105 resultaten
1557 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 521/9 sub cc, dd, ee
Jaartallenindex
twee extracten uit het kohier van de 10e penning over de opbrengsten in 1557 van de verpachtingen van de sluizen bij Ouderkerk a/d Yssel en Heerjansdam. Beide ondertekend door Christiaen de Waerdt en Jan Aertsz, secretaris van Naarden; twee extracten uit idem over de opbrengsten in 1557 van verpachtingen van sluizen bij Ridderkerk en Puttershoek, ondertekend door dezelfden. Extract uit het register van mr Arent Coebel, rentmeester van Holland, over de opbrengst voor de 10e penn, van de sluizen bij Hollesloot en Zaandam. Zonder datum. Ondertekend dooor dezelfden
Scoutiaen | 1380
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Claes Scoutiaen: afterstal van 1378 van de sluizen in Scellinchoute 10 sc en van de Wogmeer 16 sc 8d (822 fol 1v); (fol 10v) van de visserij van Oevensidewinde 32 £; (fol 11) de Wogmeer 10 sc, de Borderopsmeer 20sc, van de sluizen in Scaderdam 4 £ 15sc; 1384-1385: (826 fol 6) afterstal van de visserij van Payensidewinde 32£ 6sc 10d, (fol 6v) van Borderopsmeer 7£ 11sc en de sluizen in de Scaderdam 16£ 16sc 8d; (fol 18) de Borderopsmeer 7£ 2sc; 1385-1386: (827 fol 18v) van de sluizen van Medemblic 90£; 1379: (821 fol 2v) afterstal van oevensydwinde 5sc, van Borderopsmeer 32 sc; (fol 13) van de sluizen in Scellinchout 6£ en Borderopsmeer 20sc; 1382: (823 fol 11v) van de sluizen van Medemblic 69£, (fol 12) van de Wogmeer 20 sc, van Borderopsmeer 24£, de sluizen in Scaderdam 4£ 15sc
1557-12-04 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 521/6 sub E, F
Jaartallenindex
getuigenverklaring dd Vlaardingen van Willem Meeusz [er staat: Meensz], burgemeester van Vlaardingen en Henrick Jansz, schepen aldaar, opgeroepen als getuigen door eisers [Sandelyn] die verklaren dat zij de visserij in de drie sluizen in Vlaardingen gedurende 15 jaar in pacht hebben van de heer van Arenberghe [graaf !], en dat Martyn de Cagenaar de vaarten heeft gepacht. Pieter Adriaensz uit Vlaardingen, eveneens door eisers als getuige opgeroepen, verklaart de visserij in de 5 sluizen in het ambacht van de Babbertspolder gepacht (te hebben) tussen Vlaardingen en Schiedam, en ook de poldervaart, die van de vijf sluizen oostwaarts naar Spierincshoeck loopt, te bevissen. Getuigenverklaring dd Puttershoek van Adriaen Gerritsz, Pieter Pouwelsz en Claes Henricsz van Renes, inwoners van Puttershoeck, die verklaren sluizen en de daarbij behorende afwateringen in pacht hebben gehad en bevist hebben, gedeeltelijk gelegen in het gebied van heer Arent van Lier, ambachtsheer van Puttershoek, gedeeltelijk in dat van de ingelanden van het land van Moerkerken, West Maze, Anthonispolder, Maasdam en Puttershoeck
ondertekend door: Pieter Aertsz Puls, schepen van Vlaardingen, en Cornelis Ewoutsz; idem door Cornelis Adriaensz, secretaris van Puttershoeck
Backer | 1412
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Pieter Backer: van de sluijsen te Gysp en Necke 9 £ (842 fol 7); 1411: (841 fol 7) van de sluizen te Gispe en Necke 9 £, van de 2 sluizen in Zaenredam 4 £ 16sc
Everbroeck, van | 1697
Rek Uitwaterende Sluizen fol 38v
Achternamenindex
rekening uitwaterende sluizen: betaald aan Ferdinand van Everbroeck fl 34:4
Jonge, de | 1366-1367
Rek Rentmeester Kennemerland 812 fol 1v
Achternamenindex
de Jonghe: afterstal van 1364 en 1365 van de sluizen in Wieringerland, 24sc
Keijser, de | 1316
Rek Hen Huis I bl 118
Achternamenindex
afterstal van de visserij van den sluizen in Schiedamme: Jan de Keyser 10 £
1552~- 1569 (2) |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 70
Jaartallenindex
(vervolg) de procureur generaal voert hiertegen aan: 1) alle visserijrechten behoren den landsheer toe. Dit strekt zich indien het verleend wordt, niet uit tot sluizen, tenzij die er uitdrukkelijk bij genoemd worden, 2) het is onwaarschijnlijk dat "het Gulden Water" zich zover heeft uitgestrekt als Amsterdam beweert, en bovendien wordt geen gewag gemaakt van de visserijrechten in de sluizen in het Gulden Water, 3) indien bij visserijrechten de sluizen waren inbegrepen, was het privilege van 1569 overbodig geweest. Een dergelijk consent werd aan Johan Bennick en zijn zoon in 1517 uitdrukkelijk verleend, ook voor de sluizen, 4) Amsterdam begon pas inbreuk te maken op Johan Benninck's visrechten toen deze ziek werd en zich niet verdedigen kon. Cristoffel kon als natuurlijke zoon geen inzage krijgen van de aken van zijn vader. De toegang werd hem pas later door de erfgenamen verleend, 5) onwaarschijnlijk dat vissen in de sluizen de scheepvaart belemmerd, 6) de sluis onder de St Anthonispoort is niet aan de geerfden van Amstelland overgedragen, slechts is overeengekomen, dat deze met het oog op het belang van die sluis voor de afwatering, voortaan met ¼ in de kosten van ouderhoud zouden bijdragen. Dit kon geen inbreuk betekenen op de rechten van de landsheer, 7) de zgn. overdracht van de visserijrechten in de grachten aan de kruis- en handboogschutters berust op geen enkele titel. Bijgevoegd een groot aantal stukken o.a. dat van 1389-12-15 waarbij hertog Albrecht het Gouden Water aan de Magistraat van Amsterdam in erfpacht geeft, en een dd 1393-08-07 waarbij de hertog aan de stad opdraagt de pachtsom voortaan aan het Carthuizerklooster bij Amsterdam te betalen (70/7 onder A en B)
Krempe, van der | 1413
Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex
Ocker Claesz van de Krempe: afterstal van 1412 van de slusen in Medemblik, 16 £ 3sc 5d (843 fol 19), (fol 6v) van de sluizen en inningswateren in Medemblikerambacht 158 £: Ocker Claesz; 1414: (844 fol 17v) afterstal van 1412 van de sluizen van Medemblic 12£ 17sc 11d