3 resultaten
1467-02-18 | Alkmaar
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 130/Cartul Zijlklooster Haarlem fol 128
Jaartallenindex
allen denghenen die desen brief sellen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghijsbrecht van Nyenrode, als dat ic een leenrecht aengheleit hebbe op Ave Vredericsdochter, wonende tot Alcmaer, ende op meer andere hore mede plegheren, ruerende van een half stucke lants legghende binnen der vryheit van Alcmaer voirs. teghen den Huuswaert over an die westzijde, streckende van den Rekerdijck aen die Berghermeer toe, daer of ghelant sijn die naeste lenden, an die n.z: Pilgerim Heynricsz, des graven 2 ackeren, Nanne Alerts Diewert van den Hove ende aen die z.z. Reyner van Putten [Petten !], Ghijsbrecht Ghijsbert Heynricsz.z ende Enghel Jansz. Welc half stucke lants voirs. men te lene houden plach van minen voirsaten na uytwisinghe minen ouden registeren ende te verheergewaden met een goede snoek. "Bi also dat Ave Vredericsdochter voirs. met Gheryt Vredericsz haar gecoren voogd mit mi ghecomperiert ende overghecomen is van allen ghebreken ende versume, die sij ende hoir voirsaten teghen mij ende mijnen voirvaderen versuemt ende verbuert mach hebben". Hij scheldt haar vervolgens den eigendom van haar helft kwijt (vgl 1471-10-16, 1471-10-28)
Gheryt Ghysbrechtsz, Willem Jansz van Loenresloot en Jacob Heynricsz, leenmannen
1474-05-25 |
Berigten Hist Gen dl 4 p 108/Arch Nyenrode Orig.
Jaartallenindex
ic Otte van Rijn Hermansz bekenne mit desen brieve etc dat ic in enen stedighen wittaftigen eerfkoop vercoft hebbe den gheboirtighen joncker Gijsbrecht van Nyenrode heer van Zulen ende St Maartensdyc, dat gerechte, tiende en tinse mit alle die manscapen, recht ende toeseggen ende al dat daeraen cleven mach, als ic ende mijn voirvaderen tot desen dage toe, na utwisinge der ouder hantvesten ende leenbrieven van den Hof van Vianen te lene gehouden hebben, niet utgehsondert, te weten: 1) 20 hosteden tot Brekel [Breukelen] in den dorp, 2) den tiende in den Broek [Otterspoorbroec] van 22 hoeven, 3) t gherechte, tiende en tinse ende den uterdyck bi der A [Oudaan], 4) t gerecht, tiende en tins van 4 hoeven in Bertengen ende den tiende op ten West Enghe. Ende voirt alle alsulck goet, manscapen en erven als ic ende myn voorvaderen van deselven Hof van Vianen tot desen dage toe gehouden hebben, also wel ghelegen buten den carspel van Broekel als dair binnen etc, om een seker somme van 700 gouden Arnhemse gulden en nog 20 R gld die hij mij wel tot minnen wille betailt heeft etc
1423-09-29 |
R.A.H. Coll Aanw 77 fol 188v/Mem Ducis Johannis fol 145
Haarlem Algemeen
hertog Jan oorkondt dat wij met onsen Raden ende clerken gesien hebben een punt van eenre hantveste die onse goede stede van Haerlem in voirtiden van onsen voirvaderen vercregen heeft, in houdende also hiernae volcht: wairt oic dat diegene die in synre eygenre woning gesocht worde, manlike hem verweerde ende den huijssoecker ende alle sijne medegesellen die dair waren dootsloege, hij soude mi gelden van elken dood 4 penn. of mijn nacomers en ic of mijn nacomelingen souden sculdich wesen hem dairop te beschermen ende te versoenen jegens den dooden magen ende hem vasten vrede geven. Ende want Clais Albout gewapender hant mit een seker manninge die onse ballinge waren bi nachte binnen onser stede van Haerlem gecomen is in Herberens huijs van Foreest, om hem van lyve ter doot te brengen, dair Herberen voirn. hem also verweerde dat hij Clais voirs. werkender hant dootgeslagen heeft, also dat die sake na inhout der hantvesten voirs. an ons gecomen is, so ist dat wij dien dootslage voirs. alinge ende al an ons nemen, ende hebben dairomme Herber voirn. quytgescouden ende vergeven alle sulke bruecken ende misdaet als hij daeraan tegen ons etc misdaen mach hebben, want hij ons van denselver dootslage wail voldaen en gebetert heeft mit 4 penn. als recht is