgemeester, Jan van Bekesteijn en Symon van Noertich, vroescippen en Hubert de bode naar Rijssel; (fol 16) op 2 Juni reisde Willem Paedze tot Alcmaer omme aldaer mitten kinderen van Haerlem te spreken van den geschille van den lande gelegen tot Veenhuijsen tusschen hemluyden ende Bertout van Assendelft, daer op die tijt een geblijf gemaict wordt. Ende reysde van dair t'Egmonde omme mit Ghysbert van der Huele, de schout aldair te spreken van Floris Engbertszoens gebreken; (fol 17) op 25 Juni naar Leiden an mr Reyner van Eten roerende hoe die stede van ....... [?] vernomen hadde dat Pieter van Bossche der heemraden bode soude willen panden an Wisse Pietersz lant te Reynsburch, roerende syn reste op ten cleynen steden; (fol 16v e.v.) Wouter Jansz, clerck; (fol 17v) op 28 Juni Jan van Huessen naar Aemstelredam; (fol 18) op 4 Juli naar den Hage om te verantwoorden tegens Jan Zael; (fol 19) Claes van Ruven, Aernt Pietersz, burgemeesters, Floris Engbrechtsz, vroescip
1532-04-20 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Amstelland, Gooiland, Waterland, Zeevang fol 53, 54v
Jaartallenindex
want bij den overlijden van Willem Jansz van der Hair sonder manhoir an den keizer gedevolveert en vervallen zijn geweest seeckere 3 morgen land gelegen in Bindelmeerbroeck ende Apcoude in de Banckmeer, gemeen met andere 3 morgen lants, geoccupeert bij enen Stans Claijsz als eygen goet, genaemt tesamen "die acht ackeren", belend west, noord: de stad Amsterdam, met een stuk land van de ambachtsheerlijkheid van Sloeten ende Sloeterdyck, zuidwest: een stuk land van de papelyke provende van Ouderkerk, zuid: een gedeelte mitten overgheeren toebehorende St Annenoutaer in de kerck van Abcoude, ende een ander gedeelte van een stuck lants geoccupeert bij Jan Brunicsz, west, zuidwest: mit der Apcoudermeer. Hetgeen Willem van de grafelijkheid in leen hield ten rechten leen, jaarlyx waardig 9£ van 40 gr. Ende op het verzoek gedaan bij Marytgen Jan Visschers weduwe dochter van Willem van der Haer voors, dieselve 3 morgen te hebben in coop op haar oudste zoon, genaemt Pieter Jan Visschersz. Op advies van de rentmeester van Kennemerland en de ontvanger van de espargne is geaccoord dat Pieter dit leen zal verkrijgen voor 128£ van 40 gr Vls; 1533-01-21: Karel oorkondt dat hij Pieter Jan Visschersz hiermee heeft beleend tot een recht leen
Walraven Roelofs [van Dalem], heer tot Spijck, Cornelis Barthoud Jansz, leenmannen
1565-04-04
O.R.A. no 275 fol 156
Eigendomsakten Heemskerk
verkoper: Gerrit Allertsz
koper: Cornelis Pietersz
een boemgaert met alle gewas, gepoot en geplant daerop staende, vierkant met zijn sloeten en heynink daarop staen
belending: noord: Louris Splintersz; oost: de weduwe en erfgenamen van Dirck Heyndricsz; zuid: Cornelis Pietersz; west: Cornelis Pietersz
O.R.A. no 275 fol 156
1522-08-23 |
G.A. Amsterdam Inv BW no 572a regest 643/Cartul Carth. bij Amsterdam fol 66
Jaartallenindex
Dijrck Jansz, schout tot Sloten, Osdorp en in die Vierambachten, oorkondt dat mr Frans die Wael Jacobsz verkocht heeft aan de Carthuizers bij Amsterdam "¼ deel van een stucke lants gheleghen buten der stede van A'dam buten die Haerlemmerpoerte, butendijcx ende binnendijcx in den ban van Sloten, twelck sij eertijts ghemeen hebben ghehadt mit Jan Clementsz ende nou ter tijt die voirn. Carthusers toebehoert ende van Jan Clementsz ghecoft hebben, ende is streckende van den t Ye tot an dat Dwarsweer toe, twelc Heymanslant hiet, dair die naeste ghelanden of syn" noord: die Carthuizers voirn. ende zuid: Buijsersweer
schepenen van Sloeten: Gheryt Luijtgenz ende Claes Claesz. Daar die gheen seghelen en ghebruken soe heb ick Dirck Jansz, scout mynen seghel hier beneden an ghehanghen