15 resultaten
Egmond, van | 1304~
R.G.P. Grote serie 171 rek dom van Putten II p 265 regest 45/Ons Voorgeslacht jg 1970 p 63
Achternamenindex
leen van Putten: Clays van Egmonde "al sine woninghe tot Heymskerke ende dat erve daer si op staet, ende alle dat erve dat binnen der uterste heyninge legt ende 7 (of 12)coegarse na (e)st achter woninghe, suutwaert of van der Veersloot"
1594-01-11 (I) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 71
Jaartallenindex
Pieter Dirck Yffsz scheldt quyt Gerrit Jansz in Noorscherwoud een stucke lants genaempt "Reijnu Claes Ventge" in Noort Scherwoud, groot 2 ½ gars, noord: Pieter Ootgers, zuid: de Meen Veersloot. Hypotheecq het oostent van de Cleymeer west, groot 6 geersen binnen onsen banne, west: Pieter Dirck Yffsz, zuid: de grafelijkheids vroonlanden, oost: de Somersloot
Jan Gerritsz, schout, Gerrit Coenis en Pieter Cornelisz Pieterse, schepenen in Coedyk
1585-04-08 - 1586-04-01 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 42
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck kennen dat Aerian Dircxz Boon vercoft heeft aan Frans Michgielsz een huis en erf op die Kooch, zuid: jonge Laetge, noord: Jan Dircsz Drachtich, onderpand: "Aele acker", groot 6 snees, zuid: Coeten tuijen, zuid: Suyder Veersloot. Borch: Jan Dircsz, broeder van Aerian Boon en stelt tot onderpand een acker saetland, groot 1½ gars, genaemt "'t garsdel", zuid: het Gasthuys, noord: Jacob Madder [akte tussen genoemde data]
Jan Gerritsz, schout, Pieter Dircxz en Pieter Gerrit Bouwens, schepenen
1599-01-07 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 9v (109v ?)
Jaartallenindex
schout en schepenen in Koedijk oorkonden dat Tryn Jansdochter met Pieter Heyndriksz, haar buerman als voocht, opdraagt aan de kinderen van wijlen Pieter Symon Slomers, van Calverdijck, een acker saetlant, groot 11 snesen, gelegen in de Belswyc. Onderpand voor de vrijwaring: een acker saetland, groot 8 sneesen, gelegen achter haer huis, zuid: de voorn. voocht, noord: de Veersloot. Pieter Heijn stelt tot een hypotheek een acker op Huyswaerdergeest, groot 9 snees, zuid: Heyn Ivesz [?] , metter wijt, noord: Pieter Thaemsz
Reyer Cornelisz, schout, Cornelis Cornelisz Bol en Willem [Outersz ?], schepenen
1621-09-09 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 179
Jaartallenindex
mr Matheus Oudesteijn als procuratie hebbende van de E. joncker Arent van Loo, ambachtsheer van Hodenpeil, draagt op tbv de E. joncker Wilhelm Pardedius, heer van Warmenhuijsen, zijn recht op een stuk weiland in de ban Koedyk, genaamd "die Harenweijde", groot 2 morgen 49 roeden, zuidoost: de Ma..e, zuid: Lauweris Jansz Spiegel te Amsterdam, oost: Pieter Willemsz Wij. Verder nog "Griet Maertensweijde", groot 1 morgen 346 roeden, noord: de suyder veersloot, oost: de cleine cleine meer
1581-01-08 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 5, 6
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Pieter Jansz Helder waarborg is geworden voor Aernt Gijsen van Egmondt van een quytsceldinge van een stuk land genaamd Gerrit Symonsz bosch, binnen de ban van Bergen, groot 3 hondert, stellend daervoren tot hijpotheeke een stuck lants genaemt "die Houten", binen onsen banne, groot 1 morgen, zuid: Claes Jansz, west: de Huyswaerder geest, oost: die Con. Maj. Eodem dato oorkonden schout en schepenen dat Aernt Eijlartsz en Dirck Huybertsz van St Pancras verkopen aan de erfgenamen van wijlen Claes Jan, in zijn leven buerman te Coedyck, een acker weylant, groot 1 gars, belend met een veersloot, streckende an die zuyder veersloot an t zuydt, die Co. Maj. an t noorden. Tot onderpand voor de vrijwaring stelt hij een acker saetlant hen te samen toecomende, groot 6 snees, leggende op Huyswaerdergeest binnen onsen banne in de Oostwal, belend de Con. Maj. vroonlanden aen allen syden. Zonder datum: schout en schepenen tot Coedyck oorkonden dat Engel Vrerycxz van Coedijck kwijtschold aan Pieter Riddertsz, van Coedyck, een acker saedtland liggende op Sanergeest bywesten Beynkerpadt, groot 7 snees, oost: Jan Vrericsz, west: Pieter Riddertsz van Coedyk, zuid: Corn [?] Allert Jansz weduwe. Onderpand: een acker saetland binnen Coedyk, byoosten Geleijn [?] Pieter Gerytsz, genaamd Jaep Roelsacker, zuid en noord: de Con. Maj.
Jan Gerritsz, schout, Pieter Jansz Bilman en Matheeus Arysz, schepenen, en Cornelis Jansz en Pieter Cornelisz, schepenen; zonder datum: Jan Gerytsz, schout, Symon Jansz Kont en Cornelis Jansz, schepenen
1585-01-17~ | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 34, 35
Jaartallenindex
[zonder datum] Pieter Gerritsz Calis, van Coedyk, erkent voor schout en schepenen te Coedyck, vercoft te hebben Jan Jansz Stienhuys, poorter tot Alcmaer, een losrente van 9 gld 7 ½ st per jaar, het eerste jaar te betalen januari 1586, losbaar met 150 gld hoofdsom. Onderpand: een acker saetlant, groot 12 sneesen, gelegen in de ban van Noort Scherwoude op Langedyk, zuid: die gemeen vaert streckende op die Somerslot nae Noort Scherwoude, west: die Somersloot, noordoost: Pieter Ievits weyde. Borch: Pieter Aerntsz Heer, van Coedyck, die tot onderpand stelt een stuk weyland, belend noord: die suyder veersloot van de Kooch, zuid: Tryn Jansdochter, west: het Vroonland, oost: de gemene vaart of Stickedelle (?)
Jan Gerritsz, schout, Gleijn Pieter Aelbertsz en Jan Pouwelsz, schepenen
1591-01-15 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 60
Jaartallenindex
Ariaen Jan Ariaensz, voocht en oudste zoon van zijn vader en voocht van zijn zusters en broeder, scheldt quyt Cornelis Reyersz een stucke weijtlants genaemt "Nanningsweijt", het rechte verndel daervan, zuid: die kerckweyt, noord: vroonlanden, genaamt "Jan Wouter Galis weyt" [de naam van het verkochte land of van de vroonlanden ?], onder verband van zijn huis en erf after de huysen over de aftergraft, noord: de Noorder Veersloot, west: de achter gracht, oost: de vroenweijt. Borch: Cornelis Jacobsz Meck, haer oom, dit tot onderpand stelt zijn huis en erve daer hij nu ter tyt in woont, zuid: Aerjan Dircsz snyder ofte t Hooft, noord: Cornelis Corn. Burcke
Jan Gerritsz, schout, Jan Harcsz en Jan Pieter Luytgisz, schepenen
Alkemade, van | 1531-02-18 (1530)
Arch Stadsheerlijkheden Leiden Regest 132/Inv no 1042
Achternamenindex
het Hof van Holland doet uitspraak in een geding tussen de stad Leiden en mr Gerrit van der Laen, erkent het recht van de stad op de visserij van den Marepoel, begrensd door de Hooge Weysloot, de Vliet het land van de abt van Egmond, het Graven Rietvelt en de Mare tot de veersloot van Floris van Alkemade en aan de andere zijde de Lee, beveelt mr Gerrit van der Laen om aan de stad te vergoeden al wat hij tijdens het geding van de visserij van Endepoel heeft genoten en compenseert de kosten
1584-01-20 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 25
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Aerian Dircxz Boon, van Coedyck, op rente heeft genomen van Jan Pouwelsz en Pamela [?] Pietersdochter, poorter en poorteres van Alcmaer, te weten 50 gld op haer beyde lanxtlevende lyve, om 9 gld 10st, en de ander 50 gld op losrente die 50 gld voor 3 gld 1stoter, verschijnende alle jaar op 20 januari, het eerste jaar 1585, onder verband van een acker saetland binnen onsen banne, genaamd "Aele acker", belend zuid: die grafelijkheid van Holland, noord: die Suyder Veersloot, west: Cornelis Louwers. Borg: zijn moeder Aechte Dirck Olbrantsdochter, met consent van haar zoon Cornelis Dircsz als voocht. Zij stelt tot onderpand een acker saedtland, groot 20 snesen binnen onsen banne, belend noord: Madder, zuid: het mannengasthuis [te Alcmaer], oost: die Somersloot
Jan Gerritsz, schout, Pieter Riddertsz en Yf Dircsz, schepenen