9 resultaten
Uyttenham | 1533-04-01~
v.d. Monde: Tijdschrift Gesch Stad Utrecht 1839 no 4 p 259
Achternamenindex
St Pieterskerk Utrecht tegen een pilaar: Joes Utenham
1496-04-26 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 110/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Gerit Utenham, maarschalk, verzoekt den domdeken om toezending van versterking en krijgsvoorraden ter verdediging van de aan zijn toeverzorgde huizen Vreeland en Abcoude
1570-02-06 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1358
Jaartallenindex
nonnen van Rijnsburg: Adryaen van Egmont, priorin, Cornelia Verdoess, Maria van Schoonhoeven (de oude), Philippa Utenham, Mechtelt Utenham, Ghysbaerta Duvoerde, Mari van Poelgeest, Oeydilja van Aemstel ende van Mynden, Johanna van Zuelen ende van Nyevelt, Hillegunt van Zulen van Nievelt, Anna van Tautenburch, Dierck van Haeften, Margriet van Haeften, Berbera van Oeijenbrugghe, Anna van Berchem (de oude), Willem van Lauwick, Margriet van Berchem, Maria van Duvenvorde, Anna van Berchem (de jonge), Adriana van Duvenvoorde, Johanna van Lennep, nonnen van Rijnsburg. Nog genoemd: de heer van Hargen als rentmeester generaal en Kaerl van Bentinck, zijn gecommitteerde
Uyttenham | 1239-05-25
v.d. Bergh I no 370
Achternamenindex
de proost van S Salvator of Oudmunster verklaart van Rothardus Utenham de tienden van Oudewater, die hij van het kapittel in leen hield, ingelost te hebben voor 50 Utr ponden
1501-03-05 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 145/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de bisschop van Utrecht antwoordt aan de Staten van Utrecht dat hij de goederen van de voortvluchtige daders der geweldenarijen te Umgermijder bedreven, heeft doen bezetten, en dat hij zijn maarschalk Geryt Utenham heeft bevolen "nae recht ende gewoent geboirlicke te halden". Gedaen slot te Duurstede
1532 |
Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1113
Jaartallenindex
Eerst Taets van Amerongen oorkondt: Alsoo ick voor mijn here den Domproost van Utrecht ende voor manne van leen een plecht gedaen hebbe Splinter Utenham an seeckere jaerlicxe losrenten uttet goet tot Rijebeeck gelegen bij Wijck, ende soo Cornelis die Ridder, mynen swager voor mij geloeft ende borch geworden is voor seeckere lyftocht van mijn huysvrou". Eerst verklaart Cornelis hervoor schadeloos te houden en verklaart zich voldaan "van alle alsulcke medegave ende lofte alse mij eertijts mit joffr. Belie mijn huysvrou Jan die Riddersdochter in hylicxse voerwaarden geloeft ende gegeven mach wesen", en scheldt de erfgenamen van Jan de Ridder deswege quijt
1553-01-17 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg regest 1252, p 582-591
Jaartallenindex
informacie gedaan in de abdij Rijnsburg en te Leiden na het overlijden van de abdis Maria van Tautenburg (1552-12-13) op bevel van de landvoogdes: 1) Elburch van Langeraeke, priorin, 47 j oud. Zij verklaart dat in erfpacht zijn uitgegeven 2 stukken land, het ene aan Jan van Donzelaer, procureur in den Haghe (in het proces hierover met Claes Bartholomei, pensionaris van Dordrecht, daar het in 1481 aan de familie van zijn vrouw in erfpacht was gegeven) en aan Clays van Berendrecht, schout van Leiden. De conventsgoederen worden beheerd door Wilhem van Colstere heer van Alkemade, de een jaarwedde heeft van 100 nobels en andere baten; 2) Elsbe van Poelgeest, sacristievrouw, 62 j, (stierf 1564-09-10); 3) Maria van Schoonhoven, cantrix, 51 j; Philippa Utenham, 49 j; 5) Cornelia van der Does, geprofest, 56 j, geestelijk abnormaal; 6) Adriana van Merestein, geprofest, oud 41 j; 7) Mechteld Utenham, oud 44 j. Zij wijst haar zuster Philippa aan; (8 ontbreekt); 9) Johanna van Rommerswale, geestelijk abnormaal (leeftijd ± 50 j); - Gherit van Renes, ridder, Raad van de keizer, oud 43 j; 10) Gisberta van Duvenvoorden, oud 43 j; 11) Jodoca van Poelgeest, 36 j; 12) Maria van Hoogmade, 33 j; 13) Oeda van Amstel, 35 j; 14) Johanna van Nivelt, 30 j; 15) haar zuster Hillegont van Nivelt, 37 j; 16) Anna van Tautenburch, capellanesse, nicht van wijlen de abdis; 17) Stephana van Russum, 27 j; 18) Stephana van Honsselaer, 24 j; 19) Maria van Schoonhoven, 19 j; 20) Dieric van Haeften, gesluierd, niet geprofest, 18 j; 21) Margriete van Haeften, gesluierd niet geprofest, 16 j [dochter van Walraven]; 22) Willem van Alkemade, ridder, rentmeester van de abdij, oud 83 j. Jaarwedde 332£ Holl van 15st; 23) Frans Hoochstraten, baljuw, kastelein van het huis te Teylingen, 64 j; 24) mr Reyer Reyersz, pastoor te Reynsburch, oud 50 j; 25) mr Jan Willemsz, vicaris in de St Pancraskerk te Leiden, oud 60 j, 17 jaar lang biechtvader van Rijnsburg; 1553-01-27: wordt aan de landvoogdes voorgesteld Elburg van Langerac tot abdis te benoemen (regest 1253); 1553-08-31: zij wordt door keizer Karel benoemd (1258, 1260, 1261); 1553-10-10: inleiding en inhuldiging van Elburg als abdis (regest 1262), geinstrumenteerd door notaris Cornelis de Capella. Splinter an Hargen heer van Oosterwyc wordt als rentmeester genoemd [sterk bekort !]
Nyenrode, van | 1495-03-12
Berigten Hist Gen IV p 114/Arch Nyenrode
Achternamenindex
Jan van Nyenrode, enige erfgenaam van zijn tante Janna van Nyenrode, vrouw van Gerrit van Rijn, draagt over aan de fabriek en kosterij te Breukelen 2 morgen te Maarsenbroek in het gerecht van Hendrik van Hoesden; verder ruim 3 morgen te Portengen in het gerecht van Frederik Utenham, bij de kapel van Nyenrode staande bij het koor [van de kerk] te Breukelen, om jaarlijks met een zielmis en een vigilie van 9 lessen met 9 brandende stalkaarsen op de graven, zijn memorie, die van zijn voorouders en nakomelingen te vieren, terwijl men dagelijks de grafstede van Nyenrode in de kerk te Breukelen zal visiteren met een Miserere en de Profundis en daarbij een collecte doen
1563-03-18 |
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138 bis afd 2 fol 13
Jaartallenindex
Geertruijt van Liere als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoerde oorkondt datvoor haar gekomen is Adrijaen Jansz ende liet vuijt zijne vouchdye Marytgen Jan Snellertszdochter sijne echte huijsfrou ende zij choer mit rijpe raide ende volcommene wille tot haeren voucht in deser saecke Johan Utenham omme daer mede stedicheyt te doen. Dat gedaen wesende rechtevoort zoe lijftochte Marygen mit handen haers vouchts Adriaen voirn. haeren echte man in vier morgen landts gelegen in Broeckeleveen in Jan Jan Baerentsz zaet, nu ter tijt Cornelis Danielsz zaet mit zyn medewerckers, streckende van de Zoedijck tot die Wiltbanck toe, belend zuid: Eelgis Pietersz met zijn medewerkers, noord: Cornelis Danielsz voors. Ende noch 2 margen lands in een becurven camp gelegen in Lubbert Gerrytsz zaet alias Sas, belend noord: die heren van St Pieter te Utrecht, zuid: Lubbert Gerrytsz voorn. Mit noch een gueden groot margen lants mede gelegen in Broeckeleveen in Jan Snellertsz zaet buyten wech, belend boven: die voors. heren, beneden: die ouder heren van den Dom te Utrecht. Welcke margentalen bij Adrijaen bezitten ende possideren zal zijn leven lang geduerende na de oflyvicheyt van Marygen voorn. nae rechter lyftocht rechte. Waerinne Marygen mit handen ut supra versoche condemnatie, dieselve haer gegost is bij leenmannen
Aernt Jansz [van Dorsschen], Cornelis Jansz, leenmannen