14 resultaten
1500~ (3) |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 88-93v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
Item Van Koelkeweers Uterdijck et Ceteris. Gaende voert nae den Nuwendam 4 of 5 roden van die ofrel of driespronc daer men gaen op die Purmerdyck, daer heb wij legghen 6 voet dycks van Koelkes uterdyck. Ende onse avenant van mollersdyccamps uterdijck ende Dirc Florijsz uterdijck, tsamen 6 voet, want een yghelic deympt heeft hier 4 voet dijcks, want dese uterdycken en syn niet of sletich als die rietlanden ghemeenlic sijn, want alle offsletinghe landen buten der Purmerdyck het si rietlant of neslant, dat heeft op die Nyedam 5 voet dycks. Ende alle lande die niet sij ofsletich als Koelkeweers uterdyck etc, die hebben op die Nuwedam 4 voet dijcks dat deympt. Item gaende voert noortwaard op, daer hebben wij legghen after spue after t huus 12 voet dycks van onse drie landen voer t huus gheleghen an een vant riet lants, ende daer noortwart 2 voet dycs van Joest Jansz lantgen. Ende voert noortwardt daeran noch legghen 6 voet dycks van Hilgont Aems uterdijck. Aldus hebben wi hier an een legghen 20 voet dycks ende an beyde zijden oest ende west van die dyck beneden bepaelt mit twie palen
1486-11-22 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 28/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
scepenen in Monikendam oorkonden dat voer ons ghecomen sijn Claes Claesz, Welmoet Claesdochter ende Neeltgen Claesdochter als ghehele erfnamen ende wesen van Claes Hermisz ende Hilgont sijn huusvrou was zaligher ghedachten, mit die wesevoechden als nu ter tyt wesende Jan Heynsz ende Gheryt Reijerz, en hebben gezamelijk opgedragen aan de broeders van Galilea van St Benedictusoerde biwesten van Monikendam, haer uterdyck genoemt Hilgont Aems uterdijck in die Warinc gheleghen in die ban van Monikendam op die Purmer, belend oost: Joest Jansz lant, west: Hilgont Arijs weduwe met haar kinderen lant, noord: die Purmer, zuid: die dijck. Hier hebben by over ende an geweest Adam Jacopsz ende Lammert Heijnesz, hoer naeste maghen. Opschrift: Hilgont Aems brief van die uterdijck
Jan Jacopsz ende Jacob Claesz, schepenen
1404-01-06 (1403) |
G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 24/Cartul H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Tijdeman Jacopsz geliede dat hij verkocht heeft den H. Geest te Haerlem eerst 10 ½ maden lands gelegen in den ban van der Nieuwerkerck, twischen zuid: de begynen tot Haerlem, noord: Suker [?] Pauwensoen, streckende voor van de Spaerne an die Woudwech, ende daertoe 7½ made lands gelegen in denzelven ban, twischen zuid: Jan Janszoons weduwe en haar kinderen, noord: Hilgegont (!) Betgens ende Buser Dieddertsz, streckende van der Schalckwyckerwech an de Woudwech met ½ uterdijck ende die Woutwech opgaende an de Meer
Heindrick Dirricxz en Claes Hone, schepenen
1494-11-06 | Beverwijk
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 19 (fol 10v)
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen heer Geerbrant van Schoten, presbyter, met de lenen hem aangekomen bij dode van zijn broeder Jacob Symonsz van Schoten: 1) ½ uterdijck gelegen in den banne van der Beverwijck, daer aff Dirck Floriszoons erfgenamen ⅔ deel af hebben, ende noch die helfte van Swoten ( Suoten ?) lande, gelegen in den banne voors, daer Berthelmeus die Gouwer ⅔ deel aff pleecht te hebben, belend noord: s Gouwers lande, zuid: dat godshuys van Velsen. Tot een onversterfelijk erfleen. Hulde deed voor hem zijn oom Mertijn Claesz
present: Philips Saeij, Pieter van der Goes, Dirck van Boneem, Adriaen Willemsz
Dever | 1442-09-21
Inv Arch Medemblik no 294 regest 49, no295 regest 50, no 296 regest 51
Achternamenindex
Willem van Naaldwijck geeft aan zijn neef Jan Dever van Mijnden het recht om een zeker stuk land, dat hij van hem in leen heeft, met tienden en heerlijkheden daarop, genaamd Uterdijck, gelegen voor het huis te Medemblik, strekkende van de wierarm tot heer Gheryt Jacobsz land, tussen de zeedijk en de zee, twee jaren hierna te verkopen; Dirc van Santhorst, neef van Jan Dever van Mijnden heeft aan hem het land den Uterdyck, gelegen voor het huis te Medemblik verkocht
Does, van der | 1476
R.A.H. Coll Aanw 149
Achternamenindex
valor feudorum: - Dirck van der Goes [Does] en van der Goude een viertel landts bij der Goude in den lande van Strijen [lees: Steyn] en 4 £ Holl per jaar van den boomgaertviertel in het ambacht van Wilnesse. - Willem van der Doesz 12 morgen land in het ambacht van Wermonde, -Ruijsschen boomgaert met 1 ½ morgen en uterdijck in Leiderdorp en nog 3 morgen; - Dirck van der Does Heyndricsz : - 12 morgen in het ambacht van Warmonde, -Ruysschen boomgaardmet 1½ morgen en uiterdijk in Leiderdorp
2e zijtak
1468-06-09 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 670/Cartul Nieuwe Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
schepenen in Scellincholt oorkonden dat heer Claes van Beerhem, priester, en Gheryt van Beerhem, ghebroeders, met Garbrant Baertsz en Gheryt Jansz, hoir bieder gerechte voechden, verkocht hebben aan de Nieuwe Nonnen te Amsterdam, ⅓ deel van hoer geheel uterdijck met hoeren toebehoeren, onderdeel, welck voirsz groet is buten ende binnen omtrent 15 marghen ende is ghelegen in den ban van Scellincholt, daer naeste lenden van zijn oost: Machtelt Jan Gaelen wedu, west: Jan Dircxz. Vrijwaring na den recht der stede van Scellinchout. Voor Claes Dircksz zegelt zijn zoon Jan Claesz. En voor Claes Hilbrantsz zegelt Jan Claesz, de schout. "Want wij nu ter tijt gheen zegelen en ghebruiken". In het Cartul. Nieuwe Nonnen is het stuk doorgehaald en in margine bijgeschreven: "is vercoft"
Claes Dircksz en Claes Hilbrantsz, schepenen
1500-02 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 59v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
item Symon Claesz mit mijn kinderen bi consent van die wesevoechden van Monikedam heb vercoft den prior broeder Jan van Purmereynd ende den ghemeen convent van Galileen etc dat ⅓ deel van drie deympt lants mit dat ⅓ deel van zijn uterdijck, gheheten Mollersdyckamp, gheleghen in Monckebroek an die Purmerdyck om een seker somme etc wel betaelt etc ende heb daer quytsceldinghe of ghedaen mit mijn kinderen in teghenwoerdicheit van 2 scepenen als Pilgram Jansz ende Mantijs (!) Jansz ende twie wesevoechden als Jacob Pietersz ende Gheryt Garbrantsz [Pauw] ende twie lendenen als Dirc Aems ende Jacop Jansz. Ende tot een teijken der waerheyt soe heb ic Symon Claesz voers. ghebeden Jan die Wit die toe ter tijt wesevoecht was, dat hi dat soude teykenen ende scriven in dat weseboeck. Ende ic Jan die Wit om bede wille van Symon Claesz weghen soe heb ic dit int weseboeck ghescreven ende gheteykent
1478-01-23 (1477) |
R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Vriesland fol 4/Reg Maria Max. fol 3v
Jaartallenindex
hertog Max. beleent Hercke Soyersz met de leengoederen hem aangekomen bij dode van zijn broeder Soijer Soyersz: 1) een campe lants geheten Gheryt Janszoonscamp, gelegen in den ban van Valckenkooch, ende belent hebben west: Elle Mertijnsz, noord: Lude Rentes, 2) 4 geersen lands gelegen in denzelven ban van Zandoirt, ende belent hebben zuid: Theeus Heerenzoon, oost: Dirck Walichsz, 3) 2 geersen lants in den ban van Eningborch, belent noord: Ridwert Nannenz, zuid: Rens Renszoon, tot een onversterfelijk erfleen, 4) 2 geersen lands in de voors. ban van Valckenkoch, geheten Tollenvenne, daer lenden aff is noord: Pieter Willemsz, zuid: Claes Jansz, 5) 8 snees en 3 snesen zaetlands in denselven ban, daer lenden af is noord: Meynaert Jansz, zuid: Gerwairt Meijnaertsz, 6) 2 geersen lants gelegen in denselven ban in een stuck lants gheheten "den Uterdijck", daer lenden of is west: Pieter Willemsz, oost: Meynert Jansz. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het laatste perceel te verheergewaden met een blanke heect of 10 schell Holl
1485-06-21 | Valkoog, Enigeburch
R.A.H. Coll Aanw 108 Caput Vriesland fol 9v/Reg Max. Philips fol 3v
Jaartallenindex
Max. en Philips belenen Ave Soyersdochter met de lenen haar aangekomen bij dode van haar broeder Heerken Soyersz: 1) een camp lants geheten Geryt Janszoonscamp, gelegen in den banne van Valckenkoich, belend west: Elen Martynsz, noord: Lude Rentes, 2) 4 geersen lants in den ban van Sandoirt gemengder aerde soe Ave affirmeert met noch omtrent 55 of 56 geersen ongecavelt, die belent hebben zuid: Theeus Heerenz, oost: Dirck Wallichsz, ende noch 2 geersen lants in den ban van Ennigheburch, ende belent hebben oost: Ridwert Nannenz, zuid: Rens Rensz. Tot een onversterfelijk erfleen, 3) 2 geersen lants in den ban van Valckenkoich, geheten Tollenvenne, daer lenden of is noord: Pieter Willemsz, zuid: Claes Jansz, 4) 8 sneesen en 3 sneesen saetlants in dezelfde ban, daer lenden of is aen die noordzijde: Meynairt Jansz, zuid: Gerwert Meynertsz. Ende noch 2 geersen lants in denselven banne, in een stucke lant gehieten den Uterdijck, dair lenden of is west: Pieter Willemsz, oost: Meynaert Jansz. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een blancke heecct of 10 sc Holl daarvoor. Haar man Symon Gerytsz doet hulde voor haar