26 resultaten
1322-05-07 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 38v/L.R. fol 12
Jaartallenindex
graaf Willem aen alle onsen goeden luden van Staveren: wij senden tot u Andriese van Wike die u desen bryeff bringhet onse schoute te siene in onse poirte van Staveren, want wine onse schouten aldaer ghemaeckt hebben bij alre der gheenre wille die voir ons waeren in die Haghe van onser poirte van Staveren. Hij beveelt Andries als schout te ontvangen, ende met hem doet all dat ghij schudich siet te doene. Ende also als onse handvesten houdt ende huijsten in alsulck eene herberghe, dair hij wesen wil. Ende wair yemandt van Staveren, die hinder, cost joff schade hadde, omme dat hij onsen schoute huysde ende herberghede, dien cost ende schade souden wij oprechten ende betalen ende scadeloes houden
1333-10-18 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 80v-83/L.R. 11 fol 28v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: dat die stad Lubeke op die een zyde ende onse stede van Staveren op die ander zyde, van sulcken oirloghe als sij onderlanghe hebben, ende van allen eyssche die sij op mallic anderen te eysschen hadden tot desen daghe toe, ende die stede van Hamburch ende die abt van Staveren ende Egghebrecht van Woldrichem [Workum] syn neve, die schade genomen hebben omme des oirloghen wille voirs, aen ons gebleven zijn. Beide steden op een boete van 1000£ goede Coninx Tourn, indien zij de uitspraak niet nakomen. De abt en convent van Staveren en voor Eggebrecht, des abts neve, op een boete van 25£. De stad Staveren had goed genomen van die van Lubeck omdat Jacob de Langhe "zyn scip afgewonnen was". Aan Staveren wordt zyn pretentie deswege tegen Lubeck ontzegd. Lubeck heeft geen eisen op Staveren, en ook die van Staveren klagen niet omme enich goet dat hem binnen vrede genomen es, anders dan dat Claes Grando, die sij seggen burger van Lubeck wesen soude, als sy vermoeden te schaden dede ende nam met siere hulpe binnen vrede. Levekyn Heren Dirkszoens broeder tot 50£ toe, ende die van Lubeck zeggen dat Clais Grando, nie horen burgher en was noch en es, soe seggen wij dat Lubeck dat moet bevestigen. Doen sijs niet gelden Levekijn Heeren Dirkszoens broeder voors. zijn schade tussen nu en 1 mei e.k. zoals hij onder eede zal waarmaken, doch niet te komen boven 50£, ende desen brief te leveren of dit gelt te betalen joff Levekijn synen eedt te doene tot Haerlem voor onsen baljuw en rentmeester van Kennemerland en Vriesland op den meidach voirs. Voirt van Pieter Manten, Winoudt Altghera, Tydeman jonge Evekenz, Gheltman, zyn broeder ende Tideman Pelegrimsz van Staveren clagen dat zyn binnen vrede door de meente van Lubeke op de vrye markt mishandeld zijn. Aan Pieter Manten wordt hiervoor 4£ gr, aan Gheltmair jonge Evekenz 10sc groten, aan Tydeman zijn broeder 5sc gr en Tydeman Pelegrimsz 5sc en Winout Altghera 5sc gr toegekend, te betalen op 1 mei te Haarlem. Die van Hamburch moeten bevestigen dat zij Lubeck niet behulpzaam zijn geweest tegen Staveren etc
1325-10-08 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 54v/L.R. 11 fol 17v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: want Thideman Ghelmaerszone van Staveren, ons ghesworen hevet trouwe te wesen als een trouwe man synen rechten here schoudich es te wesen, soe hebben wij hem verliedt etc ende bevelen onse schoutambacht van den dike ende van der gheeste benoerden van St Odulfsclooster van Staveren te bedrijven ende te verwaeren t onser eeren ende ter lande orbare
Poelenburg, van | 1345
Batavia Illustrata bl 1049
Achternamenindex
genoemd: gesneuveld in de strijd bij Staveren: heer Gerrit van Poelenburg
Gent, van | 1404-03-24
Grafelijke Commissie of Beveelboeken I p 78
Achternamenindex
Floris van Alkemade en Willem van Ghent benoemd krijgen het kapiteinschap van de stad en het slot van Staveren in Oostvriesland
Heukelom, van | 1400-10-02
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 689
Achternamenindex
hertog Albrecht geeft Jan van Huekelem om dienst te Staveren, 20 schilden per jaar uit Schoonhoven en Gouda, zolang hij leeft
Allard Doedenz | 1441-1442
Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex
een bode naar Enchusen mit enen brieve roerende van Allert Doedenz (fol 122); (fol 126) doet de poorters van Haarlem uit Staveren grote schade
1333-10-18 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 86/L.R. 11 fol 30v
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt: want onse goede lude van Enchusen als Arnoudt Stepuel den soone [Steijneldenz], Altgheer Jacobsz en zyn broeder Thade, gevangen worden te Lubeke, ende hoir schip ende goedt ghenomen omme des oirloghen wille van Staveren, dair wij off verstaen dat sij gheen schout [= schuld] toe en hadden. Zij beklagen zich over hun schade. Die van Lubeke zijn de uitspraak hierover aan de graaf van Holland verbleven. De graaf bepaalt dat die van Lubeck aan Arnoud en zijn gezellen zullen geven 3£. Dit geld zullen Arnoud c.s. gelijkelijk delen. Ende en ware Arnoudt syn deel van den schepen niet gegouden, mach hij noch wittelijk betoghen dat dat ¼ deel van den schepe syne was ende niet dier van Staveren, soe sal men hem sijn deel gelden