12 resultaten
Voorde, van der | 1474-1475
Thesauriersrekening Haarlem fol 41v
Achternamenindex
Claes van der Voordt: jaar lijfrente verscheen in 1474, 25 £ 4st
1494-01-10 (1493) | Haarlem
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 16v (fol 9v)
Jaartallenindex
koning Max en Philips beleenen Machtelt van der Voordt Willemsdochter haar aangekomen bij dode van haar vader Willem van der Voordt, nl 15 £ Holl sjaars uijt onse gruijte ende tolle binnen onser stede van Haerlem. Tot een erfleen. Hulde doet voor haar haar man en voogd Gheryt Claesz
present: Tielman Oom van Wyngaerden, Willem van Adrichem, Jan Croock, Dirck van Boneem
1496-11-30 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 24 (fol 13v)
Haarlem Algemeen
hertog Philips oorkondt dat Machtelt Willemsdochter van der Voordt met haar man en voogd Geryt Claesz van Adrichem hem opgedragen heeft tbv Bertoult Berwoutsz 15 £ Holl sjaer uyt onse gruijte ende tolle binnen onser stede van Haerlem. Bertoult wordt hiermede vervolgens beleend tot een erfleen
present: Jan van Zevender, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz, Crispyn Jansz
1493-02-06 (1492) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 4v-7 (fol 2)
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Floris van Noortich gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn oom Heere Jan van Noortich, ridder, zoolang hij leeft, dat schoutambacht van Spanbrouck, mitsgaders die heerlycheyt van Spiersdijck, ende van heel Santwerve in den voirs. schoutambacht van Spanbrouck gelegen, dats te weten Spierdijck en Santwerve met alle die laeghe landen gehieten die Kaige, streckend tot der zytwinde toe, ende soo voordt langes der zijtwinde ofte waterkerkinghe off anders hoe die genoemt is lopen 13 roeden beneden naer Spanbroeck, ende voortgaende nae den ban ende ambachte van Opmeer ende gehieten is die Overtom, ende soo voortgaende tot Berckmaersdyck voortgaende tot den ambachte van Obdam lopende soe voordt tot den Bobbeldyck toe, ende is een gescheyt tusschen Spiersdyck ende Hoorn. Voorts maakt Floris aan zijn moeye vrouwe Agniese van Rijne, huysvrouw van zijn oom heer Jan, de helft van het voorn. goet tot lijftocht na dode van heer Jan voorn. Vervolgens scheldt Ludolff Claesz van der A voor zich zelf en voor zijn dochter jvr Lysbeth van der A, huisvrouw van Floris voorn, met haar gecoren voogd Cornelis van Sonnevelt, deze percelen kwijt aan heer Jan voorn. en vrouwe Agniese voorn, tot lijftocht. De 5£ die Floris aan Ludolf voorn. jaerlijks schuldig is uit dit goed, blijven rusten op zijn andere goederen
present: mr Jacob van Almonde, Claes Jan Claesz, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet
1514-02-10 (1513) |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 70
Jaartallenindex
leenmannen van Zeeland oorkonden dat Thomas van Abeele Joosz, schildknape, overdroeg tbv Claes Heyndricsz heerschip in Ongersdyck, het huis met de nederhof genaamd Oestersteyn. voordt alle erven, boomgaert, boomen, lant, en den middeldyck met 25 gemeten lants, sulcxs als die syne oude vader plach te besitten, vrij van allen schote, oncosten en ongelde. Welc huys, lant en erve gelegen is in Beoosterschelt van Zeeland in Duveland in de parochie van Oosterlandt. Verkoper verbindt hiervoor speciaal zijn ambachte van Oosterland en op zijn goed gelegen aen den agger aan Zuyt Beveland die ick nu hebbe of noch gecrigen mach. Met het verzoek Claes Heynricsz hiermede te belenen (vgl 1514-05-09)
Jan van Silly, heere van Condee etc, schiltknape, Jan Jansz van Noortgauwe, leenmannen van Zeeland
1493-05-11 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Heusden Altena fol 5v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden dat voor hun leenmannen gekomen is Rutger van den Boetselaer, ende niet alleen om te volbrengen die uyterste begeerte, wille en testament van wijlen zijn vader Wessel van den Boetselaer, in onse voorscr. register geregistreerd, maer oock mede om die goede gunste, liefte ende minne die hij draeget tot syn moeder joffrouwe Joos Mols, ende om sonderlinge redenen hem daertoe porrende, heeft derselver zyn moeder by onser hant, wille ende consent gemaeckt ende bewijst in rechter lyftocht van nu voortaen beginnende en voordt haer leven langh al uijt gedurende 100 gouden R gld tot 40 gr Vls op te beuren en te ontvangen uyt zyn renten en goeden van Asperen en al zyn andere goederen. Boven de 200 R gld die zijn vader haar tot lijftocht gemaakt had
1467-04-21 | o.a. Velsen
R.A.H. 103 Caput Kennemerland fol 51/Reg Et Finis fol 28
Jaartallenindex
hertog Philips beleent Claes van Assendelft met de lenen hem aangekomen bij dode van zijn moeder jvr Boudijn van Adrichem: 1) een venne lants bij die Wogmeer, groot 5 maden, west: Ysbrant Jacobsz, oost: Jan Eggenzoon en Claes Remkensz; 2) een stucke lants geheten die Monikenwerve, groot 7 maden, daer lenden aff plach te wesen oost: Heere Roelant van Utkercke, west: Catherijn Jan Pietersz weedwij; 3) een stucke lants geheten Floris van Adrichem lage lant, groot ± 16 maden, daer lenden of zijn west: Claes Remkensz, oost: Adriaen Volckaertsz; 4) een mat lants geheten Floris van Adrichems lant, daer lenden aff is west: Pieter Goebenz, te houden tot een erfleen; 5) een thiende gelegen te Velsen die scheyt ter beke tusschen Darengeest ende Smalegeest ende dat ander eynde daeraff scheijt tot der beke tusschen Hooghe Geest ende alsoo voordt als die groote wech gaet van der kercke. Hem eveneens aanbestorven van zijn moeder, tot een erfleen, binnen afterzusterkind niet te versterven
1553-01-05 |
Ms Opstraeten III fol 1465/Gaasbeek
Jaartallenindex
Albert Jansz: een houve lants te Amerongen opte Houven, soo Sweer Hilbrinck als man en voocht van Claesien Jansdochter des utgegaen is (vgl 1552-09-28)
present: Anthonis de Roy, Cornelis van Voordt
1508-01-22 (1507) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 30; Berigten Hist Gen dl 3 p 114/Mathenesse
Jaartallenindex
Karel beleent Jan van Matenesse na dode van zijn vader Adriaen van Matenesse: 1) dat huys staende by onser poorte van Schiedam ende is geheeten dat huis te Ruvere [Riviere] met den boomgaerden ende heemwerf, also groot en klein als het begrepen is binnen der ouder vest graft, zoals heer Dirck van Matenesse dat opt end van zijn leven besat. Tot een erfleen, niet te versterven, tot een open huys; 2) 47 morgen land gelegen ter Spaenghe, van welke 47 morgen Jan van Matenesse voors. heeft die 20 morgen ende zijn geheten "die Tournooicampen" ende die ander 27 morgen lands mit der huysinge ter Spaegne [welke ?] heere Phillips van der Spaengue ridder, van hem voordt te leen houdende is, tot een recht erfleen. Te verheergewaden met een rode sperwer; 3) ½ van 9 morgen lands met een ½ huysinge op die oostzijde ende is geheten Diercx sate van Hoylede, gelegen in Rotten, streckende tussen den Burchwech ende den Brouxen Vliet. Tot een erfleen, te verheergewaden met 1£ goets gelts; 4) 12 morgen land gelegen tot Reedwyck, ten rechten leen; 5) 3 morgen land gelegen tot Hillegersberch in die Santberch, ook tot een recht leen
present: Jan van Duvoirde Aerntsz, Willem van Ruiven, Dirck van Boneem, cleene Jan Bruyn
1494-01-23 (1493) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Kennemerland fol 3v (2v)
Jaartallenindex
Philips van Bourgongen en Anna van Borselen, heere ende vrouwe van Beveren, ende van der Vere, van Vlissingen, van Brouwershaven, oorkonden dat het hun niet mogelijk is voor den stadhouder van leenen te verschijnen, en dat zij wenschen op te dragen tbv heer Walraven heere tot Brederode tot Vianen als man van vrouwe Margueriete van Borsselen, zijn gezellinne, onse schoonbroeder ende suster, alle alsulcke leenen gehouden van der grafelijkheid van Holland en Zeelant als den heere van Brederode met onse suster, myn vrouwe van Brederode voors. voor ende over haer kindts gedeelte, haer angecomen van wijlen heer /wolphaert van Borssele grave van Granpré heere van der Vere, zal. memorie, haer vader ende onse schoonvader, bij zekere partage daarvan gemaakt, toebedeeld en bewezen. Zij machtigen vervolgens Aelbrecht van Loo, onse procureur, om al de heerlijkheden, nl Bergen in Kenemerland met zyn heerlycheden, de ambachtsheerlykheden van Sloten, van Amsterveen, ende voordt Schoten, de drie deelen van Abbenbrouck met de ½ van de Volgersdyck in den lande van Voorne leggende, en verder al de andere leenen, op te dragen tbv onse suster de Vrouwe van Brederode en haar man als voogd. Gegeven in onse huys tot Sandenborch, nae schryven t Hofs van Utrecht