Bedoelde u soms?
vaeck | vinck | vonck | vranc | vranck | vrancke | vrancr | vrank | vreeck | vrerick

3 resultaten

1493-10-23 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 863/Arch Nieuwe Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex

Albert Vrenck van Wesop, abt van St Laurens in Oostbroeck buiten Utrecht, rechter en conservator van rechten over de goederen en privilegien van het convent van St Maria in Syon bij Delft en van die van alle leden van de Benendictynerorde, dagvaardt, onder aanhaling in extenso van zijn pauselyke aanstelling, de regeering van Hoorn voor zyn plaatsvervanger Steven Pietersz van Haarlem, officiaal te Utrecht, ter zake van achterstand van renten, over drie termijnen verschuldigd aan het convent van de Nieuwe Nonnen te Amsterdam, en aan Geertruyd Pietersdochter, non in dit convent, resp. bedragende 150 en 18 R gld. Met monogram, signatuur en verificatie van de notaris Adriaen Buer (vgl 1482-01-10)

1467-11-30 |

A.R.A. Leenkamer 39 Copie fol 195, 195v, 196/Reg Charolais fol 97v, 98/Lede en Schoonrewoerd
Jaartallenindex

mr Anthonis Michielsz beleent Jan Roeloffsz met 4 morgen land gelegen in 't 23ste weer op Boeyecoip, houdt 8 morgen, ghelegen in den lande van der Leede ende Schoonrewoerde, die hij van de voirs. heerlycheit in leen houdt. Eodem die wordt Gysbrecht Andriesz beleend met 8 morgen land op Boeyecoip int 11e weer, belend boven: Geryt Engbert Biermansz, beneden: Vrenck Mertynsz. Boven staat: Gysbert Andriesz als voocht van Geertruydt zyn wijf. Aernt Hermansz wordt bij overgifte van Gysbert Claesz beleend met 5½ morgen lands in Boeijecoip in t 7e weer, die hij van de heerlijkheid van der Lede en Schoonrewoerd in leen houdt. Jan Dircsz wordt bij overgifte van Aerndt Hermansz beleend met 2 morgen lands op Boeijecoip, liggende int 30ste weer, leen van der Lede en Schoonrewoerd

Willem Gerytsz | 1473-02-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem Gerytsz, onze tijnsgenoot, maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Jacopgen ½ van alinge dat erve boven en beneden met englant en alle toebehoren, gelegen in het gerecht van Zoes, dat Willam Gysbertsz nu gebruict, onderdeijlt met Willam Gysbertsz: 1) 4 dachmaet, "die Morse maet", landwaarts: Gerijt Rutgersz, zeewaarts: Gherijt Hilhorst en Wouter Mors, 2) een camp land van de Hoijmaet tot aan de Brinck, landwaarts: Oudmunster, zeewaarts: Willam Nagel en Rosel Lambertsdochter, 3) 3 scepel englants, boven: Pieter Bronck, beneden: Jacob Gerritsz kint, 4) 3 scepel rogland, boven: Rosel Noteboems, beneden: Jacob van den Doem, 5) 2½ scepel, boven: Rutger Beren kinderen, beneden: Jacob Willemsz, 6) 2 scepel rogland, boven: Hein Swagerz, beneden: Oudmunster, 7) 2 scepel, boven: Gysbert Hermansz, beneden: Oudmunster, 8) 1 scepel, boven: Jacob van den Doem, beneden: Oudmunster, 9) 4 scepel englants, boven: Herman Gout, beneden: Jacob van den Doem, 10) 1½ scepel, boven: Oudmunster, beneden: Jacob van Nievelt, 11) 1 scepel, boven: de heer van Apkoude, beneden: Jacob van Nievelt, 12) 2 scepel, boven Jacob Vrenck, beneden: Oudmunster, 13) 2 scepel, boven: Gysbert Hermansz, beneden: Oudmunster, 14) de hofstede waar Willam voornoemd op woont, boven: Oudmunster, beneden: Wouter Scha[de]; ende onse hof- ende tijnsgoed is

tijnsgenoten: Eligis van Wee[de], Peter Willamsz