10 resultaten
Adrichem, van | 1437-1438
Thesauriersrekening Haarlem fol 143v
Achternamenindex
de taelman en een bode uit Haarlem naar Beverwijk gezonden om te vernemen "t gestaat van den vechtelic van Claes van Adrichem en Jacob Barthoudsz"
1516-06-13 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 150, 151/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Jacob van Apeltern, domdeken, beschrijft het kapittel generaal tegen woensdag e.k. om de boodschap van de aartshertog Karel te vernemen; 1516-06-19: de bisschop van Utrecht zendt aan den domdeken Jacob van Apeltern afschrift van den van aartshertog Karel ontvangen brief over de heerlijkheid Jaarsveld, met het verzoek om ingevolge zijn antwoord aan den koning kapittel-generaal te beleggen
1515-08-19 |
Kroniek Hist Gen jg 1847 p 200/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de bisschop vraagt aan de Staten van Utrecht om ten zynen gevalle toe te staan de verpachting van het stuk land bij Vollenhoven genaamd "de Habensloch", die slechts 10 g.g. opbracht aan zijn Raad George Schenck vryheer van Toutenburch, drost van Vollenhoven voor 26 g.g. Hij verzoekt hun alsdan de erfpachtbrief mede te bezegelen. De bisschop vernemende dat er kapittel-generaal is gehouden op de belening van het huis van Loendersloot aan Melis van Mynden, verzoekt aan de Staten van Utrecht hun gevoelen deswege te vernemen. Op 21 Aug. antwoorden de Staten dat dit kapittel-generaal eerst gehouden zal worden wanneer hij dit verlangt; 1515-08-15: Melys van Aemstel van Mynden, onlangs het huis Loendersloot gekocht hebbende, verzoekt aan de domdeken Jacob van Apeltern om tegen vrijdag of zaterdag e.k. het kapittel-generaal te beschrijven, om te vernemen "wees men doen zall nae uytwysinge der verbandebrieve" die hij van dit huis bezit
1491-09-22 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 97/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de stad Enkhuizen verlangt van het kapittel van den Dom de beschikking te vernemen omtrent een door haar met consent van den deken te Hoorn in hechtenis gehouden priester Cornelis Pietersz van Gouda, die met 6 anderen van de bende van Jan van Naaldwijk en Wittenhorst nabij het eiland Ter Schelling door die van Enkhuizen waren gevangen genomen, welke priester met eerstgemelden heer ten krijg was uitgetogen en zich bij hem te Texel bevonden had
1353-10-28 |
A.R.A. Copie Leenkamer no 32 fol 70v/Reg E.L. 23 fol 44v
Jaartallenindex
hertog Willem oorkondt: dat wi hem vieren van onsen Rade die wi daertoe nemen sullen, ende 2 mannen uijt onser stede van Delf, 2 uit Leyden, 2 uit Haerlem, enen man uijt onser stede van Alcmaer, ende enen manne uijt onser stede van Aemsterdam, die wi kiesen sullen ende ons nutte dencken sullen bi Rade onser steden voirs, ende eenen onsen geswooren clerck, die wi daer bi schicken sullen, bevolen hebben en bevelen, machtich gemaeckt hebben en maken overal in onsen lande benorden der Mase te varen, te bliven ende te keren, wanneer ende wanneer, hoe lange ende hoe dicwile hem luden oirbaerlyck dencken sal te ondersoecken, te vernemen ende te versien alle saken die in onsen lande geschien of geschiet sijn, ende onser lude ende lands gebreck ende oirbaer te vernemen ende te wetene, ende alle saken te berechten ende te bescheyde te bringen na hoeren besten ende goetdencken en wat si hier toe doen sullen, dat sullen wi vast ende ghestade houden. Komen er zaken voor die hun "te groot zijn" om die te berechten buten ons (verbanning, oorlog), die zullen wij zelf met ons Raets Rade berechten. Ende dit sal geduren na de jegenwoordige brief twee jaar lang en daarna tot onsen wederseggen als wi selve in Noirt Holland sijn
1538-12-20 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 61v
Jaartallenindex
geeft ootmoedelyck te kennen Heyl Colve, weduwe van wijlen Claes Colfs Heynricsz tot Gorcum, als boelhoudster en voogd van haar oudste zoon Adriaen Colf, hoe dat St Barbaramdach l.l. die voors. Claes Colf deser wereld overleden is, achterlatende zekere leengoeden, groot 9 morgen, liggende op Blocklandt in den Beemt, die welke volgende de notoire costume van desen landen succederen moeten op des suppliants oudste zoon, genoemd Adriaen Colff. T Is nu zoo dat die voors. Adriaen omtrent 5 jaren uyt die landen geweest is in Spaengen en Italien, sonder dat die suppliante alsnu weet, hoe dat het met denselven Adriaen is, noch daarvan en heeft kunnen vernemen. Ende alsoo alle leenen binnen sjaars na den overlijden van den laatsten vasal indien t selve te synder kennis komt, verheven behoort te wesen. Also deselve Adriaen absent en ignorant hiervan is, verzoekt zij behalve het normale jaar nog een jaar uitstel te verlenen. Ondert. Hippolitus [van Persyn ?]. In margine staat dat met de andere zoon van Claes Colf geaccordeerd is dat deze belening zal verzoeken en deze aan zijn broeder zal afstaan zodra hij terug komt
1508-07-31 |
Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1850 p 343-347
Jaartallenindex
iets over de inhuldiging van Max. van Oostenrijk te Leiden. Op 31 Juli 1508 reisden Heijnrick Florisz, burgermeester, en mr Willem Symonsz, der stede pensionaris, door scriven van mijn here, van den Hage bij den gedeputeerden van den anderen steden omme te spreken op het stuk van den belegge voer Wesop, ende aldaer zynde was den vooers. gedeputeerde geseyt als dat de Keiz. Maj. gecomen was binnen Dordrecht. Op 8, 9 en 10 Aug is Gysbrecht van Scherpenzeel van der stede wege gezonden te paerde in den Hage, tot Teylingen, tot Noortich en daeromtrent omme te vernemen den tijt van de comste van de Keyz. Maj, 3 dagen ad 10 st dages beloopt 2£. Op St Laurensdach wordt den keizer geschonken 3 aem Rynwyn gecoft van Jan Honthorst beloopt 48£. Item wordt den keizer geschonken enen schonen henxt gecoft van Pieter Jacobsz tot Oestgeest om 14£ gr facit 112£. Item betaelt Jan van Grieken van enen toom vort paert 15st, facit 20sc, en betaelt Bertelmeus de snijder en Vrijdach Gerijts om t laken voor de versiering van t stadhuis tesamen te naeijen en te behangen 17sc 4d. Mr Gerijt van der Mije en Jan Boudewijns, raadsluyden van Hollant, mr Jacob Gout, rentmeester generaal van Holland, mr Jeronimus van Dorpe en Jan Auxtiuijes, Raedtsluden in den Groten Rade en commissarissen van myn gen. Vrouwe, mr Abel van Coulster, Raidt in het Hof van Holland, mr Nyclaes, secretaris van den grave van Overeemde, omme van des graven wege te spreken mitter stede aengaende de neringe ende comanscip van de lakenen, myn joncker Houhamer, opperste capteyn van de prince van Anholt
1453-1454 (3) |
G.A. Haarlem I 203 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 20v) Geryt v.d. Meer, burgemeester, op 26 Sept naar den Hage, Jan van Bekesteyn, vroescip; (fol 21v) Pieter Jordensz, Symon van Noortich, vroescip, 21 Nov. Allyn Claesz naar den Hage gezend; (fol 22) Claes van Yperen vroescip; (fol 22v) 9 Dec. reisden naar den Hage Pieter Jordensz en Gheryt Jansz zijn neve, op 28 Nov. Jan van Huessen scepen, Luytgen Camerouwer ende Dirc Pietersz van Ilpedam, vroescippen; (fol 23) op 14 Dec. reysden tot Brederoede Florijs Engbertsz, Claes Aelbertsz en Willem Paedze omme dat die here van Brederoede een plantinge begeerde te hebben opten poorteren. Wert Willem Paedze weder gesent tot Brederode op 21 Dec. omme den here van Brederode te spreken op die sake ende vangnisse van Philips Jansz; (fol 23v) op 4 Jan reijsden tot Brederoede an mynen here Jan Huijscherszoon, Henrick Gherytsz van Hillegom, Daniel van der Crake ende Willem Paedze omme noch met hem te spreken v.d. plantinghe van wagendienst ende van Philips Jansz die hi [on]langs gevangen hadde; (fol 24) Salomon de bode; (fol 24v) 1454-02-10 naar den Haghe te spreken met Gheryt here van Assendelft van den erfgenamen van Koene Dircsz de molenaer; (fol 25v) De eerste Sondag in de Vasten anno 54 reis naar den Hage omme aldair te antwoorden jegens joff. Alijt Dirck Potters roerende die tollen van Sparendam, so zij der stede aldaer met strengen brieven hadde doen dachvaarden. Item reisde Lottyn Gherytsz tot Amsterdam des Donresdages daeran om aldaer te vernemen wat ende hoeveel joffr. Alyt voors. in die tol tot Sparendam van der cooplude goeden genomen mochte hebben; (fol 26) op 15 Mrt Willem Paedze clerc en Claes Persyn syn bode naar den Hage; (fol 27) Allijn Claesz, vroescip; (fol 28) op 1454-04-26 Ysbrant van Schoten, Claes van Yperen, burgemeesters, naar den Hage om te spreken o.a. van die gebreken Jan Heynenzoons ende Dirck van Wormers, op 26 April Jan Huyschrz en Gheryt Noettgen naar Deventer ter Dagvaart
1454-1455 (3) |
G.A. Haarlem Inv I 204 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 25v) Symon in den Oudevaer haestelic met een paert naar den Hage gezonden met een boodschap voor de thesaurier; (fol 26v) Claes Persyn op 4 Jan. naar Amsterdam gezonden met een brief an die baljuw van Waterland rorende Pieter Dever tot Alphen; (fol 27) 7 [?] Febr. naar Deventer roerende de arrestatie van Gheryt Naetgen, 18 [?] Mrt Hubert gesent met een brief an die stede van Gorkom om te vernemen wanneer Dirck van Huekelen starff, op 24 Mrt bode naar Velsen om Gheryt uten Haghe omdat men met hem spreken wilde; (fol 29) uitgegeven den gerechten ende den dienaers voir hoir cleder: Aelbrecht van Raephorst, schout, Ysebrant van Schoten, Jan van Bekesteijn, Claes van Yperen, Willem van Ruven, burgemeesters, Ocker van der Kremp, Gherijt Berwoutsz, Claes Lieve, Allyn Claesz, Reyner Taeij, Gheryt Pietersz van Bennebroeck ende Pieter Jan Dirck Tymansz.z, schepenen huerlyck gegeven te hulpe tot zyn tabbert ..£ groten, facit 96£. De vier thesoriers (Pieter Jordensz, Jan van Berkenrode, Jan van Adrichem en Aernt Pieter Dirck Weentsz) elk voor zijn caproen 4£, facit 16£. Item gegeven Gheryt Jan Dirck Tymansz.z ende Wouter Jansz clerken elc tot zijn tabbert te hulpe 4£, facit 8£, Willem Paedze voor zijn tabbert 1£ grote, facit 8£; Jacob Spiker, Jan Dircsz, Dirck van Zanen Meynaertsz en Salomon elc voor zynen tabbert 4£, facit 16 £; Claes Persijn en Hubert, messagiers, elk voor zijn tabbert 4£, facit 8£, Claes Willemsz der stede kamerknecht , van sijn tabbert 4£, Jan die wynscroeder van sijn tabbert 4£, drie pipers ende den tromper elc voor zijn tabbert 4£, 16£; (fol 29v) here Willem Daneelsz, die organist, van 1 heel jaer van zyn wedde op die orgelen te spelen, 32£, item Willem Paedze van zyn wedde van een heel jaar 76£; Claes Willemsz der stede kamerknecht, wedde 1 jaar 24£ 5sc 4d, Valc en Bruynen wijf van t Sant schoon te maken en te houden 16£, Claes Claesz van den Hout te bewaren en te regieren, 1 jaar 16£; (fol 30v) Claes Persyn en Hubert, messagiers, voir hoir hoichtijt te Kersavond 26sc 8d, Walich, des schouten clerck van idem 13sc 4d (reeds in vroegere rekeningen), Claes Willemsz der stede kamerknecht van idem 10sc
1455-1456 (3) |
G.A. Haarlem Inv I 205 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 18v) 19 Oct. naar den Hage om voor den Rade de schepenen te verantwoorden tegens Aetsert de bastert van Ysselsteyn van den vonnise gewijst tussen Heyn Stael ende Aetsert voirs, en om te horen die sententie van Pieter Jansz van Werre; op 29 Oct. naar den Hage o.a. Jan v.d. Meer waerdyn in zake Mosselden lakenen, tegen de schout van Alcmaer; (fol 19) 12 Nov. supplicatie om het proces met Willem van Montfoort te casseren (ook fol 19v, 20, 20v); (fol 19v, 20) 20 Nov. Allyn Claesz vroescip, ook de zaak van Gheryt Naettgen; (fol 22v) op 1456-02-08 Jan van Huessen, Jacob Gherytsz en Gherijt Jansz naar Alcmer om tughe ende besceyt te horen van t laken van Mossalt Claesdochter; (fol 24) op 9 April reisden in die Santpoert Jan van Bekesteyn, tresorier, Willem Paedze, Dirc van Zanen Claesz ende Martyn v.d. Laen om te spreken aldaer metten baljuw van Brederode van Mertyns zaken van der Laen ende dat men hem van t vonnesse roerende die vredebraec dat over hem gewijst was, den brief niet daervan zegelen en woude; iemand in Naaldwyc had 3 briefjes geschreven op ingeven van Mosselt Claesdochter, nu naar Haerlem gebracht om daar gehoord te worden; (fol 25) op 12 Mrt Jan Hert, scepen, Berger Pietersz, Dirck Soyersz, Floris Engbertsz en Huge Jansz naar den Haghe om hoir tuge te doen voir den Rade van den gestande opten eyssche van mr Voppe; (fol 26v) op 3 Juni '55 Hubert de bode naar Brederode ende ter Wyck op Zee om te vernemen waer men die here van Brederode soude mogen vinden, op 9 Mei Claes Persyn naar Vianen an den heer van Brederode met brieven roerende Martyn van der Laen, die claechde dat hem in die Santpoirt van de baljuw en mannen t recht van den lande niet gebueren en mocht; Herman Jansz is zijn bier te Enghusen ontnomen; (fol 27) item Claes Persyn gesent tot Aelbertsberghe, tot Velsen, te Beverwyck ende op t Vlielant, roerende an Ave Jan Boonen lant ende vruchten die Wigger Claesz c.s. crafteliken van daer gevoert hadden; in Sept. Claes Persyn naar Willem Bolle, rentmeester beooster schelt roerende dat bespreck van heer Enghebrecht uten Hamme; (fol 12) om 14 Sept. naar Graft om Dirck Gelleman, so t gerecht sonderling met hem te spreken hadde