9 resultaten
1467-12-11 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I Inv 622, dl II regest 446
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Geryt Pietersz van Loosduijnen erkent schuldig te zijn aan Jacob Gerytsz een rente van 2 £ Holl sjaars op zijn twee kamers en erf tenden Jan Heynricsstraat, belend oost: die Jacobynen in den Hage, zuid: Willem Wermbrechtsz, west: heer Pieter van Leyden, noord: de heerstraat. Oorspr. Inv 622 in dorso: habet mr Aeriaen van Brouwershaven "Up St Elysabetten susterhuys haer huijs teynden Jan Heyndrickstraat 2£ ". Copie in margine: habet anno 1557 Sint Elysabetten susterhuys
1484-02-05 (1483) |
R.A.H. Coll Aanw 109 Caput N.H. fol 21/Reg Max. Philips fol 5
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat Claes van Assendelft Willemsz heeft gemaakt tot douarie en lijftocht aan jvr Alijt en Marie van Assendelft Willemsdochteren, syns getrouwede susteren, beyde geprofessijt in St Lysbetten susterhuys in den Haige, die somme van 15£ Vlaems op te beuren elk jaar zolang zij leven uit al de erflenen die Claes van de grafelijkheid houdt
1505-04-20 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I Inv 701 dl II regest 534
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Willem de Vries in erfpacht geeft aan Bartelmees Rembrantsz een cooltuin met de daerop staande huizinge op Spoey aan de oostzijde van de vaart, oost en zuid: dat susterhuys op die Spoey, noord: Cornelis Bruynsz, west: de heerstraat, tegen 12£ Holl, onder verband van dit perceel. Copie in margine: habet anno 1557 Andries Huybrechtsz smit op t Hoff, habet anno 1586 Claes Heindricsz duerwairder. Deze brief is gecasseert (vgl 1534-08-20)
1560-05-18 | Velsen
R.A.H. Coll Aanw 1038
Jaartallenindex
compareerde voor Philips Vranckenz van Leyden, openbaar notaris, de Edele en voorsienige Warnair van der Does als oom en voogd van Jan van der Does en Noortich, zijns broeders zoon, erfnaem van wijlen Franchois van Nyewerven, als waarachtich collator of presenteerder, soe hy zeyde, van een vicarie of cappelrye, liggende in de parochiekerk van Velsen, op OVr outair, tegenwoordich vacerende door de dood van mr Jacob Meester. Ende heeft die voors. cappelrie gegeven den eersame heer Floris Jansz van Noertich, priester, present wesende en dieselve ghifte en collatie danckelick ontfangende, en heeft den voors. heer Floris gepresenteerd aan de Domproost van Utrecht of zijn oficiaal om hem hierin te admitteren. Aldus gedaen binnen der stede van Leyden in het susterhuys van St Katherinen op Rapenburch
present: heer Cornelis Pietersz, priester, Cornelis Zweersz, leek
1507-11-22 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 28v
Jaartallenindex
Karel beleent Cornelis Suijs als gesette voogd van prior en convent van OLVr clooster in Bethlem der orden van Cistarcien bij onsen dorpe van Wateringe, na dode van Willem van Naeltwyck als gesette voogd: 1) 10 morgen lands op t lent beoosten den boomgaert ter Wateringe ende een stuckscken lants met solvelden, tesamen groot 2½ morgen land, 2) dat molenweer met die drie weren, oostwaarts daeraen gelegen, 3) een camp lands geheten "de Duyfhuyscamp" groot 4 morgen uit 25 morgen, gelegen in den Poel ter Wateringen, oost: het clooster van der Lede, west: het susterhuys van St Aechte te Delft, noord: die kercke van Monster, zuid: die noortwech van t land. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewaden: een zeel winden of 40 schell daarvoor
present: Dirck van Boneem, Willem van Ruyven, clene Jan Bruyn
1496-02-28 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 53
Jaartallenindex
Philips beleent Willem van Naeltwyck als gesette voogd tbv prior en gemeen convent van OLVr klooster in Bethlem der ordene van Cistarcien bij onsen dorpe van der Wateringe, alsulck nageschreven leengoed als wijlen Jan Schout Claes als gesette voocht van denzelven clooster tbv het klooster in leen hield: 1) 10 morgen op t lent beoosten den boomgaerde ter Wateringe, 2) een stucksken lands met solvelden, tesamen groot 2½ morgen land, 3) dat moleweer met die 3 weeren oostwaerts daeraen gelegen, 4) een camp lants, gehieten den Duyfhuyscamp, groot 4 morgen uit 25 morgen lants, in den Poel te Wateringen, 5) 7 morgen in den ambacht van der Wateringe, belend oost: het clooster van der Leede, west: t susterhuys van St Aechte te Delft, noord: die kercke van Monster, zuid: die noortwech [notwech ?] van t land. In een onsplittet onversterfelijk erfleen
present: heer Cornelis Cruesingh, ridder, heer van Benthuysen, houtvester van Holland, Ingelram de Jonge, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1493-01-14 |
Oude Hof Alkmaar no 12
Jaartallenindex
wij Claes Frericsz en Jan Frericsz, gebroeders, en Joest Garbrantsz kennen ende belijen mit desen brief voor ons selven ende voor Gheryt Garbrantsz en Jan Garbrantsz, Joest voors. gebroeders gemachtigt gesamenderhand ende een voor al, dat wi ons hebben laten afcopen van die oude Susteren te St Catryne te Alcmaer van alsulc lant, inboel of enig andere goeden die dat oude susterhuys voors. van onse moeij Marytgen Bouwens gecoft macht hebbe off van hoir in dat zusterhuys voirs. gecomen sij, roer ende onroer op ende neer, van alle scheel, twist ende twiedracht die wi gehadt mogen hebben, tot desen dage toe roerende van Maritgen, ons moeyes erfenis. Zij verklaren zich deswege voldaan en betaald. Zij aanvaarden deze overeenkomst op een boetebepaling van 25 gouden leeuwen, de ½ voor de heer, de andere ½ voor de parochiekerk te Alcmaer. Hier hebben over geweest als sceydsluden ende getuygen: Michiel Gerytsz, Ysbrant Garbransz, corfmaker, poorters. Zij verzoeken Adriaen Dircsz deze brief voor hen te bezegelen
1476-10-02 |
Arch Marquette no 1106 fol D/Cartul Assumburg no 6 (no 206: Willem Enghebrechtsz)
Jaartallenindex
Willem Engebrechtsz, collator van een Cappelrye die Jan Vos Hoechstraet ende zijn echte wyff Geertruyt Willemsdochter tsaliger gedachten met gesamenderhant gesticht ende gefundeert hebben, welcke cappelrie gelegen is in St Elyzabethen susterhuys in den Hage, soe ist dat mij te kennen gegeven heeft die possessor off besitter van de voorn. cappelrie hoe datter binnen der stede van Delft in die Koerstraet gelegen is een huys daer twie £ Holl paeyments jaerlix op staen die dese cappelrye toe behoorende, clagende dat hij daer gheen betalinge op gecrijgen en kan. Hij verzocht daarom deze rente op een ander perceel over te zetten. Willem Engbrechtsz en mr Willem, priester, bezitter van deze capellrie, verzoeken nu beiden aan bisschop David van Bourgondië die rente van 2£ sjaers te willen oversetten op ander 2£ 's jaers die staen op een huys ende erve gelegen in den Hage in die Kerkstraet bij den voorsz zusterhuys, welcke huys ende erve den possessor van der cappelrye toebehoort (vgl 1476-10-06)
1543-07-18 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 321v-337v
Jaartallenindex
(vervolg) 7) de deurwaarder begeeft zich ook naar Zwammerdam, op een hove geheten van der Mye, gelegen in de parochie van Nyeucoop, om aldaar een rente van 8 £ per jaar, losbaar den penn 16, te verkopen, toebehorende Pieter Bol. Gehypothequeert op de woninge, hof, huys en erve van het goet van der Mye, leen van Holland, evenals de genoemde rente. Na gedane geboden was mr Pieter van St Pieter, secretaris van den Rade van Holland koper gebleven voor 600 gld ; 8) de deurwaarder had in 1541 kerkgeboden gedaan van zekere 3 percelen gelegen in den Hage: - huis, hof, hofpoort, plaats, boomgaarden, stallen, grond en erve gelegen in t Voorhout op den Kneuterdyk, oost: Jan Hanneman, west: de weduwe van mr Floris Zeeman, mr Frans Boot, Vranck van Dam, en achterwaarts komende in het Noorteynde, - een huysinge, hof ofte tuyn met een huis van plaisantie met een laan beplant met elsen, willigen bomen, grond en erve, liggende t eynde van de Speuy, noord: Jan Bruynsz, oost en zuid: O.Vr. susterhuys, - een huys, hof gront en erve liggende in die Veenstrate, daer doen in woonde Steven Cornelisz, schoenmaker, zuid: mr Claes Beuckelaer, noord: Lysbette Rijmts en achterwaerts Nicasius Antheunisz. Welke 3 percelen ook Pieter Bol toebehoorden en de deurwaarder zou verkopen. Intussen was Pieter Bol gedagvaard voor de Grote Raad waar compareerde de procureur van de weduwe van Adolf Hardings, impetrant. De kopers verlangden letteren van decrete. Ende die weduwe van Pelgrom de Beer hadde geresumeert d'arrevimenten van den proces mits zijn overlijden. Bij appoinctement interlocatoir van 1542-12-24 had de Grote Raad geseyt, dat aleer te uyten en te termineren tselve proces Jan Paets, Clementia Jacobsdochter, Dirck van Boschuysens zoon en Pelgrim de Beer, crediteuren van Pieter Bol, opponenten ende gedaagde, verifieren souden haer voorstel in desen gedaen. Ende aengaande de oppositie van Jan Millinck, dat jvr Clara van Duerslage, weduwe van Adolf Herdinck, impetrante en andere crediteuren vereficeren souden dat de rente van 18 Kar gld per jaar op de goederen van de weduwe en erfgenamen van wijlen Jacob van Boschuysen te Rijswijk toebehoorden den voorn. Pieter Bol. Ende als aengaende Clementia Jacobsdochter in de qualiteit en in name van haar zoon Jacob men soude hem informeren, te weten, of dieselve Bol syn momber d'administratie van synen goeden gehad hadde. Ende tot deze verificatie zoude commissaris geordonneert worden. Ende aengaande Willem Bosschaart, opponent, gedaagde en defaullant, die soude nog eens herdachvaard worden mits dat hij ter oorloge was, en men soude de insinuatie doen te zijnen huize. Aan dit interlocutoire vonnis is voldaan