22 resultaten
Jan Myeussen | 1561
10e penning Heemstede fol 40v post no 1, fol 41 no 3
Voornamenindex
Jan Myeussen bewoont zyn eygen huys ende is een out huys en is getaxeerd op 6 Kar gld, te Heemstede; Jan Mylsz huurt een visscherie van de vroonmeester wonende te Leiden voor 22 ½ st
1396-03-12 (1395) |
R.A.H. Coll Aanw 65 fol 231v/Mem B.D. fol 147v
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht verhuurt onser getrouwer stede van Haerlem "die visscherie van Sparendamme", te bevisschen tusschen den Uytspaern ende der Inspaern, gedurende 6 jaar, tegen betaling van 400 £ sjaers, bovendien een tonne paeldrincx die men Jan Aerntszoons wijf van Bennebroec jaerlijks daerof pleecht uijt te reycken, ende daer toe 12£ aen sulken paymente, also als sise jaerlix pleecht te hebben uijt onser visscherien voers, die sal onse stede voerg. jaerlix betalen
1502-08-04 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 92
Jaartallenindex
Philips beleent Dierick Diercxz tbv de stede van der Goude na dode van de vorige sterfman (geen naam genoemd) met dat gehele veer tot Haestrecht ende die visscherie aldaer in de Yssel tusschen ter Goude en Wierinxsloot, met haren opganck an die noordzijde ter halver Yssel toe. Leen van Arkel. Tot een onversterfelijk erfleen, gelijk de voors. Wouter Jansz die te houden placht q.q. Te verheergewaden met een paar witte hantschoen
present: Dirk van Bekesteyn, Pieter Hanneman, Hendrik Smout, cleene Jan Bruin
1400-04-28~ |
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 665v/Liber V fol 383
Jaartallenindex
item opten 28e dach in Aprille te Zerixee maecte her Clais Kervinc van Reymerswale tot lijftocht voor zijn vrouw vrouw Geertruden heren Aerntsdochter van Gavre, heer van Ratsche ende van Lents, 200 Engelse nobels per jaar, verzekerd op: 1) alle syn maelrerie in den ambacht van Yerseke, 2) op ter maelrie en visscherie in den ambacht van Loidyck, 3) op al die goederen die hij heeft in den polre van Nywe Strien, 4) op al sulke goeden als hi van minen heer hout op Scornissant
mannen: heer Florens van Borsselen, heer Ghysken van Diepenburch, heer Florens van Abele
1540-01-31 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 96, 120 (dezelfde akte)
Jaartallenindex
Jacques de Bourgoingen heer tot Brigdamme, Lovemdeghem, Zovendeghem, Fromant, souverain van Vlaanderen, oorkondt dat hem bij dode van zijn vader Carel aangekomen zijn sulcke percelen van der ambachtsheerlijkheyt als visscherie, maelerie, voghelry, veeren, giften van kercken, costerien en benefitien van den uytgorssen, aenwassen en aenwerpen, bedykt en onbedyct van den Galanthee (St Janspolder), Oelkensplaate (Sint Adolfslandt), Vloijhille en den Bommel in den lande en heerlijkheid van Putten, ende van die corentiende en smaltiende die zijn vader bezat. Zij dienaar Philips van den Eykenen wordt gecommitteerd om namens hem ⅓ deel van deze lenen te verheffen
1547-07-28 |
Cartul Assumburg no 88/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex
de luyden van de Reeckeninge in den Hage, namens den keizer als graaf van Hollants, komen overeen met heer Gherrit heere van Assendelft, van Eemskerck, ridder, 1e Raad van de Keizer in Holland, dat hij pachten zal "zijn Maj. recht van de helft te weeten die oostzyde van de visscherie in de wateringe genoempt de Twisk, twelck dat scheyt die heerlicheyt van Assendelft van Wessanen", voor den tijd van 25 jaren, met toestemming om in de dijk van deze watering een kleine sluis te leggen, tegen betaling van 2 Kar gld sjaars
1543-07-21 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 274-276
Jaartallenindex
de erfgenamen van wijlen mr Aernt Sandelijn, Raad Ord in den Hove van Holland, hebben van hun vader geerfd o.a. die visscherie van West-Barendrecht, onversterfelijk erfleen, verheven door zijn zoon mr Adriaen Sandelyn. Daar mr Adriaen Sandelyn reizen naar Vrankrijk heeft, en om zekerheid voor het geval hij in het buitenland zou overlijden, heeft hij zijn drie zusters elk met ¼ deel van de visserij beleend, daar de clausule ontbreekt dat indien de delen van lenen weer tesamen komen zij één ongesplitst leen zullen vormen, toen de 3 zuster nog onbejaard waren, verzoeken de erfgenamen thans herstel van deze omissie, aldus gedaan
heer Gerrit van Assendelft, stadhouder van de lenen, mr Joost Sasbout, Cornelis Zuijs, Gelayn Zegers, Raden van denselven Hove
1544-04-23 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 244
Jaartallenindex
mr Dirck Pijnsz, schout van Delft, als gemachtigde van Engelbrecht van Hemste, prevost tot Wassenburch dd 1543-04-03, draagt op tbv onze getrouwe Raad en mr van onsen requesten ordinaris in onsen Groten Rade tot Mechelen, mr Florens van Grebonal here tot Plessy, ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16e deel van de gehele herlijheid van Middelhernisse, in hoge-, middele- en lage heerlijkheid met al haar gerechten, prerogatieven, thienden, erfchynsen, mulerie, visscherie, vogelrie, veren en toebehoren. Item noch 50 gemeten vroonen hooftland, gelegen in Middelhernisse, leen van Putten. Vervolgens wordt mr Florens van Grebonal hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen
presentibus: mr Jasper v.d. Hogenlande, Suys, Cornelis van Opynen
1531-12-22 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 34v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor heer Gerrit van Assendelft, onse stadhouder van lenen, gecompareerd is mr Claes van Essche, onse Raad en meester v.d. rekenkamer in den Hage, tbv onse beminde Raad en baljuw van den lande van Voorne, Andries van Bronchorst heer van de Schoot opdroeg ¼ deel van den dorpe en heerlijkheid van Abbenbroeck, mit hooge, middele en lage jurisdictie, met tienden, visscherie, maelrie, jaerschot, gorsettinge. En daartoe 8 gemeten land gelegen in Kaetgen en ½ gemet geheten Spartegelt, al gelegen in de voors. heerlijkheid van Abbenbroec. En dat hij vervolgens Andries van Bronchorst hiermede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Reserverende alleenlijk in t ¼ deel van de voors. heerlijkheid onse opperheyt, ressort ende bede in alder manieren als de voors. Claes van Essche te houden placht
mr Joost Sasbout, Raad ordinaris in de Camer v.d. Rade, Reynier Brunt, Raad en Procureur Generaal, Jacob de Jonge heer tot Baerdwijk, Vincent Dammas, onse Raden en meesteren van onse reeckening, leenmannen
1501-07-14 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 57v
Jaartallenindex
Philips beleent Coen van Boschuysen Willemsz na dode van Vrouwe Catryne van Bosschuijsen, syn moeije, met ½ van alsulck een visscherie als heern Gerrit van Abbenbroec, ridder, in synen leven bezat, leggende in Poortugael in onsen lande van Putten, streckende te weten die hijde op dat Noordwest einde, ende dat staeldiep, of Claes Demansgat op dat Noordoost einde, ende t Wyngat op dat Zuid einde. Leen van Putten, tot een erfleen, te verheergewaden met een stoop rynse wyn, gelyk vrouwe Cathryn syn moeije en haar man heer Gerrit die voors. visserij te houden plachten. Vervolgens draagt Coen ½ van dit leen weer op tbv zyn neve Jan van Bosschuysen Willemsz, die ermee beleend wordt tot een erfleen. daar Jan nog onmondig is, doet Cripyns Jansz de eed voor hem
present: Dirck van Boneem, Joerdin van Raemsdonck