Bedoelde u soms?
voogdij | voorbi | voorin | voortijn | vooruit | voorzijn

24 resultaten

Hogendorp, van | 1631

G.A. Amsterdam Quohier 200st penning p 36
Achternamenindex

de Brestraet, de straet voorbij: Susanna van Hogendorp, 10

Sotteghem, van | 1315-03-02

Van Mieris II p 152
Achternamenindex

graaf Willem verzoekt aan zijn neef heer Huyge van Zottingen heer van Xchie de poorters van Delft als van ouds tolvrij voorbij Geervliet te laten varen

schipper | 1476-1478

Rek Rentmeester Kennemerland 908 fol 39v
Achternamenindex

Martin scipper van Monickedam was met een schip geladen met zout, toebehorende aan de rentmeester van Kennemerland gevaren voorbij de tol te Geervliet, zonder tol te betalen

Persijn | 1333-10-10

Van Mieris II p 547/Alkemade en Schelling p 98
Achternamenindex

graaf Willem beslist de twist tussen Jan Persyn de oude, de jonge en Alkmaer betreffende het gruitgeld van hoppenbier dat men binnen Alkmaar brouwt, hetgeen zij tot voorbij Haerlem mogen vervoeren

Cats, van | 1321-11-29 - 12-07

Reg Hann p 101
Achternamenindex

acht brieven, houdende verklaringen van enige steden, edelen en andere personen, dat de poorters van Schoonhoven ten tijde van heer Nicolaes van Cats vrij voorbij alle grafelijke tollen in Holland voeren en nergens stapel hielden

Duvenvoorde, van | 1330-11-02

Van Mieris II p 504
Achternamenindex

graaf Willem beveelt zijn rentmeester van Zuidholland en aan alle tollenaren, geen wijnen voorbij te laten varen, die niet te Dordrecht geroeid zijn; graaf Willem geeft aan heer Jacob van Moordrecht verlof om zijn goederen te mogen verkopen

per dominum Wilhelmum de Duvenvoirde; getuigen: Gherart van Vorne, Ghisebrecht van Ysselsteyn, Dieric borchgrave van Leyden, Jan van der Wateringhe, Jan van Polanen, Daniel van der Merwede, Willem van Dovenvoirden, ridders; Willem van der Wort, Jan Persyn de oude, Willem van outshooorn, Enghebrecht onse rentmeester, knapen

1539-11-14 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 91
Jaartallenindex

Vranck van der Houve draagt op, krachtens procuratie bij jvr Clara filia Cipriaen de Plaat, weduwe van Jan van de Velde, gepasseerd te Brugge dd 1539-10-30, tbv onsen ontvanger van de beden in Holland, Willem Goudt, de geheele coorenthienden van 3 blocken lants gelegen in den ambacht van Scobbe en Everrocke, in Zuid Holland, geheten op deze tijd "het land van Moerkerken", belend block 1: oostwert van der kerke, oost: de oostwech, west: de Middelwech, zuid: de zuidwech, noord: de Noortwech, groot 78 morgen 38 roeden; block 2: westwaarts van daar, zuid: de Zuydwech, ende over de Noortwech tot aan Heynkens oort mitten noorteynde, noord: langs Butgens wateringe, west: langes den wech, groot 117 morgen 16 roeden; block 3: liggende westwaarts van daer, zuid: de Zuydwech, noord: Heynkensoort, west: langs der avelingen die langes den Westdyck loopt, oost: de kercksloot, streckende voorbij de Cathusers land, ende voort voorbij Willem Gerritsz land en Cornelis Buijsen land tot Heynkensoort toe, groot 99 morgen. Vervolgens wordt Willem Goudt beleend, leen van Putten, erfleen (vgl 1539-10-30)

leenmannen: mr Willem Pynsz, Raad Ord. in de Camer v.d. Rade, Jacob de Jonge, heer tot Baertwyk, Raad en mr van de rekeninge, heer Joost van Bronchorst, ridder, Willem Criep

1511-05-31 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 94v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat vrouwe Alyt van Kyfhoek vrouwe van Assendelft opdroeg een deel van den ambacht van Ouderschie, streckende van Cornelis Doensz huys en erve daer hij nu ter tyt in woont, noortwaarts ter halver Scye toe. Westwaarts tot Jan van Matenesse heerlijkheid toe, zuidwaarts opstreckende voorbij die gheeren over die dycken ter halver Mase toe. En dat tbv Jan Pieter Jansz op dese tijd burgemeester van Rotterdam, die er vervolgens q.q. mede beleend wordt

Geryt, heere van Assendelf, Pieter Hanneman (bij gebreke myns zegels ondertekent de akte), Pieter Plumion, leenmannen

1540-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 114v
Jaartallenindex

Willem Goudt, ontfanger van de bede in Holland en Vriesland, draagt op tbv vrouwe Josyna van Praat, huisvrouw van heer Loys van Vlaanderen here van Praat, de gehele corenthiende van 3 blocken lant, gelegen in den ambachte van Scobbe ende Everocke, in het land van Zuid-Holland, geheten op deze tijd het land van Moerkercken: 1) een block liggende oostwaarts v.d. kerke aldaar, oost: de Oostwech, zuid: de Zuidwech, west: de Middelwech, noord: de Noortwech, groot 78 morgen 38 roeden; 2) het ander block liggende westwaarts van daer, zuid: de Zuidwech, west: langes den wech, noord: langes Butgens wateringe, ende over den Noortwech tot aen Heynkensoort mitten noorteynde, groot 117 morgen 16 roeden; 3) dat derde block, liggende van daer mitten zuyteynde an den Zuytwech, mitten noorteynde an Heynkensoord, west: langes der avelingen die langes den westdyck loopt, oost: langes den Kercksloot, ende also voort streckende voorbij de Carthusers land, ende voort voorbij Willem Gerritsz land ende Cornelis Buysen land tot Heynkens sloot toe, groot 29 morgen. De vrouwe van Praat wordt ermee beleend als leen van Putten, tot een erfleen. Jan van Drenckwaert, schout van Dordrecht, doet als haar speciale gemachtigde de leeneed (vgl 1540-08-16)

leenmannen: Willem van den Bies, Cornelis Barthouds, mr Jacob de Milde

1568-01-10 |

Arch Oude Hof Alkmaar no 67
Jaartallenindex

op huyden 10 januari 1568 stilo communi soe syn vergadert geweest de ingelanden van t landt van den Oicken gelegen voorbij Huyswaert, by name de pater v.h. oude bagynhof te Alcmaer, Willem van Sonnevelt, die kinderen van Frans Claesz van Hoorn, Mathys Reyersz, Jan Cornelis en Aelbert Cornelisz bomes (?), gebroeders, al te samen ingelanden van de voors. polder, welke polder gelegen is in de ban van Bergen, en hebben eendrachtelick geaccordeert in het malen van de moelen staend op dezelve polder en andere oncosten die op die selve polder zouden mogen vallen, in manier als hier na volgt

ondertekend: Cornelis Pietersz, pater v.h. Oude Hof, Mathys Reyersz voor mij zelve en oeck uyten name van het sterfhuys van joffrou van Sonnevelt, Albert Cornelisz, met het merck van Jan Nannisz